De Schoolervaring: Vakken en Klasgroottes

De Schoolervaring: Vakken en Klasgroottes

Leerdoelen

Aan het einde van deze les zul je de verschillende vakken op school kennen en hoeveel kinderen er gemiddeld in een klas zitten.

Leg uit dat de leerdoelen van deze les zijn om de studenten te leren over de verschillende vakken en klasgroottes op school.

Wat weet je al over de vakken en klasgroottes op school?

Vakken op school

Er zijn verschillende vakken op school, waaronder wiskunde, Engels, geschiedenis, natuurkunde en scheikunde.

Leg kort uit wat de verschillende vakken op school zijn en wat elk vak inhoudt.

Talen

Talen zijn onder andere Nederlands, Engels, Frans, en Duits.

Leg uit dat talen op school ook een belangrijk vak zijn en welke talen er in Nederland worden onderwezen.

Wetenschappelijke vakken

De wetenschappelijke vakken zijn natuurkunde, scheikunde en biologie.

Leg uit dat wetenschappelijke vakken belangrijk zijn en dat deze vakken een belangrijke rol spelen bij het begrijpen van de wereld om ons heen.

Kunstvakken

Kunstvakken omvatten onder andere muziek, beeldende kunst, en drama.

Leg uit dat kunstvakken belangrijk zijn voor de creativiteit en expressie van studenten en dat deze vakken ook leiden tot een bredere kijk op de wereld.

Aantal kinderen in een klas

Het gemiddelde aantal kinderen in een klas is ongeveer 25.

Leg uit wat het gemiddelde aantal kinderen in een klas is en waarom dit aantal kan verschillen per school en per klas.

Voordelen van kleinere klassen

Kleinere klassen kunnen leiden tot meer persoonlijke aandacht en interactie tussen studenten en docenten.

Leg uit dat kleinere klassen voordelen hebben en dat sommige scholen kleinere klassen hebben dan andere.

Voordelen van grotere klassen

Grotere klassen kunnen leiden tot meer diversiteit en discussie tussen studenten.

Leg uit dat grotere klassen ook voordelen hebben en dat sommige scholen grotere klassen hebben dan andere.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.