Les 1

1 / 18
next
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Module F

Deze periode werken we met module F 
Deze module gaat over Landeskunde (Duitsland) en over feestdagen in Duitsland

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
1. Huiswerk in agenda zetten en plannen
2. Uitleg Module E
3. Wanneer welke proefwerken?
4. Lesen
5. Hausaufgaben
 




 

Slide 3 - Slide

Was nehmt ihr jede Deutschstunde mit?
Module (AB & Grammatik)
een schriftje
een pen
oortjes


 


Slide 4 - Slide

Uitleg module
Ik deel de modules eerst uit, dan kunnen we deze samen doorlopen.
Er is een kleine wijziging, je hebt een Arbeitsbuch en Textbuch ineen en een apart Grammatikbuch

Elke week is er een les. Een les bestaat uit 5 onderdelen.
Daarnaast lezen we uit de boekjes. Deze deel ik uit en neem ik na het lezen weer in.

Slide 5 - Slide

Pak je EF agenda
Hausaufgaben les 2 (volgende week):
(Af)maken een deel van de opdrachten van les 1:
1.1  t/m 1.4
Leren Worterliste A Du - Ne & Ne - Du

Noteer het in je agenda, wat in de les af is kun je alvast doorstrepen






 

Slide 6 - Slide

Prüfungen P1
Periode 1 Week 45 t/m week 4

Week 50 Leestoets
Week 3-4  proefwerkweek
Pak je Arbeits/Textbuch er bij dan lopen we die even door.


Slide 7 - Slide

1.1 Lesen 
Leesboekje Kapitel 7
Text/Arbeitsbuch Seite 1. 
We lezen eerst de 
samenvatting van de vorige 6 hoofdsstukken. 

Slide 8 - Slide

1.1 Antworten
Les 1 periode 2
1.1 Lesen Kapitel 7
1. Ze wil inkopen gaan doen in de stad / shoppen
2. Ze denkt aan haar moeder die in het ziekenhuis ligt en hoopt dat het niet zo erg is
    en dat ze beter wordt.
3. Verpleegster

Slide 9 - Slide

1.2 Wörter A
Wörterliste A leer je Du – Ne en Ne – Du

 Maak Aufgabe 2.1 op Seite 2 . Houd Wörterliste A in je Grammatik boek erbij (Seite 3) ! 
Let op de lidwoorden, waar nodig (der die das) en de hoofdletters!



timer
10:00

Slide 10 - Slide

1.2 Antworten
1.2 Wörter
1. Weihnachten
2. Tradition - Weihnachtsbaum
3. Lichterkette
4. Christkind - der Weihnachtsmann – Geschenke
5. Plätzchen
6. Weihnachtsmarkt
7. Neujahrsvorsatz
8. Silvesterparty – Feuerwerk - das Neujahr
9. der Nikolaustag - der Feiertag.
 

Slide 11 - Slide

1.3 Grammatik
Een nieuw werkwoord 'Möchten'

Met het werkwoord 'möchten' geef je beleefd een wens of een verzoek weer. Het  komt alleen in de tegenwoordige tijd voor. Er is dus geen voltooid deelwoord.

Duitsers zijn heel beleefd, ze gebruiken möchten ipv willen. In een restaurant vraag je bijvoorbeeld niet ik wil een cola, maar ik zou graag een cola willen.
Let op: het werkwoord kun je voor het grootste gedeelte vervoegen met de (fe)esttenten regel. Alleen bij de er/sie/es vorm wijkt het werkwoord af.
Text/Arbeitsbuch Seite 3
We maken de opdracht samen 


Slide 12 - Slide

1.3 Antworten
1.3 Grammatik
  1. möchte
  2. möchtest
  3. möchte
  4. möchte
  5. möchten
  6. möchtet
  7. möchten
  8. möchte
  9. möchtet
  10. möchte






Slide 13 - Slide

1.4 Hören, Sehen, Lesen
We kijken een filmpje over de Bundesländer
Wat zijn Bundesländer? 
Wie kent er een Duits Bundesland?
Maak nu eerst opdracht 1a 'voor het kijken' in je werkboek op Seite  4




Slide 14 - Slide

1.4 Antworten
1. Voor het luisteren
a. Berlijn
b. 16
c. Du 357.592 km² - Ne 41.850 km²
d. Du 83.445.000 - Ne 18.005.142
e. 





 



We kijken nu het filmpje, tijdens het kijken vul je opdracht 2a in. Welke Bundesländer zijn er?
Aufgabe 2b maak je thuis. Je kunt dit op de laptop opzoeken. 

Slide 15 - Slide

1.4 Antworten

Slide 16 - Slide

1.5 Aussprache
Seite 6 Luister mee naar de uitleg:
  1. Der Zug fährt um zehn Uhr ab.
  2. Ich trinke meinen Tee am liebsten mit Zucker.
  3. Der Wein aus dieser Region ist sehr lecker.
  4. Heute kaufe ich eine Zeitschrift über Reisen.
  5. Morgen gehen wir zum Fluss und machen ein Picknick.
  6. Die Kinder spielen gerne im Freizeitpark.
  7. Sein Ziel ist es, um die Welt zu reisen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide