Blok 5: Puberteit. jongerenopvang & rapporteren

Welzijn kind en jongere
Blok 5: Puberteit, jongerenopvang & rapporteren
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Welzijn kind en jongere
Blok 5: Puberteit, jongerenopvang & rapporteren

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Het bespreken van puberteit.
- Het bespreken van de zelfredzaamheid van jongeren.
- Het bieden van structuur.
- Hoe maak je een rooster.
- Wat is rapporteren.
- Schriftelijk + mondeling.
- Objectief + subjectief.

Slide 2 - Slide

Tiener/ puberteit

Slide 3 - Slide

Puberteit 
  • Lichamelijke veranderingen
groei - lage stem - haargroei - geslachtsrijp
  • Mentale veranderingen
inzicht - verbanden leggen - discussie 
  • Sociale veranderingen
eigen leeftijd/geslacht - groepsdruk - kritisch 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Welke twee lichamelijke ontwikkelingen komen in de puberteit zowel voor bij jongens als bij meisjes?

Slide 7 - Open question

Jongerenopvang
Soms kunnen jongeren niet meer thuis wonen door bijvoorbeeld:
  • Gedragsproblemen
  • Milde psychiatrische problemen
  • Ongezonde gezinssituatie
Deze jongeren gaan dan (tijdelijk) in een jongerenopvang wonen:

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Zelfredzaamheid
Als pedagogisch medewerker bedenk je bij het begeleiden van de jongere wat deze jongere zelf kan en waarbij hij hulp nodig heeft. Je achterhaalt dus de hulpbehoefte. 
Dit doe je door de jongere te observeren en door vragen te stellen en goed te luisteren. Zelfredzaamheid betekent ook dat jij als pedagogisch medewerker de jongere stimuleert dingen zelf te doen. Hierdoor vergroot het zelfvertrouwen en voelt de jongere zich sterker en prettiger, omdat hij weet dat hij het zelf kan.

Slide 10 - Slide

Bedenk een voorbeeld waarin jij de zelfredzaamheid van een jongere stimuleert

Slide 11 - Open question

Rooster maken



In de jongerenopvang is het handig dat je een rooster kunt maken. Zo weet iedereen wat en wanneer hij/zij iets moet doen.
Richtlijnen voor het maken van een rooster:
  • Maak een lijst van activiteiten die ingeroosterd moeten worden.
  • Bepaal hoeveel tijd er voor elke activiteit nodig is.
  • Bekijk wanneer er tijd beschikbaar is.
  • Verdeel de activiteiten/momenten over de beschikbare dagen of dagdelen.
  • Deel personen in bij de activiteiten. Maak eventueel eerst groepen.




Tijd
Activiteit 1
Activiteit 2
Activiteit 3
9.00-10.00
Jeroen
Marieke
Michelle
10.00-11.00
Liesbeth
Jurjen
Noortje

Slide 12 - Slide

Wat is rapporteren?

Slide 13 - Open question

Waarom rapporteren?
  1. afspraken/ gebeurtenissen overdragen of vastleggen
  2. iedereen is op de hoogte wat er is gebeurd
  3. afspraken of acties aanpassen

Dit doe je: Mondeling of schriftelijk

Slide 14 - Slide

Schriftelijke- en mondelinge rapportage
Schriftelijk rapporteren:
- Belangrijke en ingewikkelde informatie kun je beter schriftelijk rapporteren
- Je kunt goed nadenken wat je wel/ niet moet opschrijven
- Ter bereikt meerdere mensen 
- Het kost wel meer tijd
Mondeling rapporteren: 
- Komt vaker voor, je kunt informatie sneller delen
- Je of de ander kan er mee iets doen
- Er kan vragen gesteld worden voor verduidelijking
- De belangrijkste zaken worden vastgesteld

Slide 15 - Slide

Objectief 

  • op feiten gebaseerd
  • iemand wordt niet beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel
Subjectief 

  • op eigen mening gebaseerd
  • iemand wordt beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel (partijdig, bevooroordeeld)

Slide 16 - Slide

Rapporteren is....
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 17 - Quiz

Objectief of subjectief?
  1. Het heeft vandaag meer dan drie uur gesneeuwd.
  2. Mensen die het milieu willen verbeteren, moeten hun auto afschaffen.
  3. Dit nieuwe tijdschrift is onmisbaar voor iedere computerbezitter.
  4. De klant is koning.
  5. De titel van deze cd is ‘Het beste uit de jaren ‘90’.
  6. Eens een dief altijd een dief.
  7. Zelf brood bakken is niet alleen lekkerder, maar ook gezonder.
  8. Vrouwen leven langer dan mannen.
  9. Internet is een communicatiemiddel.
  10. Observeren is bewust waarnemen.

Slide 18 - Slide

Om 12 uur is er een inbraak gepleegd
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 19 - Quiz

Er is ingebroken in een huis aan de Aalsterweg
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 20 - Quiz

Het is het mooiste huis van de straat.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 21 - Quiz

De bewoners waren niet thuis op het moment van de inbraak.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 22 - Quiz

Op de achterdeur zijn inbraaksporen zichtbaar.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 23 - Quiz

De jongens van de buurt hebben de inbraak waarschijnlijk gepleegd, want zij zijn altijd uit op rottigheid.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 24 - Quiz

Aan de slag!
Schrijf een een OBJECTIEF verslag van minimaal 100 woorden en lever dit in in classroom over dit filmpje:

Slide 25 - Slide

Mondeling rapporteren:
Ouders inlichten van een kinderdagverblijf
Tijdens het controleren van hoofdluis komen jullie erachter dat Lucia hoofdluis heeft. Sam vraagt jou om naar de ouders van Lucia te bellen.
Speel dit rollenspel met twee klasgenoten. Jullie spelen het telefoongesprek met de moeder van Lucia na.
Doe het als volgt.
  1. Een leerling speelt stagiair(e). Je belt de moeder van Lucia en zegt wie je bent. Je vertelt dat jullie alle kinderen hebben gecontroleerd op hoofdluis. Bij Lucia hebben jullie ook hoofdluis gevonden. Je vraagt of de moeder van Lucia haar wil behandelen en de komende weken wil controleren. Na het beantwoorden van de vragen van Lucia’s moeder sluit je het telefoongesprek af.
  2. Een leerling speelt Lucia’s moeder. Je neemt op en hoort het verhaal van de stagiair(e). Je schrikt. Je stelt vragen over hoe je de hoofdluis kunt bestrijden. Daarna sluit je het gesprek af.
  3. Wat ging er goed en wat minder goed? Draai nu de rollen om






Slide 26 - Slide

Aan de slag!
Maak de opdrachten van blok 5 conform lesplanning. 

Slide 27 - Slide