3.3 De Berlijnse muur

Deze les:

Behandelen "welk woord weg"

Behandelen leerdoelen vorige les

Enquete invullen via IPAD

- 3.3 De Berlijnse muur

- Wat is de Berlijnse muur"?

- Hoe was het leven in Oost-Duitsland?

- Hoe was het leven in West-Duitsland?

- Wanneer werd de Berlijnse muur gebouwd?

1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze les:

Behandelen "welk woord weg"

Behandelen leerdoelen vorige les

Enquete invullen via IPAD

- 3.3 De Berlijnse muur

- Wat is de Berlijnse muur"?

- Hoe was het leven in Oost-Duitsland?

- Hoe was het leven in West-Duitsland?

- Wanneer werd de Berlijnse muur gebouwd?

Slide 1 - Slide

Welk woord hoort er niet bij?
A
Geallieerden
B
Duitsland
C
Frankrijk
D
Sovjet-Unie

Slide 2 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
Oostblok
B
DDR
C
BRD
D
Communisme

Slide 3 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
Warschaupact
B
Navo
C
Nederland
D
VS

Slide 4 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
Marshallplan
B
West-Europa
C
Oost-Europa
D
Verenigde Staten

Slide 5 - Quiz

In welk jaar begon de Blokkade van Berlijn?
A
1946
B
1947
C
1948
D
1949

Slide 6 - Quiz

Wanneer was de blokkade van Berlijn voorbij?
A
juni 1948
B
juni 1949
C
mei 1948
D
mei 1949

Slide 7 - Quiz

Wat is niet waar over de DDR?
A
De DDR ligt in Polen
B
De DDR lag in de invloedssfeer van de SU
C
De DDR is de officiele naam van Oost Duitsland
D
De DDR lag ten oosten van het Ijzeren Gordijn

Slide 8 - Quiz

BRD is:
A
West Duitsland
B
Oost Duitsland

Slide 9 - Quiz

Berlijnse muur

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Weetjes over de Berlijnse muur:

Gebouwd in de nacht van 13 augustus 1961

162 kilometer lange muur

5000 mensen gevlucht naar West-Berlijn

192 mensen zijn doodgeschoten tijdens hun vluchtpoging

Slide 12 - Slide


 Via de lekkende grens verlieten tussen 1949 en 1961 zo’n 2,6 miljoen mensen de DDR; van hen vluchtten er 47.433 nog in de laatste twee weken voor de bouw van de muur. Aangezien het daarbij grotendeels hoogopgeleide jonge mensen betrof, vormde deze uittocht een grote bedreiging voor de economie van de DDR en zou het uiteindelijk zelfs het voortbestaan van het land in gevaar kunnen komen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide


                      Frieda Schulze

                   77 jaar oud

                   vlucht van Oost

                       naar West Berlijn

Slide 17 - Slide

Oost Berlijn

* Communistisch

* Weinig vrijheden

* Gratis onderwijs en gezondheidszorg, goedkope woningen

West Berlijn

* Kapitalisisch

* Democratisch

* veel goedgeschoolde jongere Oost-Duisters vluchtte naar West-Berlijn

Slide 18 - Slide

Beluister het nummer:

Benoem 3 kenmerken uit dit nummer die te maken hebben met Oost-Berlijn

Benoem 3 kenmerken uit dit nummer die te maken hebben met West-Berlijn

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Nu:

Herhalen

Afmaken 5.3 ( opdracht 12 tot en met 16)

- Wat is de Berlijnse muur"?

- Hoe was het leven in Oost-Duitsland?

- Hoe was het leven in West-Duitsland?

- Wanneer werd de Berlijnse muur gebouwd?

Volgende les: documentaire over vluchtpogingen Berlijn

Slide 21 - Slide

In welk jaar werd de Berlijnse muur gebouwd?

Slide 22 - Open question

Leg in je eigen woorden uit wat het doel was van de Berlijnse muur

Slide 23 - Open question

Wat ben ik deze les te weten
gekomen?

Slide 24 - Mind map

In welk jaar begon de Blokkade van Berlijn?
A
1946
B
1947
C
1948
D
1949

Slide 25 - Quiz

Wanneer was de blokkade van Berlijn voorbij?
A
juni 1948
B
juni 1949
C
mei 1948
D
mei 1949

Slide 26 - Quiz

Wat is niet waar over de DDR?
A
De DDR ligt in Polen
B
De DDR lag in de invloedssfeer van de SU
C
De DDR is de officiele naam van Oost Duitsland
D
De DDR lag ten oosten van het Ijzeren Gordijn

Slide 27 - Quiz

BRD is:
A
West Duitsland
B
Oost Duitsland

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Video

Welk woord hoort er niet bij?
A
Geallieerden
B
Duitsland
C
Frankrijk
D
Sovjet-Unie

Slide 30 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
Oostblok
B
DDR
C
BRD
D
Communisme

Slide 31 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
Warschaupact
B
Navo
C
Nederland
D
VS

Slide 32 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
Marshallplan
B
West-Europa
C
Oost-Europa
D
Verenigde Staten

Slide 33 - Quiz