MATCH UP
1) Vivo en Medellín, Colombia
2) Vivo en La Haya
3) Mi hermana vive en las montañas
4) Mi hermano vive en la costa
5) Mis abuelos viven en el campo
a) Mijn broer woont aan de kust
b) Ik woon in Medellin, Colombia
c) Mijn opa en oma wonen op het platteland
d) Mijn zus woont in de bergen
e) Ik woon in Den Haag