Voornaamwoorden grammar 1 en 2

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Voornaamwoorden

Persoonlijke, bezittelijke  en vragende voornaamwoorden

Grammar 1 & 2 theme 1

KMH1

Leg uit wat een voornaamwoord is.

Voornaamwoorden

Een woord dat verwijst naar personen, dieren en dingen zonder die met name te noemen. 

Ze komen in plaats van een zelfstandig naamwoord. 

Ze hebben zelf niet echt betekenis, maar verwijzen naar woorden die wel betekenis hebben. 

Persoonlijke voornaamwoorden

I       ik 
you    jij/u/jullie
he    hij
she   zij
it    het

we   wij

they    zij

Examples - Voorbeelden

You are Peter. 
I am a girl.

He is twelve years old.

We live in Holten.

Bezittelijke voornaamwoorden

my    mijn
your    jouw/uw/ jullie
his   zijn
her   haar
its   zijn/haar
our   onze
Their   hun

Examples - voorbeelden

My dog is called Rex.
Your first name is Allen.

Our house is under construction.

Their names are Robin and Kim.

It en Its

Gebruik je voor dingen en dieren/personen waarvan je het geslacht niet weet. 

It has a long tail (dier). 

The dog is black and white and its tail has brown spots. 

Vragende voornaamwoorden

wie    who
wat   what
waar   where
wanneer   when
waarom   why
hoe    how
welk(e)   which

Vragende voornaamwoorden

De vragende voornaamwoorden staan altijd aan het begin van de dag. 

Which gebruik je als je een keuze kunt maken. 

Which colour do you like, red or blue?

Rijtjes stampen

Leer deze twee rijtjes met voornaamwoorden, zodat je deze in de komende jaren kunt gebruiken in Engelse zinnen.

Deze les kun je terug vinden in je klas in je lesson up account.

_____ are my friends. Their names are Brian and Susan.

1. He
2. I
3. They
4. You

____ is your favourite colour? Mine is red.

1. What
2. Which
3. Where
4. When

Oefeningen 

Deze grammatica heb je nodig voor oefeningen 12 en 13 van theme 1.