Je leert wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.
Je leert de kenmerken herkennen die horen bij fictie en de kenmerken die horen bij non-fictie.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Fictie en non-fictie
Je leert wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.
Je leert de kenmerken herkennen die horen bij fictie en de kenmerken die horen bij non-fictie.
Slide 1 - Slide
Wat is fictie?
Fictie = teksten en beelden over gebeurtenissen en/of mensen die verzonnen zijn. Bijvoorbeeld leesboeken, stripverhalen, films, series, sprookjes, toneelstukken en gedichten
Slide 2 - Slide
Wat is non-fictie?
Non-fictie = teksten en beelden over de werkelijkheid, met feiten over echte mensen en gebeurtenissen, niet verzonnen en controleerbaar. Bijvoorbeeld: nieuwsberichten, schoolboeken, krantenberichten en het journaal.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
00:45
De trailer gaat over het boek 'Roomservice' is dat:
A
fictie
B
non-fictie
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
00:38
Dit fragment was?
A
fictie
B
non-fictie
Slide 8 - Quiz
De meeste artikelen in kranten zijn:
A
fictie
B
non-fictie
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Video
00:31
Oorlogswinter (het boek of de film) is:
A
fictie
B
non-fictie
Slide 11 - Quiz
De teksten in je biologieboek zijn
A
fictie
B
non-fictie
Slide 12 - Quiz
Het laatste boek dat je gelezen hebt is:
A
fictie
B
non-fictie
Slide 13 - Quiz
Ik weet nu het verschil tussen fictie en non-fictie.