What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
21 april gramm spelling woorden hs 5 en 6
welkom
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
welkom
Slide 1 - Slide
lekker lezen
timer
15:00
Slide 2 - Slide
lezen 12 minuten
herhalen zinsdelen en woordsoorten
trappen van vergelijking
nakijken/bespreken huiswerk
opgeven huiswerk/zelfstandig werken
Slide 3 - Slide
Woordsoorten: wat is de juiste volgorde?
De grote hond graaft een kuil.
A
blw-bn-zn-pv/wg-olw-zn
B
blw-zn-bn-pv/wg-olw-bn
C
olw-bn-zn-pv/wg-blw-zn
D
olw-zn-bn-pv/wg-blw-bn
Slide 4 - Quiz
Zinsdelen: wat is de juiste volgorde?
Sanne heeft een trui aan haar zusje gegeven.
A
ow-pv/wg-lv-mv-wg
B
mv-pv/wg-ow-lv-wg
C
ow-pv/wg-mv-lv-wg
D
mw-pv/wg-lv-ow-wg
Slide 5 - Quiz
P4t8 Hoofdstuk 5 + Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 5:
woordenschat, grammatica, formuleren en spelling.
Hoofdstuk 6:
woordenschat, grammatica en spelling.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Uitleg
Als je twee dingen met elkaar wilt vergelijken, dan gebruik je vaak de
trappen van vergelijking en de woordjes als en dan.
Er zijn drie trappen:
de stellende trap, de vergrotende trap en de
overtreffende trap.
Na de stellende trap: als
Na de vergrotende trap: dan
Voorbeelden
Na de stellende trap
gebruik je
als
(wanneer het gelijk aan elkaar is).
Vaak gebruik je ook de woorden even of (net) zo.
Bijvoorbeeld:
– Mijn moeder kan net zo snel fietsen als ik.
Na de vergrotende trap
gebruik je het woordje
dan
(wanneer er een verschil aanwezig is).
Bijvoorbeeld:
– Mijn vader kan sneller fietsen dan ik.
Slide 8 - Slide
Formuleren:
trappen van vergelijking
Huiswerk was:
Formuleren, blz. 160:
Trappen van vergelijking
Maken: opdracht 1, 2 en 3
Slide 9 - Slide
Mooi, mooier, mooist
Mooier noemen we ...
A
Stellende trap
B
Vergrotende trap
C
Overtreffende trap
Slide 10 - Quiz
Hoog, hoger, hoogt
Hoogst noemen we...
A
Stellende trap
B
Vergrotende trap
C
Overtreffende trap
Slide 11 - Quiz
Zacht, zachter, zachtst
Zacht noemen we...
A
vergrotende trap
B
overtreffende trap
C
stellende trap
Slide 12 - Quiz
Kleine auto's rijden een stuk zuiniger ...... grote terreinwagens.
A
als
B
dan
Slide 13 - Quiz
Die cake smaakt morgen net zo goed ..... vandaag.
A
als
B
dan
Slide 14 - Quiz
Vrijdag 16 april
Hoofdstuk 5
Formulieren, blz. 160/161
:
Bestuderen
theorie: Trappen van vergelijking
Maken:
opdracht 5 en 6 (vwo +4)
Toetsstof:
Hoofdstuk 5:
woordenschat, grammatica, formuleren en spelling.
Hoofdstuk 6:
woordenschat, grammatica en spelling.
En vergeet je leesboek niet!
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
More lessons like this
20 april gramm spelling woorden hs 5 en 6
April 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Bijzondere trappen van vergelijking
June 2020
- Lesson with
16 slides
by
Numo
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
Trappen van vergelijkingen MYP 4
June 2023
- Lesson with
40 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
Trappen van vergelijkingen MYP 2
July 2023
- Lesson with
49 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
Spelling les 2
August 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
les2_kl1
April 2021
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Trappen van vergelijking
April 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Spelling Les 55: Trappen van vergelijking
September 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1