This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
ML3 Politieke Partijen
Slide 1 - Slide
Lesdoelen:
ik weet wat er met politiek wordt bedoeld
ik ken verschillende politieke partijen
ik weet wat links, rechts en midden betekent in de politiek
Slide 2 - Slide
Wat is politiek?
A
Het maken van keuzes en nemen van besluiten over het land, provincie en gemeente
B
Alle politici en ambtenaren bij elkaar
C
Democratie
D
Het recht om te mogen stemmen
Slide 3 - Quiz
Wat is politiek?
Wat is politiek?
Politiek gaat over keuzes maken / beslissingen nemen
Politiek gaat over het verdelen van de belastinggelden
Waar houdt politiek zich mee bezig?
Zaken van Algemeen Belang (waar veel mensen belang bij hebben).
Slide 4 - Slide
Wat is een volksstemming over een belangrijk onderwerp?
A
Referendum
B
Verkiezing
C
Coalitie
D
Oppositie
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Bij welke partij hoort deze lijsttrekker? -->
A
SGP
B
GroenLinks
C
D66
D
VVD
Slide 12 - Quiz
Welk kenmerk hoort NIET bij linkse partijen?
A
Actieve overheid
B
De overheid zorgt alleen voor veiligheid
C
Opkomen voor zwakkeren
D
Gelijkwaardigheid
Slide 13 - Quiz
Wie hoort er niet bij de overheid?
A
Mark Rutte
B
Ambtenaren
C
Politieagent
D
Burgers
Slide 14 - Quiz
Wat is democratie?
A
het volk heeft invloed op politieke besluiten
B
dingen die voor de meeste mensen belangrijk is
C
de macht in handen van één persoon of partij
D
volkstemming over een belangrijk onderwerp
Slide 15 - Quiz
Nederland is een ............... democratie, want de bevolking kiest de volksvertegenwoordigers, die namens de bevolking beslissingen nemen.
A
Sociale
B
Indirecte
C
Directe
D
Politieke
Slide 16 - Quiz
Links rechts midden
Een politieke partij komt op voor de belangen van een bepaalde groep mensen.
Politieke partijen kun je indelen in linkse partijen, rechtse partijen en middenpartijen.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Gelijkheid
Leren stencil
Slide 19 - Slide
Vrijheid
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Politieke partijen
De meeste politieke partijen zijn landelijk en hebben lokale afdelingen. (vb De VVD zit in de Tweede Kamer maar ook in de gemeenteraad van Terschelling)
Er zijn ook politieke partijen die alleen lokaal zijn. (vb plaatselijk belang Terschelling, zit in de gemeenteraad, maar niet in de Tweede Kamer)
Slide 22 - Slide
One-issue partijen
Een one-issue partij is een partij die is opgericht om 1 bepaald doel te bereiken. (vb De boerenpartij)
Slide 23 - Slide
Alle politici en ambtenaren samen noemen we
A
de regering
B
het kabinet
C
de overheid
D
de staten generaal
Slide 24 - Quiz
Als inwoners zelf mogen stemmen over een nieuwe wet of een lastig politiek probleem heet dat (2x)
A
referendum
B
indirecte democratie
C
parlementaire democratie
D
directe demoratie
Slide 25 - Quiz
Gelijkheid
A
links
B
rechts
Slide 26 - Quiz
vrijheid
A
links
B
rechts
Slide 27 - Quiz
Openbaar vervoer
A
links
B
rechts
Slide 28 - Quiz
Sociale wetten
A
links
B
rechts
Slide 29 - Quiz
Orde en veiligheid
A
links
B
rechts
Slide 30 - Quiz
Progressief betekent?
Slide 31 - Open question
Welk kenmerk hoort NIET bij rechtse partijen?
A
Eigen verantwoordelijkheid
B
Passieve overheid
C
Alle mensen moeten gelijke kansen hebben
D
De overheid zorgt voor veiligheid
Slide 32 - Quiz
Links of rechts? Studeren moet weer gratis worden, zo krijgt iedereen gelijke kansen
A
Links
B
Rechts
Slide 33 - Quiz
Criminelen moet je gewoon heel lang opsluiten.
A
Links
B
Rechts
Slide 34 - Quiz
Let op:
Een partij kan bij het ene politieke onderwerp links zijn en bij het andere rechts