This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wellekom bè Neidâhles
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Als je niest komt er yoghurt uit je neus.
In de lift dicht tegen iemand aan staan.
Slide 4 - Poll
Ri-ra-rebus
Slide 5 - Slide
Vul hier jouw oplossing van de rebus in.
timer
1:00
Slide 6 - Open question
Oplossing rebus
Dat wil zeggen, een kind is met een kleinigheid snel tevreden.
Slide 7 - Slide
Wat je in deze les leert ... §4.10 Media en onderzoek
Het verschil tussen Standaardnederlands en dialect
Diagnostisch toetsje hoofdstuk 4 zinsdelen, woordsoorten en spelling
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Taalvariatie in Nederland
Standaardnederlands
Fries
Nedersaksisch
+
dialecten en regiolecten
+
groepstalen
Slide 10 - Slide
Wat is jouw moedertaal of thuistaal?
Slide 11 - Mind map
Standaardtaal
Elk land heeft een standaardtaal. Een kenmerk is dat deze is vastgelegd in regels. Die kan je terugvinden in woordenboeken, grammatica's en boeken.
Standaardtaal wordt gebruikt in het openbare leven, zoals in de media, het onderwijs of de overheid. We noemen de standaardtaal in Nederland 'Standaardnederlands' of 'Algemeen Nederlands' . Het Fries is onze tweede standaardtaal Van ongeveer 23 miljoen mensen is het Nederlands de moedertaal. Dat is de taal die je in je jeugd van je ouders leert.
Slide 12 - Slide
In hoeveel en welke landen is het Standaardnederlands een officiële taal?
Slide 13 - Mind map
Antwoord: 6 landen
Nederland
België
Suriname
Aruba
Curaçao
Sint Maarten
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Spreek je dialect?
ja
een beetje
nee
Slide 17 - Poll
Dialect
Een dialect is een taal die in een bepaald gebied wordt gesproken.
Het dialect heeft eigen woorden, grammaticale regels en verschilt
in de uitspraak van het Standaardnederlands.
Ze wordt meestal alleen gesproken en niet geschreven.
In Nederlands en Vlaanderen zijn zo'n 25 hoofddialecten.
Slide 18 - Slide
0
Slide 19 - Video
Regiolect
Regiolect is een regionale variant
van de standaardtaal, en eigenlijk een streektaal.
Dat is bijvoorbeeld het Brabants en Gronings
of een stadsdialect zoals het Haags.
Deze taalvariant wijkt af van de standaardtaal
in uitspraak en (soms) in woordenschat.
Ook regiolect is alleen een spreektaal.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Spreek je anders met je vrienden dan met je docenten en ouders en/of verzorgers?
Daltontaak week 15, lezen of de boekverweringsopdracht
Slide 26 - Slide
Wat weet je nu?
Taalvariatie:
Standaardnederlands, dialect en groepstaal
Slide 27 - Slide
Einde van de les
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Als je niest komt er yoghurt uit je neus.
In de lift dicht tegen iemand aan staan.
Slide 31 - Poll
Wat je in deze les leert ... §4.10 Media en onderzoek
Wat is Nedersaksisch?
Diagnostisch toetsje hoofdstuk 4 zinsdelen, woordsoorten en spelling
Slide 32 - Slide
Taalvariatie
Slide 33 - Slide
Taalvarianten
Standaardtaal is de taal die geldt als norm in een land, de officiële spreek- en schrijftaal, zoals het Standaardnederlands en Fries.
Dialect is en streektaal. Een dialect verschilt van de standaardtaal in spelling, woordenschat, zinsbouw en uitspraak, zoals het Zeeuws en Twents.
Regiolect is een regionale variant van de standaardtaal, zoals het Brabants en Gronings. Deze wijkt af van de standaardtaal in uitspraak en (soms) in woordenschat.
Groepstaal is een variant van de standaardtaal gesproken door een sociale groep, zoals jongerentaal, sporttaal, vaktaal en verschilt in uitspraak en spelling.
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Video
Zijn dialecten en standaardtalen volwaardig aan elkaar? Licht je antwoord toe.
Slide 36 - Open question
Wat?
Maak de diagnostische toets Grammatica en Spelling hoofdstuk 4
Hoe?
Talent online of leerwerkboek B
Hulp?
Boek, theorie online, klasgenoot, Straver
Resultaat?
Bespreken in de klas
Leerdoel?
Niveau beapalen
Klaar?
Daltontaak week 15, lezen of de boekverweringsopdracht