Vraagzinnen

Poser des questions 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Poser des questions 

Slide 1 - Slide

Poser des questions

Op welke 3 manieren maak je zinnen vragend in het Frans (zonder vraagwoorden)?

1.


2.


3.


timer
3:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Poser des questions

Op welke 3 manieren maak je zinnen vragend in het Frans (met  vraagwoorden)?

1.


2.


3.


timer
3:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is / wat zijn
quel est (man/enkelv)
quels sont (man/meerv)
quelle est (vrouw/enkelv.)
quelles sont (vrouw / meerv)

Slide 8 - Slide

Welke vraag is niet juist?
A
Tu as regardé cette série?
B
Est-ce que tu as regardé cette série?
C
As-tu regardé cette série?
D
As-t-tu regardé cette série?

Slide 9 - Quiz

Maak de volgende zin op drie manieren vragend: 'On peut entrer par cette porte.'

Slide 10 - Open question

Welke vraagzin is niet juist?
A
Tu vas où?
B
Est-ce que tu vas où?
C
Où est-ce que tu vas?
D
Où vas-tu?

Slide 11 - Quiz

Maak de volgende vraag op nog twee andere manieren vragend: 'Ils arrivent quand?'

Slide 12 - Open question

________ est ta chanson préférée?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 13 - Quiz

Evaluatie 1
Kun je nu antwoord geven op deze vragen?
Ik kan op drie manieren een zin vragend maken, namelijk:
1.
2.
3.

Slide 14 - Slide

Evaluatie 2
Ik kan het Nederlandse woordje "WAT" vertalen met
1. Qu'est-ce qui als het de functie van ... heeft.
2. Qu'est-ce que als het de functie van ...heeft.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link