Pincode, hoofdstuk 5: 3 kader "Is er werk voor jou?" Herhaling.

Hoofdstuk 5: "Is er werk voor jou?"
Herhaling.
Welkom!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5: "Is er werk voor jou?"
Herhaling.
Welkom!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Arbeidsovereenkomst
Individuele arbeidsovereenkomst.
Collectieve arbeidsovereenkomst
  • Vakbond en werkgever/werkgeversbond.
  • Bedrijfs-cao of een bedrijfstak-cao

Voorbeelden van een bedrijfstak: horeca, onderwijs, zorg 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Bruto- en nettoloon
  • Brutoloon = afgesproken loon met werkgever 
  • Nettoloon = brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)

  • BRUTOLOON IS ALTIJD HOGER DAN NETTOLOON

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Juist of onjuist?
Het nettoloon is hoger dan het brutoloon.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Grijs, wit en zwart werk

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wit werk

Betaald werk, waarover belasting en sociale premies wordt betaald.
Grijs / zwart werk

- grijs werk: onbetaald werk. Dit is vaak vrijwilligerswerk

- zwart werk: betaald werk, zonder belasting en sociale premies te betalen.
Dit is strafbaar!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


In het weekend ga je, onbetaald, uithelpen in de kantine bij de voetbalclub. Dit noem je ook wel:
A
Zwart werk
B
Wit werk
C
Grijs werk
D
Gekkenwerk

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


Het nettoloon =...
A
brutoloon - loonbelasting
B
brutoloon - sociale premies
C
brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)
D
brutoloon + (loonbelasting - sociale premies)

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Je brutoloon is €3.750,-. Hierop wordt €625,- aan loonbelasting en €150,- aan sociale premies ingehouden. Bereken het nettoloon.

Slide 9 - Open question

Brutoloon €3.650
Loonbelasting € 625
Sociale Premies €150 -
Nettoloon €2.875,-
  
Arbeidsmotieven

Arbeidsmotieven


  • Geld verdienen
  • Nuttig of zinvol bezig zijn
  • Contacten met anderen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn arbeidsmotieven?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions


Het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid noemen we...
A
De arbeidsmarkt
B
De beroepsmarkt
C
De beroepsbevolking
D
De samenleving

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


De beroepsbevolking in de gemeente Hoogeveen telt 43.000 mensen. De werkloosheid is 5.5%. Hoeveel inwoners zijn werkloos?
A
2390 inwoners
B
2365 inwoners

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Productiesectoren

1. Primaire sector

2. Secundaire sector

3. Tertiaire sector

4. Quartaire sector
Quartaire dienstverlening:
Niet-commerciële dienstverlening
Tertiaire sector:
commerciële dienstverlening
Secundaire sector:
De industrie, de bouw en ambachtelijke bedrijven
Verwerken grondstoffen tot producten
Primaire sector:
Landbouw, visserij en de winning van delfstoffen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Primaire sector
Primaire sector = landbouw sector= agrarische sector
Alles wat je uit de natuur haalt!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Werken in de secundaire sector
Secundaire sector = industriesector
Grondstoffen worden verwerkt  tot een product
(of halffabricaat)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Werken in de tertiaire sector
Tertiaire sector = dienstensector
Het verlenen van een dienst maar hier hoort ook winkels en de horeca bij.

Commercieel bedrijf, wil winst maken

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

  • De quartaire sector zijn
     de instellingen die diensten
     verlenen zonder het doel
     winst te maken.
  • Voorbeelden: onze school,
     brandweer, UWV en
     gemeente.
Quartaire sector (Collectief)
Niet commerciële dienstverlening

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Primaire sector.
Tertiaire sector.
Secundaire sector.
Quartaire sector.

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Leidinggevend of uitvoerend?
Leidinggevend werk:
  • Je geeft opdrachten aan anderen.
  • Je bent verantwoordelijk voor het eindresultaat.

Uitvoerend werk:
  • Je voert opdrachten uit die je opgedragen krijgt.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wel ingeschreven
=
Geregistreerde werkloosheid
Niet ingeschreven
=
Verborgen werkloosheid

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Soorten werkloosheid
  1. Conjuncturele werkloosheid
  2. Structurele werkloosheid
  3. Seizoenswerkeloosheid
  4. Regionale werkloosheid
  5. Frictiewerkloosheid

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


Wanneer er sprake is van een economische crisis, dan ontstaat er...
A
Frictiewerkloosheid.
B
Seizoenswerkloosheid.
C
Conjuncturele werkloosheid.
D
Structurele werkloosheid.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


Wanneer het werk wordt overgenomen door machines, dan ontstaat er...
A
Frictiewerkloosheid.
B
Structurele werkloosheid.
C
Conjuncturele werkloosheid.
D
Regionale werkloosheid.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions


Wanneer mensen net van school komen of net ontslagen zijn, dan ontstaat er...
A
Structurele werkloosheid.
B
Frictiewerkloosheid.
C
Regionale werkloosheid.
D
Seizoenswerkloosheid.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions