Proefwerkvoorbereiding hoofdstuk 9

Hoofdstuk 10: Underground
1 / 25
next
Slide 1: Slide
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 10: Underground

Slide 1 - Slide

Wat betekent crescendo?
A
steeds harder worden
B
steeds zachter worden

Slide 2 - Quiz

Met welke toetsen speel je onderstaand akkoord?

Slide 3 - Drag question

De zang is hier...
A
Unisono
B
Tweestemmig
C
Driestemmig

Slide 4 - Quiz

Met welke toets speel je een A#?

Slide 5 - Drag question

Met welke toetsen speel je onderstaand akkoord?

Slide 6 - Drag question

Deze noot duurt in een 4/4 maat..
A
Twee tellen
B
Een tel
C
Een halve tel
D
Een kwart tel

Slide 7 - Quiz

Een akkoordsymbool bestaat uit..
A
..cijfers
B
..letters
C
..cijfers (soms met letters)
D
Letters (soms met cijfers)

Slide 8 - Quiz

Welke notenvoorbeeld hoort bij het fragment?

Slide 9 - Drag question

Welke beweringen zijn waar?
A
Een majeur akkoord bestaat uit 1-3-5
B
Een mineur akkoord bestaat uit 1-3-5
C
Een mineur akkoord bestaat uit 1-k3-5
D
Een majeur akkoord bestaat uit 1-k3-5

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Met welke toetsen speel je onderstaand akkoord?

Slide 13 - Drag question

Is het akkoord uit de vorige vraag een majeur of mineur akkoord?
A
Majeur
B
Mineur

Slide 14 - Quiz

De zang is hier...
A
Unisono
B
Tweestemmig
C
Driestemmig

Slide 15 - Quiz

Deze noot duurt in een 6/8 maat..
A
Een tel
B
Twee tellen
C
Drie tellen
D
Vier tellen

Slide 16 - Quiz

Zet de omschrijving bij het goede begrip.

Tweede stem
Bluesschema

Backing vocals
Tegenmelodie

Achtergrondzang
Een melodie die anders is dan de hoofdmelodie, en tegelijkertijd klinkt.

Een melodie op een andere toonhoogte maar met dezelfde beweging als de hoofdmelodie.

Een vast akkoordenschema van meestal twaalf maten.


Slide 17 - Drag question

Het akkoordenschema van deze song bestaat uit
Blinding Lights
Blinding Lights
A
2 verschillende akkoorden
B
3 verschillende akkoorden
C
4 verschillende akkoorden
D
5 verschillende akkoorden

Slide 18 - Quiz

Wat is de maatsoort van deze song?
A
3/4
B
4/4

Slide 19 - Quiz

Als je dit voor aan de balk ziet staan, waar moet je dan rekening mee houden?
A
Alle B's en E's moeten een hele toon hoger klinken
B
Alle B's en E's moeten een hele toon lager gespeeld
C
Alle B's worden Bes en alle E's worden Es

Slide 20 - Quiz

Welk begrip is van toepassing op de baspartij?
A
Walking bass
B
Blue notes

Slide 21 - Quiz

Met welke toetsen speel je onderstaand akkoord?

Slide 22 - Drag question

Bij een triool klinken drie noten in de tijd van twee noten. Welke triolen duren in een 4/4 maat samen één tel?
A
B
C

Slide 23 - Quiz

Welke noot duurt in een 6/8 maatsoort twee tellen?
A
Achtste noot
B
Kwart noot
C
Halve noot
D
Hele noot

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide