Ned_2juni_Havo3_H2_Woordenschat

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Terugblik 
Stillezen 
Samen oefenen
Zelfstandig aan de slag 
Evalueren
Vooruitblik 
Wisseling docent/pauze


Slide 2 - Slide

Hoe was de les gegaan?


Wat heb je gedaan?












Slide 3 - Slide




Les 1
Woordenschat
Les 2
Woordenschat afmaken
Boekpresentatie voorbereiden
Les 3
Boekpresentatie
Bespreken betoog en hoofdstuktoets
Kahoot!

Tot aan de zomervakantie:
Boekopdracht (presentatie) (3 juni)
Hoofdstuktoets Hoofdstuk 3 (24 juni)











Slide 4 - Slide

stillezen of aan de boekopdracht (15 min)
timer
15:00

Slide 5 - Slide

Lesdoel 
Je weet wat een vergelijking is.
Je weet wat een metafoor is.
Je weet wat een personificatie is.

Je kent de stijlfouten: pleonasme, tautologie en contaminatie 


Slide 6 - Slide

Nog even in het kort..
Je weet nu het verschil tussen de volgende vormen van beeldspraak: 
- een vergelijking  (zij heeft een kop als een boei) 
- een metafoor  (ruim je zwijnenstal eens op) 
- een personificatie  (de bomen fluisteren haar naam) 

Deze weet je waarschijnlijk ook nog:
- een metoniem  (ik lust nog wel een glaasje)  

Slide 7 - Slide

Hij vindt de Haagse politiek NET EEN POPPENKAST.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 8 - Quiz

Het riet FLUISTERDE dat zij iets gedaan had.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 9 - Quiz

De camping bevond zich aan de voet van de berg.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 10 - Quiz

Wat een boom van een kerel is jouw broer geworden!
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 11 - Quiz

Misschien dat ze er wellicht nog mee bezig gaan.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 12 - Quiz

Misschien dat ze er wellicht nog mee bezig gaan.

Dit is een tautologie:
Misschien en wellicht hebben dezelfde betekenis.

Slide 13 - Slide

Hij vertelde tegen mij dat hij een kat heeft gered.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 14 - Quiz

Hij vertelde tegen mij dat hij een kat heeft gered.

Dit is een contaminatie:
Of: Hij zei tegen mij dat hij een kat heeft gered.
Of: Hij vertelde aan mij dat hij een kat heeft gered. 

Slide 15 - Slide

Grammatica


Woordenschat havo-boek vanaf blz 113, opdr 2b, 3a
Woordenschat vwo-boek vanaf blz 117, opdr 1, 2a, 2b, 
3b en 4a, 4b, 4c (3 verzinnen)

Let op:
Je hebt twee lessen om dit af te maken, daarna wordt de module eruit gehaald! Gebruik de woordenlijst (zie google classroom).

Wil je extra oefenen:
Woordenschat activiteitenboek vwo-boek vanaf blz 34, opdr 1 en 2










timer
40:00

Slide 16 - Slide

Wat ging goed?
Wat kan er de volgende keer beter?

Slide 17 - Slide


Wat gaan we de volgende les doen?



Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Nakijken

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Onderwerp zoeken
Je leest de tekst oriënterend. 

Door naar de titel te kijken, tussenkopjes, plaatjes en de eerste of laatste zin (bij een korte tekst) of de eerste of laatste alinea (bij een lange tekst) kom je achter het onderwerp van de tekst.


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link