VTH vitale functies

Vitale functies 
Wat weten we er van?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vitale functies 
Wat weten we er van?

Slide 1 - Slide

Wat is geen vitaal orgaan
A
Hersenen
B
Nieren
C
Hart
D
Longen

Slide 2 - Quiz

Observaties ademhaling
frequentie 
Ritme en diepte 
symmetrie 
kleur huid
gebruik hulpademhalingsspieren
neusvleugelen

Slide 3 - Slide

Ademhalingsfrequentie
bradypneu = lage ademhalingsfrequentie 
tachypneu = versnelde ademhalingsfrequentie

Slide 4 - Slide

Wanneer spreken we van een bradypneu?
A
< 15 ademhalingen p/m
B
< 18 ademhalingen p/m
C
< 20 ademhalingen p/m
D
< 25 ademhalingen p/m

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

er is geen symmetrische ademhaling
wat is de waarschijnlijke oorzaak?
A
COPD
B
astma
C
longkanker
D
klaplong

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Circulatie
kijken (kleur)
voelen (hartslag)
meten (bloeddruk)

Slide 9 - Slide

Wat is de Latijnse naam voor hoge bloeddruk?
A
Tachycardie
B
bradycardie
C
hypertensie
D
hyperglycaemie

Slide 10 - Quiz

Bloeddruk:                                        

Slide 11 - Slide

Meten van hartslag
normaalwaarde tussen 60-100 slagen p/m
versnelde hartslag bij sporten en koorts
Tachycardie: > 100 slagen p/m
Bradycardie: > 60 slagen p/m

Slide 12 - Slide

Wat is geen oorzaak van een hoge hartslag (tachycardie)
A
koorts
B
sporten
C
pijn
D
hartmedicatie

Slide 13 - Quiz

Bewustzijn 
A: Alert (bewust van zijn omgeving)
V: Verbaal (reageert op aanspreken)
P: Pain (reageert op pijnprikkels)
U: Unresponsive (geen reactie: bewusteloos)

Slide 14 - Slide

Het slachtoffer reageert niet op aanspreken en schudden aan de schouders. Het slachtoffer kreunt bij aanraking. Welke AVPU-score:
A
A
B
V
C
P
D
U

Slide 15 - Quiz

aandachtspunten bij bewustzijn
Kwetsbare ouderen hebben verminderde concentratie
Kwetsbare ouderen denken reageren vertraagd
Houd rekening met gehoor- of zichtproblemen
Lage bloedsuiker leidt tot bewustzijnsdaling: sluit eerst een hypo uit

Slide 16 - Slide

Lichaamstemperatuur 
Constante kerntemperatuur van 37 graden (homeotherm)





Warmte kwijtraken
bloedvaten verwijden (vasodilatatie) - zweetproductie ↑ - zweet verdampt
Warmte vasthouden
bloedvaten vernauwen (vasoconstrictie) - zweetproductie stopt
rillen (spieractiviteit → warmte)

Slide 17 - Slide

Welk orgaan regelt de lichaamstemperatuur?
A
Hersenen (hypothalamus)
B
Hart (Hartzakje)
C
Schildklier (hormonen)
D
Darmen (Darmflora)

Slide 18 - Quiz

Koorts 
Lichaam bestrijdt ziekteverwekkers door temperatuur omhoog te gooien
Lichaamstemperatuur < 38 graden

Slide 19 - Slide

Wanneer spreek je van onderkoeling?
A
Temp. < 36 graden
B
Temp. < 35 graden
C
Temp. <30 graden
D
Temp. <34 graden

Slide 20 - Quiz

Welke indicatie hoort niet bij het toedienen van koude
A
sportblessure
B
brandwonden
C
spierpijn tegen gaan
D
tegengaan zwelling

Slide 21 - Quiz