Gaswisseling oefentoets
1 / 18
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke onderdelen vallen onder het inwendige milieu? En welke onder het uitwendige milieu? Sleep naar het juiste vak!
Inwendig milieu
Uitwendig milieu
In de maag
In een haarvat
In de urineblaas
In een bronchiole
Slide 2 - Drag question
Functies van de lever:
glycogeen
gal
alchol, drug en medicijnen
de lever kan schadelijke stoffen zoals ............... afbreken
De lever produceert ......... en dit helpt bij het afbreken van vet.
De lever kan de glucosegehalte op pijl houden door ................ om te zetten naar glycogeen
Slide 3 - Drag question
Vervoert de zuurstof
Haalt de zuurstof uit het bloed
Stopt de zuurstof in het bloed
Slide 4 - Drag question
Longen
Kieuwen
Tracheen
Celmembraan
Slide 5 - Drag question
Slide 6 - Drag question
Koolstofdioxide
zuurstof
Bloed met veel zuurstof en weinig koolstofdioxide
Bloed met weinig zuurstof en veel koolstofdioxide
Slide 7 - Drag question
Nodig voor fotosynthese
Ontstaat bij fotosynthese
Fotosynthese
Slide 8 - Drag question
Dunne Darm
Lever
Leverslagader
Leverader
Dikke Darm
Poortader
Slide 9 - Drag question
Zuurstof uit wordt
Koolstofdioxide uit wordt
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats
de lucht
het bloed
opgenomen in het bloed
afgegeven aan de lucht
gaswisseling
Slide 10 - Drag question
luchtpijptakje
neusholte
keelholte
luchtpijp
longblaasje
luchtpijptak
Slide 11 - Drag question
Functies van de lever:
De lever kan voedingsstoffen zoals eiwitten omzetten in .....
glycogeen
gal
ureum
alcohol, drugs en medicijnen
de lever kan schadelijke stoffen zoals ............... afbreken
de lever breekt overtollige eiwitten af, bij dit proces ontstaat ...........
De lever produceert ......... en dit helpt bij het afbreken van vet.
De lever kan de glucosegehalte op pijl houden door ................ om te zetten naar glucose
fibrogeen
Slide 12 - Drag question
longblaasjes
longen
luchtpijptak
luchtpijptakje
luchtpijp
Slide 13 - Drag question
Verbind de juiste namen bij de onderdelen van de nier.
Nierschors
Urineleider
Nierslagader
Nierbekken
Nierader
Niermerg
Slide 14 - Drag question
Versnelt gaswisseling
Vertraagt gaswisseling
Groot oppervlak longblaasjes
Langzame ademhaling
Slijmlaag in longblaasjes
Ontstoken luchtpijptakjes
Dunne wand longblaasje
Bloedvaatjes dicht tegen longblaasje
Slide 15 - Drag question
Waar liggen de 3 huidlagen? Sleep de huidlagen naar de juiste plaats.
Slide 16 - Drag question
COPD is een verzamelnaam voor verschillende longziektes. Welke beschrijving hoort bij welke longaandoening?
timer
1:00
Astma
Longemfyseem
Bronchitis
Longblaasjes zijn kapot
Vernauwing van luchtpijp-takjes
Aanmaak van te veel slijm
Slide 17 - Drag question
Vraag 5: Welke huidlaag hoort op welke plek?
Lederhuid
Onderhuids bindweefsel
Opperhuid
