This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 6
Par 4
Slide 1 - Slide
Herhaling
Renaissance: 1400-1600.
Overgangsperiode tussen de Middeleeuwen en vroegmoderne tijd Veel aandacht voor de Klassieke Oudheid.
1) Wat veranderde er in het mensbeeld?
2) Wat veranderde er in de kunst?
3) Wat veranderde er in het wereldbeeld?
Slide 2 - Slide
Noem een reden waarom de renaissance in Italië begon
Slide 3 - Open question
Noem een verandering in de kunst
Slide 4 - Open question
Noem een gevolg van de ontdekkingsreizen
Slide 5 - Open question
Lesdoelen
Je weet welke kritiek er kwam op de RK-kerk.
Je kent drie mensen die voor de reformatie al kritiek hadden
Je kan twee reformatoren noemen
Je kan drie redenen noemen waarom de reformatie past binnen de renaissance
Je kan het begrip contrareformatie uitleggen en weet in welk deel van Europa de contrareformatie effect had.
Slide 6 - Slide
Je kan drie voorbeelden noemen van misstanden in de RK voor de reformatie
Kritiek:
Machtsmisbruik
Verrijking van de kerk
John Wycliff (Engeland)
Johannes Hus (Tsjechië)
Geert Grote (NL)
Slide 7 - Slide
Wat hoort bij elkaar?
Johannes Hus
John Wycliffe
Geert Grote
Engeland
Bohemen(Tsjechië)
Nederland
Slide 8 - Drag question
Je kan twee reformatoren noemen
Maarten Luther:
Kritiek op de aflaathandel --> schreef 95 stellingen
1) Sola gratia; Alleen door genade
2) Sola fide: Alleen door geloof
3) Sola Scriptura: Alleen door de bijbel.
Paus wilde dat Luther zijn leer herriep --> Luther weigerde en werd in de ban gedaan.
Slide 9 - Slide
Tekstboek
Lees H6 par 4
Maarten Luther
en Reformatie
Slide 10 - Slide
Welke dwaling had veel te maken met de aflaathandel?
A
Door de aflaathandel was het bestaan van het vagevuur belangrijk.
B
Door de aflaathandel gingen veel mensen niet meer tot heiligen bidden.
C
Door de aflaathandel werden de lokale priesters erg rijk.
D
Aflaten mochten alleen door priesters verkocht worden, maar sommige priesters verkochten ambten waardoor ook leken aflaten gingen verkopen.
Slide 11 - Quiz
Waarom stimuleerde de paus de aflaathandel?
Slide 12 - Open question
Zet in de goede tijdsvolgorde van boven naar beneden.
Luther schrijft 95 stellingen
De paus dwingt Luther zijn leer te herroepen
Luther weigert op de Rijksdag zijn leer te herroepen
Paus doet Luther in de ban.
Slide 13 - Drag question
Zijn de zinnen goed of fout? Sleep ze naar het juiste vak
Goed
Fout
Volgens Luther ontvang je geloof niet door goede werken maar door genade.
Luther vroeg zich af: hoe krijg ik een rechtvaardig God? Dit sluit aan bij de manier van denken in de renaissance.
Als een rooms-katholieke gelovige zonden opbiechtte aan de priester werden die door de priester vergeven.
Slide 14 - Drag question
Door goede werken...
A
geloofde men dat je steeds heiliger werd.
B
mocht je lid worden van de kerk.
C
betaalde je mee aan de bouw van de Dom in Utrecht.
D
betaalde je mee aan de bouw van de Dom in Utrecht.
Slide 15 - Quiz
Wat hoort bij elkaar? Let op er blijven er twee over.
Alleen door genade
Alleen door geloof
Alleen door de Bijbel
Sola fide
Sola Gratia
Sola Scriptura
Soli Deo Gloria
Solus Christus
Slide 16 - Drag question
Je kan drie redenen noemen waarom de reformatie past binnen de renaissance
Reformatie past binnen de Renaissance omdat:
Individu werd belangrijk (persoonlijke verhouding met God)
Reformatoren waren humanisten
Kritisch over de echtheid van oude bronnen, wilden terug naar de bron: Bijbel.
Slide 17 - Slide
Je kan het begrip contrareformatie uitleggen en weet in welk deel van Europa de contrareformatie effect had.
Contrareformatie:
Reactie van de RK kerk. Tegengaan van de refomatie door strengere regels en onderwijs
Contrareformatie was een succes in:
1) Frankrijk
2) Italië
Slide 18 - Slide
Tekstboek
Lees H6 par 4
Johannes Calvijn
en
Contrareformatie
Slide 19 - Slide
De rooms-katholieke kerk begreep dat er iets moest gedaan worden aan de misstanden in de kerk. Hoe heet de reactie van de rooms-katholieke kerk om met strengere regels en strenger onderwijs de Reformatie tegen te gaan?
Slide 20 - Open question
De leer van de Rooms-katholieke kerk bleef hetzelfde. Op welk concilie werd 126 keer de vloek over de Reformatie uitgesproken? Het Concilie van:
Slide 21 - Open question
Zijn de zinnen goed of fout? Sleep ze naar het juiste vak
Goed
Fout
Door de boekdrukkunst kon de kritiek op de reformatie snel worden verspreid.
Een gevoel van onzekerheid en de ellendige situatie speelden mee bij het succes van Luthers' 95 stellingen.
Er zijn veel protestanten in Zuid-Europa, omdat de contrareformatie daar geen effect had.
Slide 22 - Drag question
De godsdienstige indeling op dit kaartje is een gevolg van de
Slide 23 - Open question
Met de linker persoon wordt de duivel bedoeld. Wie wordt er met de rechter persoon bedoeld?
Slide 24 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen