H2 Unité 4 start 2024

Bienvenu(e)s! Fijn je weer te zien!

1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bienvenu(e)s! Fijn je weer te zien!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Bonnes résolutions
Au début de chaque année, beaucoup de personnes prennent de bonnes résolutions. Lisez à haute voix les résolutions sur les post-its et traduisez-les.
 Aan het begin van ieder jaar, hebben velen goede voornemens. Lees de goede voornemens op onderstaande post-its hardop voor en vertaal deze.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Répondez au question en français


Et vous, quelle résolution as-tu pris? 


Slide 5 - Slide

Lesdoelen/buts

- ik ken het werkwoord mettre
- ik ken het werkwoord prendre
- ik weet hoe ik het werkwoord op -er moet vervoegen 
- ik kan een bijvoeglijk naamwoord correct gebruiken in een Franse zin

Slide 6 - Slide

Tips om werkwoorden te leren
- rijtje opschrijven - net zo lang totdat je het kent
- liedje/rap (vincent le grenouille)
- Verbuga: online werkwoord oefenprogramma
- WRTS/Quizlet etc.
- Spelvorm (ganzenbord, dobbelsteen, memory,etc. )

Slide 7 - Slide

Wat ga je doen?
Je gaat het werkwoord mettre oefenen/leren 
Over 5 minuten gaan we testen hoe goed dit gelukt is!

Slide 8 - Slide

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Ik begrijp het nog niet voldoende
Ik begrijp het maar ik moet het nog leren
Ik begrijp het maar wil nog meer oefenen
Ik begrijp het goed

Slide 9 - Poll

basisregel

Slide 10 - Slide

uitzonderingen

Slide 11 - Slide

Let op!
Totaal anders:
mnl               vrl               mv m            mv v             m met klinker/h
vieux           vieille         vieux             vieilles        vieil   (oud)
nouveau   nouvelle    nouveaux   nouvelles   nouvel   (nieuw)
beau           belle            beaux          belles           bel   (mooi)

Slide 12 - Slide

Wat is "normaal gesproken" de plaats van het bijvoeglijk naamwoord in de Franse zin?

Slide 13 - Open question

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Les pattes rouge
B
Les pattes rougees
C
Les pattes rouges
D
Les rouges pattes

Slide 14 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
La plage beau.
B
La beau plage.
C
La plage belle.
D
La belle plage.

Slide 15 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
C'est un appartement vieille.
B
C'est un appartement vieux.
C
C'est un vieil appartement
D
C'est un vieux appartement.

Slide 16 - Quiz

Wat is niet de goede vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Je suis une jaloux fan
B
j' ai passé une bonne soirée
C
c' est une petite chambre
D
c'est une robe blanche.

Slide 17 - Quiz

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • lezen introductie Unité 4
  • vocabulaire apprendre 1
  • regarder vlog, ex 1 et 2

Slide 18 - Slide

  • i-pad weg
  • boek B p. 8
  • vocabulaire p 36

Slide 19 - Slide