17-9 Lowan thema 1 De school werkwoorden

Lowan thema 1
de school
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lowan thema 1
de school

Slide 1 - Slide

Werkwoorden
bij thema de school

Slide 2 - Slide

Werkwoorden?

Slide 3 - Mind map


Het hele werkwoord is pakken
Werkwoorden
Onderwerp (wie)
Vorm
Spelling
Ik
stam
pak
Jij / hij / zij
stam + t
pakt
Wij / jullie / zij
hele werkwoord
pakken

Slide 4 - Slide

Hij........een potlood.
A
pak
B
pakk
C
paak
D
pakt

Slide 5 - Quiz

pakken
Ik.......een pen.

Slide 6 - Open question

Ik.......naar de deur.
A
wijs
B
wijst
C
wijzt
D
wijset

Slide 7 - Quiz

Jij.......naar de deur.
A
wijs
B
wijst
C
wijzt
D
wijset

Slide 8 - Quiz

Jij .....een boek
A
lezt
B
lest
C
leest
D
leezt

Slide 9 - Quiz

Jij.....Arabisch.
A
leer
B
lert
C
leeret
D
leert

Slide 10 - Quiz

Ik
hij
schrijf
staat
lees
sta
tekent
kijkt naar
teken

Slide 11 - Drag question

pakken

Slide 12 - Slide

ik pak

jij pakt 

hij pakt

zij pakt

Slide 13 - Slide

wijzen naar

Slide 14 - Slide

ik wijs naar

jij wijst naar

hij wijst naar

zij wijst naar

Slide 15 - Slide

lezen

Slide 16 - Slide

ik lees

jij leest

hij leest

zij leest

Slide 17 - Slide

leren

Slide 18 - Slide

ik leer

jij leert

hij leert

zij leert

Slide 19 - Slide

schrijven

Slide 20 - Slide

ik schrijf

jij schrijft

hij schrijft

zij schrijft

Slide 21 - Slide

leren

ik ...........
A
leert
B
leer
C
leren

Slide 22 - Quiz


A
leren
B
pakken
C
wijzen
D
schrijven

Slide 23 - Quiz

wijzen naar

hij ..........
A
wijst naar
B
wijs naar
C
wijzen naar

Slide 24 - Quiz


A
leren
B
wijzen naar
C
schrijven
D
lezen

Slide 25 - Quiz

tekenen

Slide 26 - Slide

tekenen

ik teken

jij ?

hij tekent

Slide 27 - Slide

tekenen

ik teken

jij tekent

hij tekent

Slide 28 - Slide

staan

Slide 29 - Slide

staan

ik sta

jij staat

zij ?

Slide 30 - Slide

staan

ik sta

jij staat

zij staat

Slide 31 - Slide

zitten

Slide 32 - Slide

zitten (ik)

Slide 33 - Open question

kijken naar

Slide 34 - Slide

kijken naar (hij)

Slide 35 - Open question

Ik
hij
schrijf
staat
lees
sta
tekent
kijkt naar
teken

Slide 36 - Drag question