VTH basistraining les 2

1 / 32
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
  • kan je het verschil benoemen tussen subcutaan en intramusculair injecteren
  • Kan je vertellen wat geschikte injectieplaatsen zijn 
  • Kan je de verschillende materialen die gebruikt worden bij injecteren herkennen
  • Heb je het injecteren geoefend




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Injectienaalden
  • Diverse lengtes en diktes​
  • Gebruik van veilige naalden is verplicht​
  • Kleurcodering zegt iets over de diameter/dikte (Gauge) van de naald​ 
  • Voor elke injectiemethode gebruik je andere lengte en diameter​
  • Lengte is ook afhankelijk van de cliënt ​


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Kant en klare injectie
luchtbel niet verwijderen  
Kant en klare injecties
Luchtbel niet verwijderen

Slide 5 - Slide

De luchtbel zorgt ervoor dat alle medicatie gespoten wordt en er niets achterblijft in de naald
Bij subcutaan injecteren, dan injecteer je ...
A
In de spier
B
in de huid
C
in een ader
D
in het onderhuids vetweefsel

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Denk aan....
De regel van 5
Dubbele controle
Voorbehouden handeling/Uitvoeringsverzoek
Veilige naalden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Injecteren subcutaan
Parenterale toediening van medicatie
(komt niet in maag/darmstelsel)
Snelle werking



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Injectiegebieden 
buik rondom de navel
       ● billen, het bovenste deel 
  • buitenkant bovenarm
   ● buitenzijde bovenbeen



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

complicaties subcutaan injecteren 

● hematoom
● allergische reactie op de medicatie
● infectie door onvoldoende hygiënisch werken
● flauwvallen bij prikangst

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De kleur van de naald geeft informatie over de lengte van de naald
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Diabetes
Hoe zat het ook al weer?

Type 1
Type 2

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten
  • Dubbelcheck!
  • zorgvragers gebruiken soms meerdere soorten insuline: controleer dus goed of je de juiste insuline toedient
  • vervang bij troebele insuline de patroon bij 12 IE want dan mengt het niet meer goed;
  • dien insuline op kamertemperatuur toe;
  • laat naald na inspuiten 10 sec. zitten;
  • niet inmasseren want dit kan de werking beïnvloeden

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Intramusculair injecteren

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Redenen I.M. injecteren
Snelle opname
Grote hoeveelheid
Irriterende stoffen (goud injecties/AB)

Loodrechttechniek
Rangeertechniek

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Op welke plaatsen mag je intramusculair injecteren?
A
buik, bovenbeen en bil
B
bovenarm, bil en buik
C
bovenarm, bilspier, bovenbeen
D
onderarm, bilspier en bovenbeen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de reden dat je de zuiger iets terugtrekt nadat je de naald intramusculair hebt geplaatst?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Waar let je op bij het bepalen van een prikplaats?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Hoe bepaal je het bovenste buitenste bilkwadrant?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Rekenen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Zorgvrager krijgt 75mg pethidine (pijnstiller). Je hebt een ampul met 50mg/ml. Hoeveel ml moet je toedienen?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Zorgvrager moet 3mg Haldol hebben. Je hebt een ampul van 5 mg/ml. Hoeveel moet je injecteren?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Zorgvrager krijgt 700mg amoxicilline.
Je hebt een ampul met poeder voor injectie 1000mg. Op te lossen met water voor injectie 5 ml.
Hoeveel ml dien je toe?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

uitkomsten
som 1
50mg/ml is 50 mg per 1 ml
25 mg is 0.5 ml
75 mg is dus 1,5 ml
som 2
5mg/ml
1 mg is 0.2 ml
3 mg is 06 ml

som 3
1000 mg /5 ml
200 mg / 1 ml
700 mg / 3.5 ml

Slide 32 - Slide

This item has no instructions