Introductie & 1.1 Industrie wereldwijd

1 / 41
next
Slide 1: Video
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quiz, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Tm 1:46 laten afspelen. 
WELKOM!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij industrie?

Slide 5 - Slide

Industrie zijn fabrieken.
In een fabriek maak je van een grondstof een product. Bijvoorbeeld van hout een tafel.
Of van katoen kleding.
Vroeger had je een iemand die boer was, een iemand die smit was, een schoenmaker. Maar, al deze mensen deden er lang over om één tafel/schoen etc te maken. In een fabriek werd dit lopende band werk. Alles ging veel sneller, machines gingen het werk overnemen. 

Blz. 10-11
1.1 Hoe ontstond de industrie?

Slide 6 - Slide

Industrie zijn fabrieken.
In een fabriek maak je van een grondstof een product. Bijvoorbeeld van hout een tafel.
Of van katoen kleding.
Vroeger had je een iemand die boer was, een iemand die smit was, een schoenmaker. Maar, al deze mensen deden er lang over om één tafel/schoen etc te maken. In een fabriek werd dit lopende band werk. Alles ging veel sneller, machines gingen het werk overnemen. 
Tijd van burgers en stoommachines 1800-1900

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De tijd vóór de Industriële Revolutie
Door de nieuwe uitvindingen en machines veranderde het leven van de mensen. 

We noemen deze periode daarom de moderne tijd. 
De moderne tijd

Slide 8 - Slide

Bij veel boeren families deden de vrouwen dit thuis. Dit zorgde voor veel kleine bedrijfjes. De textiel werd vervolgens weer verkocht aan een kleermaker/arbeider die de textiel deed kleuren. 

Boeren eerst in de winter daarna het gehele jaar door. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

timer
5:00
Aan het werk
Individueel in stilte 

5 min

Eerder klaar? Lees blauwe leerstofstukje blz. 10

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De tijd vóór de Industriële Revolutie
Vanaf 1750 zijn er verbeteringen op de landbouw en neemt de bevolking toe in Engeland.

Katoen
: Materiaal (grondstof) wat wordt gebruikt voor het maken van kleding.

Koopmannen kopen het katoen op.
Boeren en ambachtslieden maken van dat materiaal textiel.
Een katoenplantage in de Amerika
Slaven
Katoenplant
De tijd vóór de industriële revolutie

Slide 11 - Slide

Andere grondstoffen
hout -->
Katoen --> textiel
Aardolie --> benzine
De tijd vóór de Industriële Revolutie
Huisnijverheid: In je eigen huis producten maken zoals textiel.


Textiel: Stukken/lappen stof waar uiteindelijk kleding van wordt gemaakt.


Veel kleine bedrijfjes die het hele 
jaar door werken.
Een spinnenwiel
Textiel
Een familie die katoen spint
Eind 18e eeuw
Heel de familie werkte mee.
De tijd vóór de industriële revolutie

Slide 12 - Slide

Van dat katoen wordt een draad gemaakt door middel van een spinnenwiel (denk aan Doornroosje)

Als je die draad  hebt, kan je veel draden naast elkaar spannen en die weven. Met behulp van een weefgetouw. Als je al die draden aan elkaar hebt vastgemaakt heb je textiel (een stof) daar kun je dan weer lakens en kleding van maken. 

Bij veel boeren families deden de vrouwen dit thuis. Dit zorgde voor veel kleine bedrijfjes. De textiel werd vervolgens weer verkocht aan een kleermaker/arbeider die de textiel deed kleuren. 
De tijd vóór de Industriële Revolutie
Huisnijverheid: In je eigen huis producten maken zoals textiel.


Textiel: Stukken/lappen stof waar uiteindelijk kleding van wordt gemaakt.


Veel kleine bedrijfjes die het hele 
jaar door werken.
Een spinnenwiel
Textiel
Een familie die katoen spint
Eind 18e eeuw
Heel de familie werkte mee.
De tijd vóór de industriële revolutie

Slide 13 - Slide

Van dat katoen wordt een draad gemaakt door middel van een spinnenwiel (denk aan Doornroosje)

Als je die draad  hebt, kan je veel draden naast elkaar spannen en die weven. Met behulp van een weefgetouw. Als je al die draden aan elkaar hebt vastgemaakt heb je textiel (een stof) daar kun je dan weer lakens en kleding van maken. 

Bij veel boeren families deden de vrouwen dit thuis. Dit zorgde voor veel kleine bedrijfjes. De textiel werd vervolgens weer verkocht aan een kleermaker/arbeider die de textiel deed kleuren. 

Huisnijverheid = je eigen huis producten maken zoals textiel.  Als aantekening laten opschrijven boven de blauwe tekst. 
De tijd vóór de Industriële Revolutie
Kleermaker: de koopman haalde de lappen stof op en liet het verven. Daarna bracht hij het naar de kleermaker. 
Een kleermakerij eind 18e eeuw
De tijd vóór de industriële revolutie

Slide 14 - Slide

Bij veel boeren families deden de vrouwen dit thuis. Dit zorgde voor veel kleine bedrijfjes. De textiel werd vervolgens weer verkocht aan een kleermaker/arbeider die de textiel deed kleuren. 

Boeren eerst in de winter daarna het gehele jaar door. 

Slide 15 - Slide

Eventueel tekenen. 

  • Een plantage met katoen (vak tekenen met plantjes)
  • Handelaar/koopman brengt het naar boeren families. Daar heb je een spinnenwiel en weefgetouw
  • Als de lappen klaar waren bracht de handelaar het naar een kleermaker.
  • Lees zelfstandig het blauwe leerstofstukje 'thuis aan het werk' op blz. 10
  • Markeer belangrijke woorden. 
  • Maak daarna opdracht 2 + 3 bladzijde 11. 

Eerste 5 minuten individueel in stilte. 
Daarna 5 minuten samenwerken. 
Aan de slag! 
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Bij veel boeren families deden de vrouwen dit thuis. Dit zorgde voor veel kleine bedrijfjes. De textiel werd vervolgens weer verkocht aan een kleermaker/arbeider die de textiel deed kleuren. 

Boeren eerst in de winter daarna het gehele jaar door. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

WELKOM
Ga rustig zitten
Pak je boek (A)
Neem voor je blz. 10-11
 



Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Planning van vandaag
  • Herhaling vorige les
  • Opdracht 2 + 3 blz. 11 controleren. 
  • Nieuwe uitleg
  • Filmpje  
Planning van vandaag

Slide 19 - Slide

Weten jullie nog wat een paragraaf is? 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hoe ontstond de industrie?
  • Het achtste tijdvak duurde van 1800 tot 1900 en heet:
  •  Tijd van burgers en stoommachines

  • Hoe werkten, kooplieden, boeren-families en ambachtslieden samen?
Kooplieden leverden ruw textiel. Boerenfamilies sponnen en weefden hier stof van. Ambachtslieden kleurden het textiel.

  • De komst van (kleine) bedrijfjes en een moderner leven is de start van:  
  • De moderne tijd.

Slide 21 - Slide

Hierna opdracht 2 + 3 controleren
Samen lezen + markeren blz. 11

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

De tijd vóór de industriële revolutie
Oude energiebronnen
1. Spierkracht
2. Dierkracht
3. Waterkracht
4. Windkracht

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

= machine die alle andere energiebronnen kon vervangen

Hoe werkte het?
  • Water warm maken met steenkool
  • Ontstaan stoom
  • Door druk van stoom ging machine draaien

Stoommachine moest van ijzer zijn. Waarom?




Nieuwe energiebron: stoommachine

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Welk begrip hoort erbij?
  • Spierkracht, windkracht en steenkool leveren energie. Dat zijn dus ook:
  • Energiebronnen

  • Welke machines worden vanaf 1780 veel gebruikt om apparaten in beweging te zetten?
  • Stoommachines

  • Fabrieken werden gebouwd door:
  • Ondernemers

Grondstoffen en producten uit fabrieken werden vervoerd via nieuw aangelegde:
  • Spoorwegen en kanalen


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Planning van vandaag
  • Maak individueel in stilte opdracht 4 + 5 bladzijde 12. 
  • Lees + markeer daarna het blauwe leerstof stukje 'ook industrie in Nederland?' blz. 13. 
  • Maak daarna opdracht 6 + 7 blz. 13
Aan het werk!
timer
10:00

Slide 28 - Slide

Weten jullie nog wat een paragraaf is? 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Planning van vandaag
  • Opdracht 4,5,6,7 controleren. 
  • Opdracht 8 klassikaal maken. 

Controleren 

Slide 31 - Slide

Weten jullie nog wat een paragraaf is? 

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Ga rustig zitten op je mentorplek
Pak je naamkaartje
Neem voor je blz. 12

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

  • Wat is energie?
  • Welke energiebronnen heb je? 
  • Hoe veranderde de productie?
  • Hoe ontstonden de eerste fabrieken?
De vorige les...

Slide 35 - Slide

Energie = iets wat kracht op wekt/ in beweging brengt.

Nieuwe energiebron/uitvinding: de stoom machines. 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Industriële Revolutie
Stoommachine werd in fabrieken gebruikt --> machines aandrijven

Machines konden sneller werken dan mensen (spierkracht) en dus meer katoen spinnen...

= snelle verandering 
= Revolutie
Industriële revolutie 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

De huisnijverheid kon de snelheid van de industrie niet bijhouden...
... de boeren kwamen zonder werk te zitten en gingen naar de stad, om daar in de fabrieken te werken.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Werken in de fabriek
Werkgevers hadden werknemers in dienst.
  • Mannen, vrouwen én kinderen (kinderarbeid)
  • Lang en hard werken, weinig loon

Wat voor problemen ontstonden er door de komst van fabrieken?
Werken in de fabriek

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Video

Histoclip: Industriële revolutie 

(Kijk op de M&M drive voor video vragen + antwoorden) 
Maak opdracht 9 t/m 12. 

Je mag rustig overleggen. 


Aan het werk!
timer
8:00

Slide 41 - Slide

Energie = iets wat kracht op wekt/ in beweging brengt.

Nieuwe energiebron/uitvinding: de stoom machines.