NK, Kapitel 8, les 5, week 3

Willkommen,
heute ist Montag
der 23. Oktober 
Willkommen,
heute ist Donnerstag
der 16. Januar
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 25 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Willkommen,
heute ist Montag
der 23. Oktober 
Willkommen,
heute ist Donnerstag
der 16. Januar

Slide 1 - Slide

Lernziel(e)
  1. Je kunt aan het einde van de les aangeven welke onderdelen van Kapitel 8 je al beheerst en aan welke onderdelen je nog extra aandacht moet besteden of hulp moet vragen.



Slide 2 - Slide


Studiewijzer periode 2

Slide 3 - Slide

Programma:
Deel 1:
* nakijken huiswerk
* Opdrachten van de Wiederholung maken.

Deel 2:
*  Kahoot 
*  zelfstandig werken aan de oefentoets

Slide 4 - Slide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 5 - Slide

Huiswerk nakijken
1.Maak van G, Schreiben, Aufg. 44 t/m 46 online


Leer Grammatik A+B via slim stampen
Leer de woorden Nl-Du S.96
Leer de woorden DU-NL S.96

Slide 6 - Slide

Modale hulpwerkwoorden in de tegenwoordige tijd en wissen 

Slide 7 - Slide

Welke werkwoorden kennen wij?
  1. zwakke werkwoorden (wohnen-wohnte-gewohnt)
  2. sterke werkwoorden (gehen-ging-gegangen) 
  3. hulpwerkwoorden (haben, sein, werden)
  4. modale (hulp-)werkwoorden 

Slide 8 - Slide

Wat zijn nu modale (hulp) werkwoorden?
  • deze geven een extra betekenis aan het hoofdwerkwoord 
  • Deze modale werkwoorden kun je niet zelfstandig gebruiken,      deze komen bijna altijd samen met een ander werkwoord. 
  • Voorbeelden van modale hulpwerkwoorden in het Nederlands     zijn:  zullen, kunnen, mogen, moeten, willen.



Slide 9 - Slide

Voorbeelden:
Bijv:  ik zwem                                      ich schwimme
          ik kan zwemmen                      ich kann schwimmen
          ik zal zwemmen                       ich werde schwimmen
          ik wil graag zwemmen            ich möchte schwimmen

Slide 10 - Slide

Auf Deutsch
sollen = moeten 
      Du sollst zu Herrn Kooijman gehen und dich melden!


wollen = willen
     Ich will doch nur, dass du gut lernst für die Prüfung.
       



Slide 11 - Slide

Auf Deutsch

mögen = leuk vinden, lusten
   Ich mag Eis mit Sahne.  Ich mag dich!

möchten= graag willen (wens)
    Ich möchte gerne ein Eis mit Sahne. 
    Ich möchte gerne ins Kino gehen. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Denk aan het volgende!
Welke regels kun je toepassen bij deze hulpwerkwoorden?
• In de enkelvoudsvormen krijg je een klinkerwisseling in      de stam (uitzondering : sollen + mochten_
Geen uitgang bij de "ich" + "er/sie es" vorm.
• in de meervoudsvormen krijg je het hele werkwoord bij de
  "wir" en "sie/Sie" vorm.

Slide 14 - Slide

Aufgabe 44

Slide 15 - Slide

Aufgabe 25
1 Magst du rote Jeans?
2 Mögt ihr die neue Lehrerin?
3 Wir möchten, dass Mama cool aussieht.
4 Ilse will unbedingt die goldenen Ohrringe kaufen.
5 Mama sagt, dass ich heute Abend die gestreifte Hose anziehen soll.


Slide 16 - Slide

Aufgabe 26
1 Saskia will Locken haben.
2 Meine Mutter mag Ohrringe.
3 Ich mag keinen Orangensaft.
4 Wir möchten drei graue T-Shirts kaufen.
5 Papa hat gesagt, wir sollen Oma öfter besuchen.

Slide 17 - Slide

Aufgabe 29 (liedje afspelen)

1 soll
2 warte
3 bin
4 ist
5 macht
6 werde
7 bin
6 werde 
7 bin
8 will – 
9 soll – 
10 kann
11 habe
12 passt 
13 stimmt

Slide 18 - Slide

Zusammen
1. Aufgabe 31 en 35 machen wir zusammen!








Slide 19 - Slide

Aufgabe 42
Doe samen met een klasgenoot opdracht 42
      -> je hebt alle punten in je gesprek verwerkt.
      -> minimaal 1 minuut
      -> je kunt de Lernliste en Sprachmittel als hulpmiddel  
          gebruiken.

TIP: schrijf vooraf op wat je wilt zeggen :)
       

Slide 20 - Slide

Deel 2: Kahoot

Slide 21 - Slide

Zelfstandig aan het werk: K8
1.Maak van G, Schreiben, Aufg. 43 t/m 46  `boek

Klaar?
oefen dan via online stampen grammatica A+ B online!





Slide 22 - Slide

Hausaufgaben
1.Maak van G, Schreiben, Aufg. 44 t/m 46 online


Leer Grammatik A+B via slim stampen
Leer de woorden Nl-Du S.96
Leer de woorden DU-NL S.96







Slide 23 - Slide

Ben je goed voorbereid voor de toets van Kapitel 6?
010

Slide 24 - Poll

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
Je kunt vragen stellen en antwoorden geven over kleding en uiterlijk

Je kunt zaken beschrijven en een reactie op een mening geven. 

Slide 25 - Slide