Test: Middeleeuwen en steden in de wereld

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Test: ME en SidW

Oefentoets 

Maak deze toets zoveel mogelijk uit je hoofd, dan oefen je gelijk voor de toets. 

Als je het echt niet weet mag je in je boek kijken! 

Kruistochten

Staatsvorming

Centralisatie

iedereen dezelfde wetten

Hoofstad

Maak de goede combinaties tussen betekenis en begrip.

Betekenis	Begrip
Het recht van een stad op een eigen bestuur.
Tijd van steden en staten (1000-1500)
Beroep waarbij je producten met de hand maakt.
Vereniging van mensen met hetzelfde ambacht of beroep.
Groep steden die met elkaar samenwerkten om meer handel te krijgen
Hoofdkerk van een bisdom, het gebied dat een bisschop bestuurde.

stadsrechten

late Middeleeuwen

ambacht

gilde

Hanze

kathedraal

Ambacht

Handel

Burgers

Schout + schepenen

Bekijk de vijf plaatjes. Op welke plaatjes zie je ambachten. Er zijn 3 ambachten. 

Ambacht

Geen ambacht

Stad

Dorp

Veel voorzieningen

Weinig voorzieningen

Mensen wonen dicht bij elkaar

Minder dan 10.000 inwoners

Meer dan 10.000 inwoners

Veel gebouwen

Veel infrastructuur

Infrastructuur

Voorzieningen

Treinspoor

Kabels in de grond

Fietspad

De politie

Zakencentrum

Wereldstad

Schepenen

Schout

Centralisatie

Staatsvorming

Voorstad

Als een land vanuit één centrale plek wordt bestuurd

Stad met veel inwoners en veel invloed op de wereld

Woonstad rond de grote stad met laagbouw

Centrum van een stad met kantoren en dure winkels

Burgemeester

Als een land/gebied steeds meer als eenheid wordt bestuurd

Bestuurders en rechters in een stad

ER BLIJFT ER ÉÉN OVER!

de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving

de opkomst van 

de stedelijke burgerij 

en de toenemende zelfstandigheid 

van steden

het begin van staatsvorming en centralisatie

Schout

Burger

Schepenen

Burgerij

Besturen samen met de burgemeester de stad

Hoofd van stadsbestuur en van de stedelijke politie in de middeleeuwse stad

Inwoner van een stad

Alle inwoners van een stad samen

Waar

Niet waar

Schepenen gaven stadsrechten weg aan steden.

Niemand controleerde het werk van de burgemeester.

Rijke stadsbewoners vormden de burgerij. 

Stadsbewoners regelden hun eigen bestuur en rechtspraak.

In welk tijdperk speelde de Middeleeuwen zich af?

1. Van het jaar 1000 voor Christus tot het jaar 0?
2. Van het jaar 0 tot het jaar 500 na Christus?
3. Van het jaar 500 tot 1500 na Christus
4. Van het jaar 1500 tot 2000 na Christus?

Sleep in de volgende dia, het juiste woord op de juiste plek

Magie

Kooplieden

Monniken

Ridders

Wat is een horige?

1. Een vrije boer
2. Een niet-vrije boer
3. Een edelman
4. De landheer

Waarom leefden de horigen in onzekerheid?

Welke ziekte stond in de Middeleeuwen bekend als de zwarte dood?

1. De Griep
2. De Pokken
3. De Mazelen
4. De Pest

Waardoor komt het dat er zoveel ratten in de steden zijn?

Wat betekend Ora et Labaro?

1. Leven en Genieten
2. Bidden en Werken
3. Bidden en Wassen
4. Praten en Wassen

Wie was de stichter van het christendom?

Waar of niet waar? 

Een monnik kan je herkennen aan de kale plek midden op hun hoofd.

De monniken en de nonnen mochten trouwen.

De monniken en de nonnen leefden samen in 1 klooster.

De monniken waren de enigen die konden lezen en schrijven.

Waar

Niet waar

Wat betekend monotheïstisme?

1. In meerdere goden geloven.
2. niet in god geloven.
3. In de natuur geloven
4. In één god geloven.

Wat zijn standen?

Noem de verschillende standen

Wie was Willibrord?

1. Willibrord was een belangrijke monnik.
2. Willibrord was de Paus.
3. Willibrord was een belangrijke ridder.
4. Willibrord was een dorpeling.

Wat zijn stadsrechten?

Hoe werd de ambtenaar van de heer ook wel genoemd?

1. Een officier
2. Een schout
3. Een rechter
4. Een politieagent

Hoe heet een vereniging van het zelfde beroep?

1. Een organisatie
2. De Hanze
3. Een partij
4. Een gilde

Hoe werd je lid van een gilde? 

Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde.

Je bent zelf meester geworden.

Je krijgt betaald.

Je bent geslaagd voor de meesterproef.

Je wordt een gezel.

Je gaat een aantal jaar in de leer bij een ambachtsman.

Hoe herken je de handtekening van de heer?

Als de heer stadsrechten gaf wilde hij er wel graag iets voor terug. In ruil waarvoor werden er stadsrechten gegeven?

1. Belasting
2. Eten
3. Sieraden
4. Goud

Waarom stond er om Middeleeuwse steden vaak een grote stadsmuur?

1. Om bescherming te bieden tegen overstromingen.
2. Om de stad mee te versieren.
3. Om te laten zien hoeveel macht de koning had.
4. Om bescherming te bieden tegen vijanden van buitenaf.

Bedenk vier woorden die horen bij een ridder en vier woorden die horen bij een monnik.

Karel de Grote wordt door de paus tot keizer gekroond in het jaar

1. 780
2. 800
3. 808
4. 750

Edelen

Geestelijken

Ridders

Priesters

Kasteel

Klooster

Graaf

Monnik

Benedictus

Karel de Grote

Kan je drie dingen noemen die je in deze lessen over de Middeleeuwen geleerd hebt.