KA 8: De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten

KA 8
de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten

1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

KA 8
de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Kenmerken
Verkorte versie: Ontstaan van het Jodendom en Christendom
Tijdvak: Tijd van Grieken en Romeinen
Jaartallen: Ca. 3000 v. Chr. - 500 n. Chr.
Periode: Oudheid
Samenleving: Landbouwstedelijke samenleving
Invalshoek: cultuur
Mindmap: polytheïstisch (geloof in meerdere goden) en monotheïstisch (geloof in één god), jodendom/Mozes, christendom/Jezus, 313 Edict (wet) van Milaan,  391 christendom wordt staatsgodsdienst

Slide 3 - Slide

Gebeurtenis: De droom van Constantijn (313). De Romeinse keizer Constantijn de Grote kreeg vlak voor een veldslag een droom. Als hij het christelijke teken zou voeren, zou hij de veldslag winnen. Constantijn liet het teken op alle schilden zetten en hij won inderdaad de slag. Dit is een belangrijk omslagpunt in de geschiedenis van het christendom. Constantijn stopte de vervolgingen en was actief in zijn steun van de christenen. Nieuwe kerken werden gebouwd en langzamerhand kreeg het christendom een leidende rol. 

Slide 4 - Slide

Persoon: Augustinus van Hippo (354-430) kerkvader en theoloog. Hij wordt beschouwd als de invloedrijkste theoloog uit de vroegchristelijke tijd. Tijden zijn leven als bisschop schreef hij negentig boeken en vele honderden preken en brieven. Daarin besprak hij allerlei theologische vraagstukken, zoals dat van de vrije menselijke wil tegenover de goddelijke voorzienigheid. 

Slide 5 - Slide

Document: Verweerschrift apologeet Marcus Minucius Felix (ca. 200 - ca. 240). In de 1e en 2e eeuw gingen er in het Romeinse rijk allerlei geruchten rond over het christendom die de meeste vreselijke dingen zouden doen. Om aan deze verdachtmakingen een einde te maken, pakten sommige christenen de pen om zich te verdedigen. Minicus laat de Romein in zijn verhaal vertellen welke verhalen over christenen bestaan om die vervolgens te ontkrachten als fabeltjes of laster. 

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
- De leerling heeft kennis over de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.
- De leerling kan het verschil tussen monotheïstische godsdiensten  polytheïstische godsdiensten uitleggen.
- De leerling kan de overeenkomsten en verschillen tussen het joden en christendom benoemen.
- De leerling heeft kennis van de relatie tussen Romeinen met het jodendom en christendom. 


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vragen van betekenis
Hoe totalitair is monotheïsme?
Monotheïsten erkennen één god en één heilig boek, waarin één waarheid te vinden zou zijn. De exclusiviteit die hierin besloten ligt, lijkt aan andersdenkenden weinig ruimte te bieden. Binnen de monotheïstische religies - jodendom, christendom en islam - werd en wordt de strijd om de 'juiste interpretatie' van die ene leer dan ook vaak op het scherp van de snede gevoerd. In het polytheïsme - denk aan boeddhisme, hindoeïsme en tal van natuurgodsdiensten - komen we dit veel minder tegen. Uit naam van meergodendom zij bijvoorbeeld zelden veroveringsoorlogen gevoerd. Is geloof met exclusiviteit een bron van conflicten? Is monotheïsme per definitie totalitairder dan polytheïsme? En heeft het christendom in de 'eeuw van de rede' (18e eeuw) die aanspraak op exclusiviteit afgelegd, terwijl jodendom en islam dat 'nog niet' hebben gedaan?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Test jezelf

Slide 15 - Slide

Welk twee kenmerkende aspecten passen bij deze bron?

Slide 16 - Open question

Romeinse keizers vervolgden eerst de christenen, en later werden ze zelf christen en werd het zelfs een staatsgodsdienst.
2p Leg uit met politieke motieven waarom.

Slide 17 - Open question