3.4

De Republiek in de Gouden Eeuw
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De Republiek in de Gouden Eeuw

Slide 1 - Slide

Deze les
  • terugblik
  • uitleg 3.4
  • blooket  

Slide 2 - Slide


➤Waar of niet waar?

De VOC ging handel voeren met Zuid-Amerika. 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz


➤Waarom was Amsterdam belangrijk in de Gouden Eeuw?
A
Amsterdam was een stapelmarkt
B
In Amsterdam woonde de koning.
C
Toeristen vonden Amsterdam een mooie stad

Slide 4 - Quiz


Een handelaar denkt: Binnenkort komt er weer een schip vol kaas, boter, textiel en vis aan, uit Holland. Die producten kan ik hier voor een goede prijs verkopen! De Hollander zal ook tevreden zijn, want ik heb een mooie partij graan voor hem.’

➤Waar woont deze handelaar? 
A
het Oostzeegebied
B
Zuid-Europa
C
Amerika
D
Indië

Slide 5 - Quiz

Monopolie
A
overheersing van een kolonie om er geld aan te verdienen
B
het geheel van productie en handel in de wereld
C
alleenrecht
D
mensen of bedrijven die hetzelfde willen bereiken als jij

Slide 6 - Quiz

Driehoekshandel WIC
Textiel en wapens
Slaven
Suiker, katoen en tabak

Slide 7 - Drag question

1602
1621
Specerijen
Plantagegewassen
Peper
Koffie
Nootmuskaat
Suikerriet
Suriname
Indonesië
Driehoekshandel

Slide 8 - Drag question

aan het eind van deze les:


  • Je weet wat tolerantie is en kunt verklaren waarom dit positief is voor de welvaart van de Republiek
  • je kunt aan de hand van 2 factoren verklaren waarom er in de Gouden Eeuw verschillende immigranten naar de Republiek trokken
  • je weet wat push- en pullfactoren zijn 

Slide 9 - Slide

geloof en tolerantie
  • calvinistische kerk was de bevoorrechte kerk in de Republiek

  • Katholieken kwamen samen in schuilkerken 

  • Tolerantie: het accepteren van andersdenkenden 

  • Katholieken, Lutheranen en Joden worden 'gedoogd'

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Factoren op immigratie
  • pushfactoren: factoren waarom je emigreert uit een land (wegduwfactoren) 
  •  pullfactoren: factoren die een land aantrekkelijk maken om naar te trekken (aantrekfactoren)

Pushfactoren: armoede, honger, geloofsvervolgingen
Pullfactoren:  werkgelegenheid, welvaart, geloofsvrijheid 



Slide 12 - Slide

Welvaart
  • Tekort aan werklui --> hoge lonen, maar ook hoge prijzen
  • gebruik maken van bedeling: gratis brood (genoeg graan), klompen of turf
  • Hongeroproer was niet van toepassing in de 17e eeuw 

Slide 13 - Slide

handel en tolerantie
Tolerantie was vooral handig in politiek en economisch opzicht. Bijvoorbeeld:
  • Tolerant zijn tegenover indianen --> bondgenoot tegen Portugezen
  • Tolerantie tegenover katholieke Portugezen in Brazilië 
  • Tolerant zijn tegenover Joodse vluchtelingen uit Antwerpen --> kennis en geld in de Republiek 

Slide 14 - Slide

Wetenschap en tolerantie 
Dankzij de tolerantie in de Republiek ontstond er veel vrijheid van denken. Hierdoor waren natuurwetenschappelijke onderzoeken mogelijk. Uitvinden werd een rage. Bijvoorbeeld:
  • de microscoop van Antoni van Leeuwenhoek
  • Het slingeruurwerk van Christiaan Huygens 

Slide 15 - Slide

Baruch de Spinoza 
  • filosoof
  •  De bijbel is door mensen bedacht: God is geen persoon, maar zit in elk stukje natuur

  • Denken vanuit de Ratio (vestand) --> rationeel denken / rationalisme 

  • Wetenschappelijke revolutie nadat zijn werk vanuit het Latijn was vertaald 

Slide 16 - Slide