§1.1 De moderne massasamenleving

§1.1 De moderne massasamenleving
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§1.1 De moderne massasamenleving

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Wat kenmerkend is voor een massasamenleving
- Welke ontwikkeling de Europese industrie rond 1900 doormaakt
- Welke sociale en culturele ontwikkelingen plaatsvinden rond 1900

Slide 2 - Slide


Bekijk de bron. Deze bron laat zien dat de auto in deze tijd nog niet zo lang bestond. Leg dat uit met onderdelen van de bron.
Straatbeeld in Parijs rond 1910.

Slide 3 - Open question


Bekijk de bron. Bedenk minstens drie gevolgen van de uitvinding van de auto.
Straatbeeld in Parijs rond 1910.

Slide 4 - Open question


Bekijk de bron. Hoe kun je in de bron zien dat er rond 1910 veel mensen in Parijs woonden?
Straatbeeld in Parijs rond 1910.

Slide 5 - Open question

Auto, radio en film
In de 19de eeuw groeien Europese steden enorm
Deze mensen hebben spullen nodig en moeten reizen
Hiervoor wordt het transportsysteem sterk verbeterd
Eerst treinen en schepen, later auto's, bussen en vliegtuigen

Slide 6 - Slide


Bekijk de bron. Wat doen de mensen op de foto?

Slide 7 - Open question

Ideeën verspreiden
Ook het verspreiden van ideeën wordt simpeler gemaakt
Na de uitvinding van de radio (1895) halen velen er één in huis
De uitvinding van film maakt ideeën overbrengen makkelijker
Dit zijn nieuwe voorbeelden van massamedia
Een middel waarmee je grote groepen mensen kunt bereiken.

Slide 8 - Slide

Massasamenleving
Grote steden, nieuw transport en massamedia zorgen voor de ontwikkeling van de moderne massasamenleving
Moderne massasamenleving
Een groot deel van de bevloking woont in steden
Er is een goed (gemotoriseerd) transportsysteem
Mensen kunnen elkaar makkelijk bereiken
Er zijn vele vormen van massamedia

Slide 9 - Slide

Filmpje
Werken in de fabriek
Charlie Chaplin - Modern Times

Slide 10 - Slide

2

Slide 11 - Video

00:00
Aan wat staat de arbeider te werken?

Slide 12 - Open question

04:10
Wat is de taak van de arbeider?

Slide 13 - Open question

Massaproductie
Door massaproductie kunnen fabrieken gigantisch groeien
Men maakt grote aantallen van precies dezelfde producten Hierbij is vooral de lopende band erg belangrijk
Deze brengt producten naar de arbeider en bespaart zo tijd

Slide 14 - Slide

Voordelen en nadelen
Massaproductie had voordelen en nadelen
Voordelen
Sneller
- Goedkoper
- Betaalbare producten
- Makkelijk vervangen
- Geen opleiding nodig
Nadelen
Einde vakmanschap
- Eentonig werk
- Stress (tempo)
- Onpersoonlijk

Slide 15 - Slide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 4 t/m 8 van §1.1

Slide 16 - Slide

Nieuwe industrieën
De toepassing van elektriciteit maakt veel mogelijk rond 1880
Het is veiliger dan gas of olie en apparaten zijn kleiner
Ook zorgt de chemische industrie voor nieuwe uitvindingen
Kunstmest, waspoeder, plastic etc zijn goedkoop en effectief

Slide 17 - Slide

Nadelen nieuwe industrie
De nieuwe uitvindingen komen ook met nadelen
Milieu
De nieuwe uitvindingen bevatten vaak schadelijke stoffen voor het milieu.
Wapens
De nieuwe industrie wordt ook ingezet om nieuwe wapens te maken. Men beseft niet hoe verwoestend deze zijn.

Slide 18 - Slide

Sociale en culturele veranderdingen
In de moderne massasamenleving verandert veel
Oorzaak
Gevolg
In de steden gaan mensen makkelijk op in de massa
Mensen krijgen meer vrijheid, vrouwen kunnen zich emanciperen
Er komen nieuwe vormen van massamedia
Mensen komen makkelijk in aanraking met nieuwe (politieke) ideeën
Er komen nieuwe vormen van massamedia
Film en fotografie worden uitgevonden
Mensen trekken zich minder aan van de kerk, er komt ontkerkelijking
Kunstenaars willen niet de realiteit, maar het abstracte weergeven

Slide 19 - Slide

Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00

Slide 20 - Slide

Zelfstudie
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 9 t/m 12 van §1.1

Slide 21 - Slide