6.3 De oren

6.3 De oren
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.3 De oren

Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

Sleep de prikkels naar de juiste zintuigen
Sleep de naam van de zintuigcel naar de juiste zintuig
Geluid
Warmte
Smaakstof
Kou
Geurstof
Licht
Aanraking
Druk
Gehoorzintuig
Reukzintuig
Tastzintuig
Drukzintuig
Smaakzintuig
Gezichtszintuig
Koude zintuig
Warmte zintuig

Slide 3 - Drag question

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid

Slide 4 - Drag question

Onderdelen van de huid
Kiemlaag
Lederhuid
Talgklier
Spiertje
Zweetklier

Slide 5 - Drag question

De huid:

De huid bestaat uit verschillende onderdelen. In welk deel liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid

Slide 6 - Quiz

Je loopt naar buiten en krijgt het koud.
Wat gebeurt er in je huid?
De huid wordt
A
Bloedvaatjes worden wijd, spieren trekken samen
B
Bloedvaatjes worden nauw, spieren trekken samen
C
Bloedvaatjes worden wijd, zweetklieren produceren zweet
D
Bloedvaatjes worden nauw, zweetklieren produceren zweet

Slide 7 - Quiz

warm
koud
rode huid
bleke huid
nauwe bloedvaatjes
wijde bloedvaatjes
zweet
rillen
haartjes  rechtop
haartjes  liggen

Slide 8 - Drag question

De huid kent 3 lagen. Wat is de taak van de huid in het algemeen?
A
bescherming tegen infecties
B
bescherming tegen uitdroging
C
regelen van temperatuur
D
alle bovenstaande antwoorden zijn goed

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen
5.3.6 Je kunt de delen van een oor benoemen met hun taak.



Bij oren denk je misschien alleen aan de oorschelpen. Maar een groot deel van de oren ligt in je hoofd.








Slide 10 - Slide

Geluiden
Met je oren kun je geluiden horen. Geluiden zijn trillingen van de lucht. De lucht gaat bijvoorbeeld trillen doordat een metalen fietsbel trilt. Ook een luidspreker laat de lucht trillen. Bij sommige luidsprekers kun je dat zien of voelen.

Slide 11 - Slide

Het oor
Buitenoor: oorschelp en gehoorgang
Middenoor: trommelvlies, trommelholte, geluidsbeentjes
Binnenoor: slakkenhuis (hier liggen de zintuigcellen)

Slide 12 - Slide

Buitenoor
Oorschelp: vang geluidstrillingen op
Gehoorgang: brengt geluidstrillingen bij het trommelvlies.  In de gehoorgang liggen de oorsmeerkliertjes. Oorsmeer houdt het trommelvlies soepel. 

Slide 13 - Slide

Bouw van het oor
Tegen het trommelvlies liggen de gehoorbeentjes. Als het trommelvlies trilt, doen de gehoorbeentjes dat ook. De gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het slakkenhuis. Het slakkenhuis geeft dan impulsen af aan de gehoorzenuw. De gehoorzenuw vervoert de impulsen naar de hersenen. Je hoort dan geluid.

Slide 14 - Slide

Binnenoor
Slakkenhuis: 3 buizen opgerold als een spiraal. 
In de buizen zit vloeistof. Vlies gaat trillen, vloeistof gaat trillen.
Middelste kanaal heeft zintuigcellen: haartjes die trillen. Trillingen worden omgezet in impulsen. Gehoorzenuw brengt impuls naar de hersenen
Gehoorzenuw
Vloeistof die gaat trillen
Vloeistof die gaat trillen
Zintuigcellen

Slide 15 - Slide

De buis van Eustachius
De buis van Eustachius verbindt het oor met de keelholte. Door te slikken of te gapen gaat de buis van Eustachius open. Er kan dan lucht door de buis. Daardoor wordt de luchtdruk in je oor gelijk aan de druk buiten je oor. Soms merk je dan dat je oor open ‘plopt’.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Onthoud
6 Je kunt de delen van een oor benoemen met hun taak.
• Geluiden zijn trillingen van de lucht.
– De oorschelp vangt geluiden op.
– Door de gehoorgang gaan geluiden naar het trommelvlies.
– Het trommelvlies gaat trillen.
– De gehoorbeentjes gaan trillen.
– De trillingen gaan verder naar het slakkenhuis.
– Het slakkenhuis geeft impulsen af aan de gehoorzenuw.
– De impulsen komen in je hersenen. Je hoort het geluid.
• De buis van Eustachius verbindt het oor met de keelholte.
– Bij slikken of gapen gaat de buis van Eustachius open.
– Er kan dan lucht doorheen.
• Oorsmeerkliertjes maken oorsmeer.
– Oorsmeer houdt het trommelvlies soepel.

Slide 20 - Slide

Aan het werk! Biologie
Wat? 6.3  De oren - opdrachten 1 t/m 8
Waar?  in je online boek

Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Test Jezelf!

timer
1:00

Slide 21 - Slide