8.3 Gevolgen van sociale ongelijkheid

Er zijn twee theorieën over hoe de macht in de samenleving is verdeeld. Bij wie ligt de macht volgens de Theorie van het pluralisme? en bij wie volgens de machtselitetheorie?
1 / 17
next
Slide 1: Open question
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Er zijn twee theorieën over hoe de macht in de samenleving is verdeeld. Bij wie ligt de macht volgens de Theorie van het pluralisme? en bij wie volgens de machtselitetheorie?

Slide 1 - Open question

8.3 Gevolgen van sociale ongelijkheid


Deel 1

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Ik ken en herken de gevolgen van sociale ongelijkheid op de vier terreinen op microniveau

Slide 3 - Slide

4 gevolgen van sociale ongelijkheid
Verschillen tussen mensen hebben gevolgen op de volgende vier gebieden:
1. Onderwijs
2. Cultuur en vrijetijdsbesteding
3. Politiek
4. Gezondheid

Slide 4 - Slide

Onderwijs
Kinderen van hoogopgeleide ouders (HO) doen vaker een hoge opleiding dan kinderen van laagopgeleide ouders (LO). Dit komt meer door nurture dan nature.

HO kinderen worden slimmer ingeschat dan LO kinderen, vanwege cultureel kapitaal -> je taalgebruik en algemene kennis. 
HO ouders benadrukken het belang van school meer waardoor er meer motivatie voor school kan ontstaan (positieverwerving)
HO ouders eisen vaker een hoger schooladvies (positietoewijzing)

Slide 5 - Slide

Cultuur en vrijetijd
Je maatschappelijke positie bepaald wat je doet in je vrijetijd en wat voor cultuur/amusement je leuk vindt. 

Daarom wordt wel gesproken over massacultuur en elitecultuur
Dit vormt weer de basis voor cultureel kapitaal waar je evt. later wat aan hebt. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Leg met een voorbeeld uit dat hoe je je vrijetijd besteed ervoor zorgt dat je bij bepaalde groepen aansluiting vindt.

Slide 8 - Open question

Teken een oorzaak-gevolg verband tussen:
vrijetijdsbesteding - cultureel kapitaal - schooladvies - maatschappelijke positie ouders - eigen positie
Maak een foto en stuur die in als antwoord.

Slide 9 - Open question

Politiek
Je maatschappelijke positie bepaald de mate van politieke participatie (=betrokkenheid). Hoe hoger, hoe meer politiek actief.

Twee soorten participatie
Electorale participatie: activiteiten die te maken hebben met verkiezingen 
Niet electorale participatie: mogelijkheden op via andere wegen dan verkiezingen invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming

Slide 10 - Slide

electoraal

niet-electoraal
stemmen
mailen met minister
meelopen protestmars
verkiezings-debat kijken
op kieslijst staan
je standpunten uiten in de krant

Slide 11 - Drag question

Visies op politieke participatie
Er zijn twee visies op hoe wenselijk politieke participatie is. 

Ontwikkelingsvisie: politieke participatie is een doel opzich, burgers leren ervan en krijgen meer zelfvertrouwen. Meer participatie maakt besluitvorming ook representatiever.

Instrumentele visie: politieke participatie is meer een middel dan een doel opzich. Niet iedereen heeft de expertise om politiek actief te zijn. Gebrek aan participatie van bepaalde groepen is alleen ene probleem als die groepen vervolgens erg in het nadeel zijn. 

Slide 12 - Slide

Hoe denken de visies over referenda (daarbij stemt de bevolking voor of tegen een bepaald voorstel)
A
instrumenteel: neutraal, ontwikkelings: enthousiast
B
instrumenteel: anti, ontwikkelings: enthousiast
C
instrumenteel: enthousiast, ontwikkelings: anti
D
beide enthousiast

Slide 13 - Quiz

Gezondheid
Hoe hoger de maatschappelijke positie, hoe beter de gezondheid. 

Verklaringen: 
-Kennis: hoeveelheid kennis over gezond leven en over ziektes
-Levensstijl: geloof dat gezondheid geen toeval is, maar dat je levensstijl invloed heeft
-Gedrag: vaker gezond gedrag zoals niet roken en veel sporten
-Communicatievaardigheden: artsen beter begrijpen en cultureel kapitaal om met artsen te communiceren

Slide 14 - Slide

Geef twee voorbeelden van hoe cultureel kapitaal iemand kan helpen in de maatschappij.
Definitie: kennis, houdingen, opvattingen en smaak die passen bij ene hoge positie.

Slide 15 - Open question

Maak een conceptueel model van de volgende variabelen: maatschappelijke positie - onderwijs kansen - cultuur en vrije tijd - politieke participatie -gezondheid

Slide 16 - Open question

Leerdoelen
- Ik ken en herken de gevolgen van sociale ongelijkheid op de vier terreinen op microniveau

Slide 17 - Slide