Grammatica 1.7

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Grammatica paragraaf 1.7

Donderdag 19 september 2024

Wat weet je nog van zinsontleden?

Waarom leren we zinsontleding?

Zinsdeel

Zin

Waarom zinsontleding -> vergl. met taart: ingrediënten zijn zinsdelen, taart is hele zin. Ingrediënten en kennis erover zijn nodig voor goed eindproduct

Zinsdeel

Zin

Proces van zinsontleden zelf: van taart (zin) terugredeneren naar ingrediënten (zinsdelen)

Zinsdelen

Een woord of een groep woorden die bij elkaar horen.

Alle zinsdelen samen zijn nodig om de zin kloppend te maken.

Doe de zinsdeelproef: zet een zinsdeel voor de persoonsvorm. Klopt de zin nog? Dan is het een zinsdeel!

Persoonsvorm

Is een werkwoord. 

Verandert  als de tijd van de zin verandert.

Er is maar een persoonsvorm per zin.

Zet de zin in een andere tijd. De persoonsvorm verandert mee.

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin:

Hij heeft nooit zijn huiswerk gemaakt.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Werkwoordelijk gezegde

Dit zijn alle werkwoorden in de zin.

Persoonsvorm + alle andere werkwoorden

Onderwerp

Diegene die de persoonsvorm uitvoert of ervaart.

Wie of wat + werkwoordelijk gezegde?  Het antwoord  op de vraag is het onderwerp.

Lijdend voorwerp

Speelt een bijrol in de zin.

Komt niet in elke zin voor!

Begint nooit met 'op', 'in', 'naar', 'bij', 'met'. 

Wie of wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? Het antwoord op de vraag is het lijdend voorwerp.

Wat is hier het lijdend voorwerp:

De leraar zette ons aan het werk.

1. De leraar
2. Ons
3. Aan het werk
4. Het werk

Stappenplan zinsontleden

1. Vind de persoonsvorm
2.  Zet strepen tussen zinsdelen
3. Vind het werkwoordelijk gezegde
4. Vind het onderwerp
5. Vind het lijdend voorwerp

Aan de slag!

Zelf maken: paragraaf 1.7

Vragen? Vinger opsteken!

Ik weet nog niet wat ze kunnen doen als ze klaar zijn met de paragraaf. Verder met 2.7? Of een ander onderwerp dan grammatica?

Huiswerk

Maak paragraaf 1.7 af.