ML_Criminaliteit2

1 / 34
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

3. Noem drie verschillen tussen een overtreding en een misdrijf:

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide


7.

7. Stel, je werkt in een winkel en je wordt overvallen. Geef een vb van een materieel en niet-materieel gevolg.

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

10. Is de aanslag in Utrecht een vb van plaatsgebonden criminaliteit? Ja/nee, leg uit.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Huiswerk nakijken
Na de Meet-les plaats ik de presentatie op classroom. 
Daar vind je de antwoorden van de overige vragen die we niet behandeld hebben.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat zouden die risicofactoren kunnen zijn? Noem minstens drie risicofactoren.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Wat betekent normvervaging? Wat betekent sociale controle? Wat hebben deze 2 met elkaar te maken?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Bepaalde groepen in de samenleving komen vaker voor in de misdaadstatistieken. Welke?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Zijn bepaalde bevolkingsgroepen met een migratieachtergrond crimineler dan andere groepen?

Slide 22 - Open question

Is het een taboe om hierover te spreken?

Slide 23 - Open question

Is het belangrijk om etnische kenmerken in daderprofielen te benoemen?

Slide 24 - Open question

Etnisch profileren
Is het gebruik door de politie van criteria of overwegingen omtrent 'ras', huidskleur, etniciteit, nationaliteit, taal en religie bij opsporing en rechtshandhaving – zowel op operationeel als organisatorisch niveau – terwijl daarvoor geen objectieve rechtvaardiging bestaat.

Slide 25 - Slide

Wat betekent dit?
Dat vooroordelen bij zowel burgers als politie een rol spelen in het beoordelen van wie verdacht is en wie niet!

Slide 26 - Slide

Wat is het risico van etnisch profileren?

Slide 27 - Open question

Stereotype
Vaststaand beeld dat je hebt over een hele 
      groep mensen.  
Dat betekent dat je iemand beoordeelt op niet wie hij is, maar naar de groep waar hij zogenaamd toe behoort.

Slide 28 - Slide

Hoe zou jij op basis van statistieken iets gezegd willen zien?
A
1 op de 10 jongeren is crimineel en heeft een migrantenachtergrond
B
Meer dan 96% van mensen met migratie-achtergrond is niet verdacht

Slide 29 - Quiz

Op basis van statistiek kan je zeggen:
Beide beweringen kunnen waar zijn, 
maar hebben een ander effect op de wijze waarop we naar elkaar kijken.  


Slide 30 - Slide

Let op!
 We hebben over verdachten van criminaliteit en niet over veroordeelde criminelen. 
 

Slide 31 - Slide

Onterecht verdacht
Uit onderzoek naar etnisch profileren weten we ook dat bijvoorbeeld Nederlanders met een niet-weserse migratieachtergrond vaker onterecht verdacht zijn dan autochtone Nederlanders.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

More lessons like this