Les 3: Ontstaan ambachten, handel en steden

HK1A
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

HK1A

Slide 1 - Slide

Tijd: 7 min
Handeling: De docent verwelkomt de leerlingen bij de deur en geeft aan dat ze hun mobiel in de telefoontas moeten doen. Daarna mogen de leerlingen in het lokaal gaan zitten. 
Verantwoording: 
Peter Teitler,  lessen in orde
Voorspelbaarheid in aandacht: Eerste stap in voorspelbaarheid in aandacht geven binnen mijn lessen (elke les de leerlingen verwelkomen bij de deur, mobieltjes in de telefoontas, etc.) (blz.79)

Maak contact:  (Bernes: 'weg naar een goede relatie') Door aan het begin van de les bij de deur te staan en de leerlingen te verwelkomen geef je de leerlingen het gevoel dat ze gezien zijn/ welkom zijn.  (blz. 47-48)

Gebruik maken van vaste patronen: door structuur aan te brengen binnen mijn lessen is het volgen Teitler makkelijker om orde te houden.

De vijf rollen van de leraar: gastheer (welkomsgevoel creëren en het idee dat ik alle leerlingen gezien heb bij binnenkomst)



1). Terugblik
2). Uitleg Ontstaan ambachten, handel en steden
3). Aan de slag 
4). Afronden



Leerdoelen:
Aan het einde van deze les:
- kun je uitleggen hoe de landbouw(overschotten) ervoor gezorgd heeft dat ambachten, handel en steden ontstonden in Egypte. 
Planning vandaag
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Huiswerk
Wat: §2.1 opdracht 3, 4, 5, 7, 8
WB: blz. 35 t/m 37
Datum: december 2023

Slide 2 - Slide

Tijd: 1 min

Huiswerk van de vorige keer is :
1.1 De eerste mensen
Opdracht 1 t/m 6
Waarom trokken in de prehistorie de jagers-verzamelaars naar het Nijldal?
A
In het Nijldal konden als een van de weinige plekken nog planten en dieren leven.
B
In het Nijldal woonden van oorsprong de voorouders van de jager-verzamelaars.
C
In het Nijldal werd een wedstrijd georganiseerd voor kameelrijden.
D
In het Nijldal was nog voedsel te vinden die in andere gebieden van Afrika was verdwenen door droogte.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat was geen gevolg van de overstromingen van de Nijl?
A
Door de overstromingen werd het land in het Nijldal en Nijldelta heel erg geschikt voor de landbouw
B
Door de overstromingen spoelde de vruchtbare grond weg van de akkers
C
Door de overstromingen mislukte de oogsten van de boeren wel eens

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent irrigatie?
A
Als iets heel erg goed gaat.
B
Landbouw zonder water
C
Een Egyptenaar die zich ergens aan ergert
D
Kunstmatige bevloeiing

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

§2.1 Hoe landbouw zorgde voor 
ambachten, handel en steden.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Landbouw in Egypte:

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Gevolg I: Ambachten 
  • Graanopbrengst werd zo groot, dat er sprake was van een landbouwoverschot. Hierdoor hoefde niet iedereen meer boer te zijn.

  • Die mensen konden zich in iets anders specialiseren. Bijv. in een ambacht zoals; pottenbakker of scheepsbouwer

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Gevolg II: Handel
  • Er zijn meer beroepen (ambachten)

  • Meer verschillende soorten goederen 'over'

  • Boeren en ambachtslieden brengen hun 'overgebleven' goederen naar markten (plek waar mensen handelen)

  • Men deed aan (ruil)handel (verkopen en kopen van spullen)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gevolg handel & markten: Ontstaan van steden
  • Bloeiende economie -->     welvaart (rijkdom) in Egypte

  • Toename bevolking (betere gezondheid en hogere leeftijd)

  • Handelaren gaan bij markten wonen --> steden ontstaan

  • +/- 3500 v. Chr.: Landbouwstedelijke samenleving ontstaat in Egypte  
Een samenleving met steden waarin een minderheid van de bevolking leeft van ambachten en handel, terwijl de meeste mensen op het platteland leven van landbouw.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat?: §2.1 opdracht 3, 4, 5, 7, 8
 
Hoe?: In je werkboek op blz. 35 t/m 37

Hulp?: De docent (tijdens de les), je laptop en je klasgenoot.

Tijd?: Tot de opdrachten af zijn.

Uitkomst?: Je hebt geoefend met de leerstof.

Klaar?: Ga aan de slag met het leren van de begrippen voor de toets.

Aan de slag:

Slide 11 - Slide

This item has no instructions