2THM - Bijvoeglijk nmw.

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-4

Vorm van het bijvoeglijk naamwoord

 het bijvoeglijk naamwoord

Salut classe 2m.

Deze LessonUp is informatief maar ........

 Je krijgt een cijfer over de vragen die je kunt maken. 

Je mag hierbij je boek gebruiken en overleggen.

Het cijfer telt mee als cijfers voor je mini toetsjes.

Doe er je voordeel mee. 

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over

1. het werkwoord
2. het lidwoord
3. het zelfstandig naamwoord
4. het aanwijzend vnw

Waar past het bijvoeglijk naamwoord zich aan ?

1. Bijwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Voorzetsel
4. Lidwoord

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord (blz. 161)

Zelfstandig naamwoord is:	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	-	+e
meervoud	+s	+es
	voorbeeld	voorbeeld
enkelvoud	Il est petit	Elle est petit e
meervoud	Ils sont petit s	Elles sont petit es

Welke letter komt er achter het bijvoeglijk naamwoord als het zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud is?

1. e
2. s
3. es
4. se

Welke letter komt er achter het bijvoeglijk naamwoord als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is?

1. es
2. se
3. e
4. s

Welke letters komen er achter het bijvoeglijk naamwoord als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk meervoud is?

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Jacqueline est une fille ......

1. français
2. française
3. françaises

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. Il porte un pull noir.
2. Il porte un pull noire.
3. Il porte un pull noirs.
4. Il porte un pull noires.

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Marco habite dans une .... maison

1. grand
2. grande
3. grands
4. grandes

Vaak kun je in een zin zien of een woord mannelijk of vrouwelijk is; Marc porte un pull noir. Aan het woord 'un' kun je zien dat 'pull' mannelijk is .

Als je het niet zeker weet van een woord kun je gaan naar www.mijnwoordenboek.nl. Als je hier het Franse woord invult, zie je achter het woord een (v) of een (m) staan. Nu weet je alsnog of het woord mannelijk of vrouwelijk is. Let op; je kijkt naar de (v) achter het Franse woord.
Lunettes is dus vrouwelijk.

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. Elle porte les lunettes verts.
2. Elle porte les lunettes vert.
3. Elle porte les lunettes verte.
4. Elle porte les lunettes vertes.

Ma soeur est ...

1. content
2. contents
3. contentes
4. contente

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -e of -s (blz. 162)

Eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een -e? 

Dan krijgt het geen extra e bij de vrouwelijke vorm.

un garçon timide - une fille timide

Eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een -s? Dan krijgt het geen extra s bij de mannelijke vorm in het meervoud.

un éléphant gris - des éléphants gris

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. la table jaune
2. la table jaun
3. la table jaunee
4. la table jaunes

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. les chats griss
2. les chats grises
3. les chats grie
4. les chats gris

onregelmatige vormen(blz 70)

goed: bon, bons , bonne, bonnes 
mooi: beau, beaux, belle, belles
nieuw: nouveau, nouveaux, nouvelle, nouvelles
oud: vieux, vieux, vieille, vieilles

Wat is het meervoud van:
"le beau garçon"?

1. les beau garçons
2. les beaus garçons
3. les beaux garçons
4. les beauxs garçons

une (oude) vache

1. vieux
2. vieille
3. vieilles

deux (nieuwe) filles (meisjes)

1. nouveau
2. nouveaux
3. nouvelle
4. nouvelles

Vorm van het bijvoeglijk naamwoord

2. Plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord - plaats (blz 71)

In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.

Bijvoorbeeld: le pull bleu, le garçon hollandais, la fille heureuse, l'attraction dangereuse etc...

Het bijvoeglijk naamwoord - plaats

De volgende bijvoegelijke naamwoorden komen voor het zelfstandig naamwoord:                                      

1.  beau = mooi
2.  bon = goed/lekker
3. grand = groot
4. petit = klein

5 vieux = oud

6 nouveau = nieuw

GRAND en PETIT zijn de enige bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord komen.

1. 
2. 

Achter het zelfstandig naamwoord

Voor het zelfstandig naamwoord

grande

français

gros

sportive

mauvais

long

noir

dangereux

bon

jaloux

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Wat is de juiste zin?

1. Monsieur Reinstra est un monsieur vieux
2. Monsieur Reinstra est un vieux monsieur

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Wat is de juiste zin?

1. Elle est une chanteuse française.
2. Elle est une française chanteuse.

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Wat is de juiste zin?

1. Mehmet est un garçon française.
2. Mehmet est un français garçon.
3. Mehmet est un française garçon.
4. Mehmet est un garçon français.

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Wat is de juiste zin?

1. C'est un YouTubeur populaire.
2. C'est un populaire YouTubeur.

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Wat is de juiste zin?

1. Elle porte un jean nouveau.
2. Elle porte un jean nouvelle.
3. Elle porte un nouvelle jean.
4. Elle porte un nouveau jean.

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Wat is de juiste zin?

1. C'est un film intéressante.
2. C'est un intéressant film.
3. C'est un film intéressant.
4. C'est un intéressante film.

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Wat is de juiste zin?

1. Ce sont des photos jolies.
2. Ce sont des jolis photos.
3. Ce sont des jolies photos.
4. Ce sont des photos jolies.

Hélas, c'est fini.

Helaas lieve mensen, het feest zit er alweer op.

Lever je toets digitaal bij mij in.

Volgende week is de 1 toets over apprendre ABCD.

De woordjes van A en B moet je ook kunnen schrijven in het Frans. De zinnen enkel vertalen naar het Nederlands toe. 

Heb je vragen? Kom ze gerust nog aan mij stellen. 

De rest van de tijd mag je oefenen voor de toets of ......?