This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Wat gaan we deze les doen?
- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
Slide 1 - Slide
Huiswerk nakijken
Slide 2 - Slide
Terugblik
Ik kan een tabel invullen m.b.v. een formule die bij de tabel hoort.
Ik ken de begrippen begingetal, stijggetal en daalgetal en kan deze aangeven in de woordformule.
Ik weet dat de grafiek bij een regelmatige toename een stijgende lijn is en bij een regelmatige afname een dalende lijn.
Ik kan bij een ingevulde tabel (ingevuld m.b.v. een woordformule) de grafiek tekenen.
Slide 3 - Slide
Aan het eind van de les:
Ik kan mbv een context het begingetal in een woordformule veranderen.
Ik kan mbv een context het stijggetal in een woordformule veranderen.
Ik kan met de nieuwe formule berekeningen uitvoeren.
Slide 4 - Slide
blz. 166
Slide 5 - Slide
blz. 166
Slide 6 - Slide
blz. 166
Slide 7 - Slide
Opgave 41 (blz. 167)
aantal
240
aantal
Slide 8 - Slide
Wat
Slide 9 - Open question
Reistegoed in € = 15 - 0,20 x afstand in km De prijs per km verandert. Wat verandert er dan?
A
begingetal
B
stijggetal
C
daalgetal
Slide 10 - Quiz
Reistegoed (€) = 15 - 0,20 x afstand (KM) Prijs per kilometer verandert ook. De prijs wordt met €0,04 verlaagd. Wat is het nieuwe daalgetal?
Slide 11 - Open question
Reistegoed in € = 10 - 0,12 x afstand in km Het begingetal wordt € 35,- hoger en het daalgetal wordt € 0,04 lager. Hoe ziet dan de nieuwe formule eruit?
Slide 12 - Open question
testopgave (blz. 167)
aantal
240
aantal
timer
2:50
Slide 13 - Slide
Huiswerk
H 8.5
opgave 42, 43, 44, 45 en L5 op blz. 168
Slide 14 - Slide
Aan het eind van de les:
Ik kan mbv een context het begingetal in een woordformule veranderen.
Ik kan mbv een context het stijggetal in een woordformule veranderen.
Ik kan met de nieuwe formule berekeningen uitvoeren.