chap3 (D grammaire)

le jeudi, 1 février
Planning du jour
Grammaire (D)
Focusleren + L'agenda
Français en classe
Au travail 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

le jeudi, 1 février
Planning du jour
Grammaire (D)
Focusleren + L'agenda
Français en classe
Au travail 

Slide 1 - Slide

L'agenda
woensdag 14 februari 
Toets chapitre 3
vocabulaire A
vocabulaire B
phrases C
grammaire D
faire, vouloir & pouvoir

Slide 2 - Slide

Focusleren
Ga naar de klassenquizlet

Chapitre 3
vocabulaire ABC

volgende week overhoring ABC



timer
5:00

Slide 3 - Slide

français en classe - parler d'un voyage
Tu vas où?                                                    Parijs/trein         Groningue/bus
Tu pars à quelle heure?                                     10 uur                   4 uur
Le voyage dure combien de temps?                    5 uur                     1 uur
C'est un train direct?                                        Nee/A'dam               Ja
Il faut réserver?                                                  Ja                        Nee
ça coute combien, un aller-simple?                    120 euro             24 euro
timer
5:00

Slide 4 - Slide

De passé composé

- welke tijd? voorbeeldzin?

Slide 5 - Mind map

Voltooid deelwoord (regelmatig ww)

Slide 6 - Mind map

Voltooid deelwoord (regelmatige ww)

Slide 7 - Slide

Voltooid deelwoord (onregelmatig ww)

Slide 8 - Mind map

Voltooid deelwoord (onregelmatige ww)

Slide 9 - Slide

ik heb bezocht

j' ai   ............................
jij hebt gewerkt

tu as ..........................
jullie zijn geslaagd

vous avez ...................
wij hebben gewacht

on a ..............................
ik heb verkocht

j'ai ......................................
ik heb gehad
j'ai ....................................
Sleep de voltooid deelwoorden naar de juiste plek.
A
B
C
D
E
F
visite
visité
travaillé
travailles
réussir
réussi
attendu
vendre
vendu
été
eu

Slide 10 - Drag question

Maak 3 zinnen over jezelf waarin je 3 verschillende werkwoorden in de passé composé gebruikt.

(tip: wat heb je het afgelopen weekend gedaan)

Slide 11 - Open question

Vertaal:
gisteren, vorige week, tijdens de zomervakantie, tijdens het weekend.

Slide 12 - Open question

Exemple
 1) Hier, j'ai fait du fitness avec une copine.

2) La semaine dernière, j'ai été dans un restaurant (Silk)

Slide 13 - Slide

Maak 2 zinnen over jezelf in de passé composé

1. Hier (=gisteren) j'ai ....................
2. La semaine dernière (vorige week) j'ai .............

Slide 14 - Open question

grammaire - page 106
On va regarder la vidéo sur le passé composé.

1) Wat voor tijd is de passé composé?
2) Wanneer gebruik je de passé composé?
3) Hoe maak je de passé composé?


Slide 15 - Slide

Au travail
Page: cent-six
15a,b,c,d,e
16a (Bekijk de plaatjes. Schrijf de juiste zin onder het plaatje)


Slide 16 - Slide