SOFEFmaart 23

1 / 82
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 4

This lesson contains 82 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 5 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
Kennismaking
Doelen van de training 
Verdiepende instrumenten
Rondleiding in leerling in beeld
Benoemen van de Executieve functies
EF informatie en opdrachten
SEF informatie en opdrachten
Bespreken hoe jullie leerkrachten hierin kunnen begeleiden / Implementatie plan maken 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Kennismaking

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide


explain everything hersen actief betrekken door de leerstof uit te leggen.
Doelen
Aan het einde van de training kan je :

  1.  Aanwijzen waar je de producten en o.a resultaten van Een SEF kunt vinden binnen LIB.
  2. Kun je uitleggen hoe je SEF en EF instrumenten kunt inzetten
  3. Kunnen beschrijven hoe je leerkrachten kunt begeleiden in het gebruik van SEF/ en EF instrument.









Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat wil je vandaag vooral leren?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waar zie je de resultaten?
Dashboard
Leerling profiel
Leerling rapport

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bedenk zelf wat een executieve functie is en geef een voorbeeld
Deel met je buren

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Noem één of meerdere executieve functies

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Een dirigent kan ervoor zorgen dat we uit alle opties van ons denken, voelen en doen de juiste optie kiezen.

Slide 18 - Slide

De muzikanten uit het orkest staan voor alle opties die we hebben. Een dirigent kan ervoor zorgen dat we uit alle opties van ons denken, voelen en doen de juiste optie kiezen. In de literatuur, noemen we deze dirigent ‘executieve functies (EFs)’.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Emotieregulatie
Emotieregulatie is het vermogen om je emoties in de hand te houden, zodat je
doelen kunt realiseren, taken kunt voltooien of gedrag kunt controleren en sturen.
Daarvoor is het belangrijk dat je je emoties herkent en ze kunt beïnvloeden (bijvoorbeeld boosheid onderdrukken). Je gebruikt rationele gedachten om je
emotionele reacties bij te sturen. 

Slide 20 - Slide

Emotie en gedrag kunnen controleren.
Leren omgaan met tegenslagen of teleurstellingen.
Rustig kunnen blijven.
Werkgeheugen
Werkgeheugen is het vermogen om (tijdelijk) informatie in het geheugen vast te houden (en te bewerken), zodat je een (complexe) taak kunt uitvoeren. Daarbij is het belangrijk dat je eerder geleerde vaardigheden, ervaringen of probleemoplossingsstrategieën toepast bij taken die je nu of in de toekomst moet uitvoeren. 

Slide 21 - Slide

Informatie in je geheugen houden bij het uitvoeren van moeilijke taken.
Bewust zijn van hoe je geheugen werkt.
Reactieinhibitie
Reactie-inhibitie (ook wel respons-inhibitie of impulscontrole genoemd) is het
vermogen om je eigen gedrag, handelingen en gedachten op tijd te stoppen.
Het is het vermogen om na te denken voor je iets doet. Als je de neiging kunt
weerstaan om meteen iets te zeggen of te doen, heb je tijd om je een oordeel te
vormen over een situatie. Je kunt dan ook bedenken wat de invloed van jouw
gedrag op de situatie zal zijn

Slide 22 - Slide

Goed nadenken voordat je iets doet of zegt.
Je goed kunnen inhouden of stoppen wanneer nodig.
Volgehouden aandacht
Volgehouden aandacht is het vermogen om je aandacht te blijven richten op een
taak en je niet te laten afleiden.

Slide 23 - Slide

Aandachtig blijven.
Afleiding negeren.
Langere concentratie kunnen afdwingen bij jezelf.
Taakinitiatie
Taakinitiatie is het vermogen om zonder uitstel en op een efficiënte wijze aan een
taak te beginnen. Daarvoor is het belangrijk dat je voorbereidingen treft om
meteen te kunnen beginnen. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Flexibiliteit
Flexibiliteit is het vermogen om op een soepele manier te denken en problemen op te lossen. Daarbij is het belangrijk dat je je gedrag of gedachten kan aanpassen aan een veranderende situatie. Bijvoorbeeld door verschillende manieren te bedenken om een situatie te bekijken of een probleem op te lossen. Flexibiliteit
houdt ook in dat je makkelijk kunt schakelen tussen activiteiten.

Slide 25 - Slide

Flexibel omgaan met veranderingen of tegenslag. 
Tegen iets onverwachts kunnen en niet in paniek raken bij iets onverwachts.
Plannen
Plannen is het vermogen om op een systematische en efficiënte manier een plan
te bedenken om huidige en toekomstige taken te voltooien en doelen te bereiken.
Daarvoor is het belangrijk dat je vooruit kan denken en beslissingen kan nemen
over wat (nu) belangrijk en niet belangrijk is. 

Slide 26 - Slide

Een plan maken en kunnen beslissen wat het belangrijkst is. 
Bedenken wat je nodig hebt voor je werk en dat verzamelen voor je begint.
Organisatie
Organiseren is het vermogen om bepaalde systemen en routines te ontwikkelen en die te gebruiken om informatie en benodigde materialen te ordenen.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Timemanagement
Timemanagement is het vermogen om in te schatten hoeveel tijd je hebt, je tijd te
kunnen indelen en te kunnen werken binnen een tijdslimiet.

Slide 28 - Slide

Tijd inschatten, kunnen verdelen en deadlines halen.
Je goed bewust worden en leren omgaan met tijd
Metacognitie
Metacognitie is het vermogen om je eigen prestatie en proces tijdens het
uitvoeren van een taak te monitoren en waar nodig bij te sturen. Na afloop kijk je terug op de uitvoering en het resultaat van de taak (reflecteren en evalueren) om
ervan te leren (voor een volgende keer).

Slide 29 - Slide

Een stapje terug doen om je jezelf en de situatie te overzien.
Kennis over de eigen kennis.
Doelgericht gedrag
Doelgericht gedrag is het vermogen om een doel te stellen en dat te realiseren
door doelgericht te werk te gaan. Daarvoor is het belangrijk om je niet te laten
afleiden of afschrikken. 

Slide 30 - Slide

Je eigen doelen kunnen bepalen.
Je eigen doelen kunnen behalen.
Doorzetten.

Kun je executieve
functies trainen?
A
JA
B
NEE
C
Een paar
D
1 soort!

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Plannen
Werkgeheugen
Timemanagement
Organisatie
Taakinitiatie
Emotieregulatie
Responsinhibitie
Volgehouden aandacht
Metacognitie
Doelgericht gedrag
Flexibiliteit

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

 signaleringsinstrument 
Het instrument Executieve functies is een signaleringsinstrument voor groepsleerkrachten en/of intern begeleiders. Het instrument heeft als doel om een eerste indruk te krijgen van de
executieve functies van je leerlingen. Samen met de resultaten op de toetsen voor de cognitieve vakken en het instrument Sociaal-emotioneel functioneren geeft het instrument je een breedleerlingbeeld. Op basis van de resultaten en uitslagen kun je je handelen in de klas
optimaliseren.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Observaties

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions


Je kunt de vragenlijsten op elk moment in het schooljaar inzetten (bijvoorbeeld één of twee keer). Je bepaalt zelf hoe je het instrument inzet en wie de vragenlijsten invult.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Keuze 
Wil je voor bepaalde categorieën zowel het perspectief van de leerling als dat
van de leerkracht bekijken? Neem dan beide vragenlijsten af in groep 5 tot en
met 8. Dat levert de meest volledige informatie op. Je kunt er ook voor kiezen om
de leerlingvragenlijst bij alle leerlingen af te nemen en de leerkrachtvragenlijst
alleen bij leerlingen met resultaten die je verrassen. Dit kost minder tijd.
Voor groep 3 en 4 is er alleen de leerkrachtvragenlijst

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Voor diagnostiek op het gebied van executieve functies is het instrument niet geschikt.
Daarvoor zijn gespecialiseerde instrumenten nodig die door of onder supervisie van een gedragswetenschapper (bijv. een orthopedagoog) worden ingezet. Het instrument Executieve functies kun je dus alleen gebruiken om na te gaan of bepaalde aspecten van het executief
functioneren van een leerling of een klas mogelijk extra aandacht nodig hebben.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan om alles uit je afname te halen
Het instrument Executieve functies van Leerling in beeld helpt je om in kaart te brengen hoe een leerling zich ontwikkelt op het gebied van executieve functies. Het geeft een eerste indruk van het algemeen functioneren van de leerling op dit gebied. Indien gewenst, kun je een verdiepend gesprek met de leerling voeren. Dat helpt om te bepalen bij welke aspecten het goed gaat en bij welke aspecten de leerling mogelijk ondersteuning nodig heeft. Samen met eigen observaties en indien beschikbaar informatie uit methoden / programma’s op het gebied van executieve functies geven de resultaten handvatten voor het stellen van doelen en het onderwijsaanbod. In de algemene handleiding krijg je algemene handvatten bij het gebruik van Leerling in beeld. In de handreiking die bij het instrument hoort, vind je concrete tips voor jouw handelen op leerling- en/of groepsniveau. 

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig bekijken(als dat lukt;-)
Instrument Executieve functies 
Zoek in Leerling in beeld naar: Afname-instructie groep 3 tot en met 8 / lees het door en bespreek dit in tweetallen

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Wat geeft het belletjes aan?
A
Het gaat goed met mij
B
Let extra goed op mij
C
Let op mij
D
Geen idee

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Wat geeft het oogje aan?
A
Het gaat goed met mij
B
Let extra goed op mij
C
Let op mij
D
Geen idee

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Welke vragen zou je kunnen stellen a.d.h.v. deze data?

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Om de resultaten voor executieve functies te analyseren, kijk je naar de icoontjes.

• Zijn er categorieën waarop de leerling een signaalscore oogje of belletje heeft?
• Komen de resultaten overeen met je eigen observaties en informatie die je uit andere
bronnen hebt?
• Zijn de uitslagen vanuit het perspectief van de leerkracht en vanuit het perspectief van de
leerling vergelijkbaar?
• Wil je meer zicht op de signaalscores voor bepaalde categorieën? Dan kun je met een
leerling in een verdiepend gesprek proberen te achterhalen wat er precies aan de hand is.
In hoofdstuk 4 staan suggesties voor het voeren van een verdiepend gesprek.
• Wil je de leerling ondersteunen bij zijn verdere ontwikkeling op de categorieën waar hij een
opvallende uitslag heeft? Kijk dan in de handreiking Executieve functies voor concrete tips.
Selecteer de tips die voor deze leerling en/of in jouw groep passend zijn.
• Tip! Bekijk of je kunt combineren. Bijvoorbeeld bij leerlingen die je op hetzelfde punt wilt
begeleiden/ondersteunen. Misschien kun je met deze leerlingen als groep (of zelfs je
hele groep) aan de slag. Dat is wel zo efficiënt.
• Maak je je (ernstige) zorgen over bepaalde signaalscores?  doorverwijzen ?
gedragswetenschapper (bijv. een orthopedagoog) voor nader onderzoek nodig en/of
gewenst is.
• Kijk ook naar de sterke kanten van de leerling. Kun je deze sterke kanten van de leerling
inzetten bij het verder ontwikkelen van de minder sterke kanten van de leerling?
Weet de leerling dat dit zijn sterke kanten zijn? Bespreek dit eventueel met de leerling.
Daarmee ondersteun je het zelfvertrouwen van de leerling en dat helpt mogelijk bij het
verder ontwikkelen van zijn minder sterke punten.

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Trek conclusies en formuleer doelen.

• Welk(e) categorie(ën) vraagt (vragen) aandacht op groepsniveau?
• Welk(e) categorie(ën) vraagt (vragen) aandacht op leerlingniveau? Kun je eventueel
leerlingen clusteren in groepjes met dezelfde ondersteuningsbehoefte?
• Kun je de sterke kanten van de leerling inzetten bij het verder ontwikkelen van zijn minder
sterke kanten?
• Welke tips uit de handreiking (Ga hiervoor naar Cito platform.) ga je inzetten om aan je
doelen te werken? Selecteer de tips die voor deze leerling en/of in jouw groep passend zijn.
• Welke informatie uit je lesmethode of andere relevante materialen die op school aanwezig
zijn, ga je inzetten om aan je doelen te werken?

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Sterke kant
Kijk ook naar de sterke kanten van de leerling. Kun je deze sterke kanten van de leerling
inzetten bij het verder ontwikkelen van de minder sterke kanten van de leerling?
Weet de leerling dat dit zijn sterke kanten zijn? Bespreek dit eventueel met de leerling.
Daarmee ondersteun je het zelfvertrouwen van de leerling en dat helpt mogelijk bij het
verder ontwikkelen van zijn minder sterke punten

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Waar zie je de resultaten?
Dashboard
Leerling profiel
Leerling rapport

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Slide 58 - Slide

This item has no instructions

Verdiepend  gesprek voeren voor een aspect (zie blz. 21 van de handleiding.)
Lees hoe je een verdiepend gesprek voorbereidt en voor het gesprek voor de drie meest onbekende aspecten voor jou.   waar ben je uitgevallen
timer
20:00

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

Handreikingen bekijken in tweetallen, daarna in groepjes bespreken
begin met je te verdiepen in de voor jouw onbekende aspecten 
Noteer een aantal handreikingen die volgens jou snel in te zetten zijn en meerwaarde hebben
Bespreek ook hoe de  leerkrachten ondersteund worden bij de uitvoering van de handelingsplannen.

Slide 60 - Slide

This item has no instructions

Gedragswaaier
Handelingsplannen/ gedragswaaier / koppelen aan
welk plan vanuit ParnasSys

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Geef kort aan waar je aan denkt bij sociaal emotioneel functioneren

Slide 66 - Mind map

This item has no instructions

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig bekijken
Instrument Sociaal emotioneel functioneren
Opdracht: Zoek in Leerling in beeld naar: Afname-instructie  / Sociaal emotioneel functioneren lees het door en bespreek dit in tweetallen.

Slide 71 - Slide

This item has no instructions

Slide 72 - Slide

This item has no instructions

Slide 73 - Slide

This item has no instructions

Slide 74 - Slide

This item has no instructions

Aan de hand van de gegevens op het dashboard kun je jezelf bijvoorbeeld de volgende vragen
stellen:

• Zijn er categorieën waarbij je groep opvallend veel signaalscores heeft? Bijvoorbeeld twee
keer zoveel als je zou verwachten?
• Zijn er categorieën waarbij er opvallend grote verschillen zijn tussen het perspectief van de
leerkracht en dat van de leerling? Bijvoorbeeld twee keer zoveel signaalscores bij het
perspectief van de leerkracht in vergelijking met dat van de leerling?

Slide 75 - Slide

This item has no instructions


Tijdens het kijken naar de domeinen veilige leeromgeving en afwezigheid pestgedrag valt het Rob ook op dat bijna alle leerlingen 'het gaat goed met mij' gescoord hebben op cognitief zelfbeeld.
Hij is wel benieuwd welke leerlingen hierbij toch op een signaalscore zijn uitgekomen.

1. Wat kan hij hiervoor gebruiken?

Slide 76 - Open question

De uitkomsten bij leerlingen onderaan het dashboard
2. Kan hij hier het beste voor signaal of voor domein kiezen?
Domein
signaal
Kan allebei

Slide 77 - Poll

This item has no instructions


Rob komt er hierdoor achter, dat leerling A en leerling B op dit domein een signaalscore hebben
gekregen. Toevallig heeft hij van de week al een gesprek met leerling A en haar ouders gehad en begrijpt hij daardoor de achtergrond van deze uitslag.
De signaalscore bij cognitief zelfbeeld bij leerling B kan Rob nog niet helemaal plaatsen en hij besluit daarom verder te gaan kijken.
Wat zou Rob hiervoor kunnen gebruiken?

Slide 78 - Open question

Verdiepend gesprek, gesprek met ouders, kijken naar het leerlingprofiel, etc.
  Hypothese voor de signaalscore bij cognitief zelfbeeld bij leerling B?

Slide 79 - Slide

Leerling B blijkt de afgelopen twee bloktoetsen van rekenen niet meer alles goed te hebben gehad. Dit heeft haar erg onzeker gemaakt.
Als ze op de gang moet werken aan haar uitdagende werk is ze bang uitleg te missen die ze nodig heeft om geen fouten te maken.
Ze hoopt, door gek te doen in de klas, dat ze dan niet naar de gang mag en zo toch de uitleg te kunnen volgen.
te doen en verveelt zich!’
Hij besluit, dat het voor nu het slimste is om leerling B wat meer complimentjes te geven waardoor haar zelfvertrouwen zal stijgen en voor de andere punten gelijk in te gaan zetten op extra verrijking.

Implemenatie plan maken / afspraken voor EF/SEF
Hoe vaak zet je de instrumenten in? 
Wanneer zet je deze in?
Wie vult de vragenlijsten in?
Hoe communiceer je de afname- instructies?
Analyseren van resultaten blz. 11 en 12 algemene handleiding.
Trek conclusies en formuleer doelen.

Slide 80 - Slide

This item has no instructions

Slide 81 - Slide

This item has no instructions

Slide 82 - Slide

This item has no instructions