deze week LOB-gesprekken met ouder(s)/verzorger(s) (zie hierna)
de hele week: 40-minuten rooster (zie hierna)
kort voorstellen + vertellen over de vakantie
extra Nederlands oefenen: hoe ging dat?
spreekopdracht
Slide 3 - Slide
LOB-gesprekken vandaag
14.30 uur: Malak
15.00 uur: Daniel
16.00 uur: Polina
16.40 uur: Nik
17. 10 uur: Vlad
17.30 uur: Anas
18.00 uur: Vakaris
Slide 4 - Slide
40-minuten rooster
1e 8.20 - 9.00 uur
2e 9.00 - 9.40 uur
pauze tot 10.00 uur
3e 10.00 - 10.40 uur
4e 10.40 - 11.20 uur
pauze tot 11.40 uur
5e 11.40 - 12.20 uur
6e 12.20 - 13.00 uur
Slide 5 - Slide
voorstellen + over de vakantie praten
Noem je naam, je woonplaats en je geboorteland
Vertel wat je in de vakantie hebt gedaan
Slide 6 - Slide
Thuis Nederlands spreken
Slide 7 - Slide
Wat kan je nog meer thuis doen?
Slide 8 - Slide
Wat kan je nog meer thuis doen?
Lezen, bijvoorbeeld voor het slapen.
naar de bibliotheek!
Nederlandse tv kijken (NOS-Jeugdjournaal, Klokhuis enz.) Zoek iets uit wat je leuk vindt!
Nederlandse radio luisteren. Zoek op welke zenders er zijn en wat je leuk vindt.
Slide 9 - Slide
spreekopdracht
Je krijgt een blad met plaatjes.
Kies een plaatje dat bij jou past.
Leg uit waarom je dit plaatje hebt gekozen.
Praat in hele zinnen (dus geen korte antwoorden)
Slide 10 - Slide
Opdracht formulier
Vul op het formulier in hoe jij je gaat voorbereiden op de toetsweek.
Vul in op welke dag/dagen je thuis Nederlands gaat spreken.
Zoek op welke tv-programma's er zijn en vul in welke je gaat kijken.
Zoek op welke Nederlandse radiozenders er zijn en vul in naar welke je gaat luisteren.
Slide 11 - Slide
spreekopdrachten oefenen
Je wilt iets leuks doen met je klas om het jaar af te sluiten. Bedenk twee ideeën. Vertel aan de klas welke ideeën je hebt. Noem een datum en een tijd om dat te gaan doen. Vraag of de klasgenoten meegaan.
Vertel wat je hobby is. Leg uit waarom je dit leuk vindt, waar je dit doet en hoe vaak en hoe lang dit al je hobby is.
Je bent het niet eens met de beoordeling van de docent. Leg uit waarom je de docent wilt spreken en wat je vindt van de beoordeling. Noem minimaal twee redenen waarom je het er niet mee eens bent. Vraag je docent om een oplossing.