Maatwerk Frans Havo 2

Bonjour

1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour

Slide 1 - Slide

Au programme d'aujourd'hui?:

- Hoe leren / voorbereiden? Tips!
- Alvast oefenen met luistertoetsen
- Werkwoord avoir in de présent en passé composé
- Woorden oefenen met flashcards

Slide 2 - Slide

Luistervaardigheid
Succes hangt af van 3 factoren:
- Woordenschat
- Herkennen van koppeling uitspraak/woord
- Tactiek/efficiëntie

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Tip: Radio NRJ!
De 538 van France
Te beluisteren via de NRJ app
Tip: Netflix etc. (Lupin, Dix Pour Cent)
Of: kijk klassiekers (bv. Disney) in het Frans! 
Youtube filmpjes in het Frans

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Tip 3: oefen met gericht luisteren

Slide 7 - Slide

Oefenen met kijkvaardigheid
In het filmpje in de volgende dia, kom je meer te weten over de do's en don'ts van het daten op internet.


Leerdoel: Je leert in korte, duidelijk gesproken teksten namen, getallen en bekende woorden verstaan.
Je leert relevante informatie uit korte, voorspelbare luisterteksten begrijpen.


Slide 8 - Slide

4

Slide 9 - Video

00:07
Welke vraag staat in dit filmpje centraal?

Slide 10 - Open question

00:50
Wie is Christian?
A
De beste vriend van Fredo.
B
De internetdate van Fredo.
C
De oprichter van een datingsite.
D
Een natuurkundige die op Harvard heeft gestudeerd.

Slide 11 - Quiz

02:00
Welke zaken zijn belangrijk als je gaat daten op internet? Noteer twee dingen.

Slide 12 - Open question

02:17
Wat is de laatste mogelijkheid om een partner te vinden?

Slide 13 - Open question

Werkwoord avoir = hebben

Slide 14 - Slide

Le verbe avoir au présent et passé composé
+ eu
présent
passé composé

Slide 15 - Slide

(Avoir - Présent)
Marc et moi __________ un prof sympa.
A
ont
B
avons
C
avaient
D
auront

Slide 16 - Quiz

(Avoir - Présent) Mathilde et Jeremy __________ un prof sympa.
A
ont
B
avons
C
avaient
D
auront

Slide 17 - Quiz

(avoir, présent) Il _______ un steak tartare comme plat principal.

A
es
B
a
C
est
D
as

Slide 18 - Quiz

Vous _______ un petit chien.

(avoir, présent)
A
sommes
B
êtes
C
avez
D
avons

Slide 19 - Quiz

(AVOIR - Passé composé)
Tu __________ de bonnes nouvelles.
A
es eu
B
est eu
C
a eu
D
as eu

Slide 20 - Quiz


J' ......(avoir, passé composé)
A
j'ai été
B
j'ai eu
C
j'ai fait
D
j'ai pris

Slide 21 - Quiz

On (avoir - passé composé)
A
on va avoir
B
on a eu
C
on a avoiré
D
on a

Slide 22 - Quiz

vous ............ (avoir, passé composé)
A
vous avez eu
B
vous avez été
C
vous avons eu
D
vous aviez

Slide 23 - Quiz

Présent / passé composé (avoir)
Ik heb gehad
Jij hebt
Hij heeft gehad
Zij heeft
Men heeft gehad
Wij hebben gehad
Jullie hebben 
Zij hebben gehad
Tu as
Elle a
il a eu
J'ai eu
Elles ont eu
Vous avez
On a eu
Nous avons eu

Slide 24 - Drag question


Nu naar verbuga met de volgende opdracht:
1e kolom
2e kolom
3e kolom
présent
avoir (hebben)
passé composé
avoir (hebben)
Klik daarna op CONFIRMER.

Slide 25 - Slide

Apprendre 1 p.126
Oefenen met flashcards! Dus niet digitaal!

Slide 26 - Slide

Maintenant
1) Woordjes oefenen met flashcards! Dus niet digitaal!
2) Werkwoorden oefenen via verbuga.eu
3) Extra oefenen met luistervaardigheid: lingua.com (A1 en daarna A2)
4) Huiswerk maken voor Frans!

Slide 27 - Slide