5. De oren

6.6 De oren
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

6.6 De oren

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen 6.5 Het netvlies

nieuwe theorie: 6.6 De oren
zelf aan de slag

Slide 2 - Slide

6.5 Het netvlies
In het netvlies liggen zintuigcellen die door licht worden geprikkeld.
Hierdoor geven de zintuigcellen impulsen af die door de oogzenuwen naar de hersenen gaan.

Het netvlies bestaat uit 2 lagen: een laag zintuigcellen en een laag zenuwcellen.


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

6.5 Het netvlies
In de laag zintuigcellen liggen 2 soorten zintuigcellen:
- de kegeltjes
- de staafjes

Slide 5 - Slide

6.5 Het netvlies
kegeltjes:
- werken als er veel licht is
- met de kegeltjes zie je kleuren
- een kegeltje reageert op rood, groen en blauw licht
- je ziet details
- liggen in en rond de gele vlek

Slide 6 - Slide

6.5 Het netvlies
staafjes:
- werken bij weinig licht
- je ziet contrasten in grijs en zwart-wit
- geen details
- in het gehele netvlies, behalve in de gele vlek


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

nieuw: 6.6 De oren
In je oren liggen je gehoorzintuigen.
Hiermee neem je geluid waar.

In de oren liggen ook je evenwichtsorganen.




Slide 9 - Slide

6.6 De oren
Geluiden zijn trillingen van de lucht.

Als de lucht snel trilt, is het geluid hoog.
Als de lucht langzaam trilt, is het geluid laag.

Als trillingen een grote uitslag hebben, is het geluid hard.
Als trillingen een kleine uitslag hebben, is het geluid zacht.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

6.6 De oren
Vanaf een bepaalde hoogte hoor je het geluid niet meer: het geluid is dan te hoog.

Als je ouder wordt, kan je steeds minder goed hoge tonen horen.

De sterkte van het geluid wordt aangegeven in decibel.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

6.6 De oren
oorschelp: vangt geluiden op

de geluiden gaan via de gehoorgang naar het trommelvlies
het trommelvlies gaat vervolgens trillen

in de gehoorgang liggen oorsmeerkliertjes die oorsmeer maken; dit houdt het trommelvlies soepel



Slide 15 - Slide

6.6 De oren
Achter het trommelvlies bevindt zich de trommelholte.
in de trommelholte zitten de gehoorbeentjes: hamer, aambeeld en stijgbeugel.

Het trommelvlies brengt de gehoorbeentjes in trilling.
Eerst de hamer, dan het aambeeld en als laatste de stijgbeugel

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

6.6 De oren
De stijgbeugel ligt tegen het venster.
Dit is een vlies in het slakkenhuis.

De gehoorbeentjes geven dus de trillingen van het trommelvlies door aan het slakkenhuis.

Slide 18 - Slide

6.6 De oren
Het slakkenhuis bestaat uit 3 kanalen die als een spiraal zijn opgerold. In deze kanalen zit een vloeistof.
Als het venster gaat trillen, dan gaat de vloeistof in de kanalen trillen.

In het middelste kanaal liggen zintuigcellen met haartjes. Als deze haartjes gaan trillen, ontstaan er impulsen.
De gehoorzenuw geeft deze impulsen door aan de hersenen.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

6.6 De oren

De weg die geluid maakt:
oorschelp -> gehoorgang -> trommelvlies -> gehoorbeentjes -> venster -> slakkenhuis met gehoorzintuigcellen -> gehoorzenuw

Slide 21 - Slide

6.6 De oren
buis van Eustachius
- verbindt de trommelholte met de keelholte
- bij slikken en gapen gaat deze buis open: hierdoor kan er lucht van de trommelholte naar de keelholte gaan en omgekeerd

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

6.6 De oren
evenwichtsorgaan
bestaat ook uit drie kanalen
de kanalen staan loodrecht op elkaar en bevat vloeistof

Als je je hoofd beweegt, gaat deze vloeistof bewegen. Het evenwichtsorgaan bevat haartjes die dan ook gaan bewegen. Daardoor ontstaan impulsen. Deze worden naar de hersenen gestuurd

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

biologie met Joost
https://www.youtube.com/watch?v=oNlF4yzWyQg

Slide 26 - Slide

zelf aan de slag
opdracht 33, 34 en 35 maken (is huiswerk)






Slide 27 - Slide