1.7 Grammatica zinsdelen les 1

1.7 Grammatica les 1
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.7 Grammatica les 1

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

- Je herhaalt in deze paragraaf de zinsdelen persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling.

- Je herhaalt de vaste volgorde bij het ontleden.


Slide 2 - Slide

Woord van de week
i........

Slide 3 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Stillezen
  • Huiswerkcontrole 1.5 opdracht 16, 18, 20 
  • Online maken instapopdracht grammatica (opdracht 1)
  • Samen bekijken opdracht 2
  • Filmpje vaste volgorde ontleden
  • Werken aan huiswerk: opdracht 1 t/m 3

Slide 4 - Slide

Start les. 
Stillezen in 'Pizzamaffia' van Khalid Boudou
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Huiswerk van vandaag

1.5 opdracht 16, 18, 20 + bespreken

+ schrijftaak ingeleverd via SOM?

Slide 6 - Slide

Vaste volgorde bij ontleden
1. Onderstreep de persoonsvorm (tijd -of getalproef).
2. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen.
3. Benoem het werkwoordelijk of het naamwoordelijk gezegde.
4. Benoem het onderwerp.
5. Benoem het lijdend voorwerp.
6. Benoem het meewerkend voorwerp.
7. Benoem de bijwoordelijke bepalingen.

Slide 7 - Slide

Aantekening zinsontleding

wwg = alle werkwoorden in de zin + te + aan het + splitswerkwoorden

ond = wie/wat + wwg?

lv = wie/wat + wwg + ond?

mv = aan wie / voor wie?

bwb = prullenbak (waar, wanneer, hoe, waardoor etc.)

Slide 8 - Slide

Benoem het werkwoordelijk gezegde:
De postbezorger heeft het pakketje bij de buren van nummer 24 bezorgd.

Slide 9 - Open question

Benoem het onderwerp:
De postbezorger heeft het pakketje bij de buren van nummer 24 bezorgd.

Slide 10 - Open question

Benoem het lijdend voorwerp:
De postbezorger heeft het pakketje bij de buren van nummer 24 bezorgd.

Slide 11 - Open question

Benoem meewerkend voorwerp:
De postbezorger heeft het pakketje bij de buren van nummer 24 bezorgd.

Slide 12 - Open question

Benoem de bijwoordelijke bepaling:
De postbezorger heeft het pakketje bij de buren van nummer 24 bezorgd.

Slide 13 - Open question

Maken opdracht 1
Opdracht 1 is een instapopdracht.
Deze bepaalt je route door de paragraaf. 

Online of in je boek maken.

Klaar? Maak opdracht 2 en bepaal je route

Slide 14 - Slide

Vaste volgorde bij ontleden
1. Onderstreep de persoonsvorm (tijd -of getalproef).
2. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen.
3. Benoem het werkwoordelijk of het naamwoordelijk gezegde.
4. Benoem het onderwerp.
5. Benoem het lijdend voorwerp.
6. Benoem het meewerkend voorwerp.
7. Benoem de bijwoordelijke bepalingen.

Slide 15 - Slide

Huiswerk


H1.7 opdracht 1 t/m 3

Alles online maken!

Slide 16 - Slide