Mosselpracticum

PO onderdeel het mosselpracticum
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

PO onderdeel het mosselpracticum

Slide 1 - Slide

Leerdoel
  • Je kunt een practicum uitvoeren 
  •  Tekeningen maken van de mossel
  • Je kunt de verschillende onderdelen van de mossel en hun  functie benoemen

Slide 2 - Slide

De mossel
De mossel heeft een schelp als bescherming van zijn zachte delen. Mossels zijn namelijk een gelieft hapje van scholeksters en eidereenden. 

Deze schelp is gemaakt van kalk en heeft aan de binnenkant een laagje parelmoer. 


Slide 3 - Slide

Mosselbank
Mosselen leven in zee. Om niet weg te spoelen zetten ze zich vast met zelfgemaakte draden. De draden plakken ze bijvoorbeeld vast aan stenen of aan elkaar. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Ontledingspracticum
Wanneer je iets uit elkaar haalt, noem je dat ontleden. Dit wordt ook wel eens dissectie genoemd. 

We gaan een mossel ongeveer op deze manier bekijken. Het gaat vooral om de bouw van de mossel. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat ga je doen?
De eerste tekening: het buitenaanzicht van de mossel. Leg de mossel zo neer dat je de elastische slotband kunt zien en een schelp. Je kan ook de groeistrepen zien op schelp. Teken deze ook nauwkeurig.

Bladzijde 

Slide 8 - Slide

De tweede tekening
 Maak vervolgens een tekening van de opengeklapte schelp. Teken de kant waar de mossel niet zit. 

Slide 9 - Slide

De derde tekening
Maak een tekening van de mossel in de schelp. 

Slide 10 - Slide

Tekeningen klaar? En dan.......
  • Opruimen practicum materiaal
  • Maken werkblad: Praktische opdracht deel 2

Slide 11 - Slide

Deel 1, de tekenregels
Je tekent je tekeningen in het boekje. 

Zorg er voor dat je de ruimte neemt. Vul minimaal 75% van  het kader. 

Gebruik alleen een scherp HB potlood. Teken niet met stift of pen. Neem morgen dus een goed potlood mee!

Slide 12 - Slide

Tekenregels
A: teken nette lijnen. Schets niet!

B: Arceer niet om op te vullen, teken natuurgetrouw of schematisch (kijk naar de opdracht om te weten wat je moet doen). 

C: Teken netjes alle onderdelen, kleur niet alles zomaar in. 

Slide 13 - Slide

Tekenregels
Teken wat je ziet! 
Teken niet wat je denkt te moeten zien. Niet elk preparaat is hetzelfde en lijkt precies op het plaatje in het boek. 

Maar teken wel nauwkeurig. Wij kunnen zien hoeveel tijd je aan een tekening hebt besteed. 

Slide 14 - Slide

Tekenregels
Trek nette lijntjes met je geodriehoek (meenemen dus!)

Trek ze door tot in het kader aan de rechterkant, schrijf daar de naam van het onderdeel. 

Slide 15 - Slide

Tekenregels
Benoem je tekening. Zet dit in het kader boven je tekening. 

Naam en eventuele vergroting. 

Slide 16 - Slide