31: categorie - oir

categorie 31 - oir
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

categorie 31 - oir

Slide 1 - Slide

Welke woorden ken je met -oir?

Slide 2 - Mind map

accessoire
Deze sjaal is mijn favoriete accessoire.

Slide 3 - Slide

dressoir
Dit dressoir heb ik van mijn oma gekregen.

Slide 4 - Slide

trottoir
Zij lopen op het trottoir.

Slide 5 - Slide

urinoir
Een man kan naar de wc bij het urinoir.

Slide 6 - Slide

reservoir
In een reservoir wordt water opgeslagen.

Slide 7 - Slide

notoir
Luister niet naar hem! Hij is een notoire leugenaar.


Notoir = op een negatieve manier bekend zijn.

Slide 8 - Slide

Wat zie je?
A
urinoirs
B
notoirs
C
reservoirs
D
accessoires

Slide 9 - Quiz

Wat is de sjaal?
A
Een notoire
B
Een trottoir
C
Een dressoir
D
Een accessoire

Slide 10 - Quiz

Waar lopen zij?
A
Op een dressoir
B
Op een reservoir
C
Op een trottoir
D
Op een urinoir

Slide 11 - Quiz

De bruine kast heet een .....

Slide 12 - Open question

De sjaal is een .....

Slide 13 - Open question

Zij lopen op het .....

Slide 14 - Open question

Een man kan naar de wc bij een ....

Slide 15 - Open question

Dit is een ....

Slide 16 - Open question

Als je slecht bekend bent, dan ben je ...

Slide 17 - Open question

Hoe gaat het met categorie 30?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

zelf oefenen
maak het werkblad van categorie 30

Slide 19 - Slide