Vervolgens is hij met weinig/een paar soldaten door de openstaande poort de stad dapper binnengedrongen. Daar heeft hij dicht bij de muren een brandend stuk hout gezien en [het] gegrepen, waarmee hij enkele huizen in brand heeft gestoken. De angstige bewoners hebben hun huizen verlaten, terwijl ze riepen 'Er zijn Romeinen in de stad! Ze hebben de stad in brand gestoken!'
Hic clamor auxit animum Romanorum, sed turbavit Volscos.
Ei putantes Romanos oppidum cepisse statim redierunt.
Ita Romani virtute unius viri Coriolos expugnare potuerunt.
Ideo forti Gn. Marcio postea cognomen Coriolanus fuit.
Dit geschreeuw heeft de moed van de Romeinen vergroot, maar de Volsci in verwarring gebracht. Zij zijn, omdat zij meenden dat de Romeinen de stad hadden ingenomen, meteen teruggekeerd. Zo hebben de Romeinen door de moed van één man Corioli kunnen veroveren.
Daarom is aan de dappere Gn. Marcius later de bijnaam Coriolanus geweest/heeft de dappere Gn. Marcius later de bijnaam Coriolanus gehad/gekregen.