NK 6.3 + 6.4 + UL 6.5 en 6.6

Oude leerdoelen 6.3 + 6.4
  1. Ik kan uitleggen wat biologisch evenwicht is. 
  2. Ik kan uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting. 
  3. Ik kan manieren noemen waarop de mens afhankelijk is van het milieu.
  4. Ik kan de 4 manieren noemen waarop mensen in Nederland de natuur beheren. 
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Oude leerdoelen 6.3 + 6.4
  1. Ik kan uitleggen wat biologisch evenwicht is. 
  2. Ik kan uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting. 
  3. Ik kan manieren noemen waarop de mens afhankelijk is van het milieu.
  4. Ik kan de 4 manieren noemen waarop mensen in Nederland de natuur beheren. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

LOG IN OP DEZE LESSONUP

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Populatiegrootte is afhankelijk van:
A
Geboorte
B
Sterfte
C
Emigratie
D
Immigratie

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is populatiegrootte?
A
Aantal verschillende soorten in een gebied.
B
Aantal organismen in het ecosysteem.
C
Aantal organismen in het hele land.
D
Aantal organismen van dezelfde soort in een gebied.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Als er veel voedsel te vinden is, zal de populatiegrootte...
A
Afnemen
B
Toenemen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een biologisch evenwicht?

A
De populatiegrootte schommelt om een evenwichtswaarde heen.
B
Geboorte, sterfte en migratie zorgen voor een biologisch evenwicht.
C
antwoord A en B zijn goed
D
antwoord A en B zijn beiden fout.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Deze samenleving is een...
A
Symbiose
B
Parasitisme

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Deze samenleving is een ...
A
Symbiose
B
Parasitisme

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen voorbeeld van een relatie BINNEN een populatie?
A
Rangorde
B
Territorium
C
Paarvorming
D
Symbiose

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Iemand die het coronavirus draagt noem je een gastheer.
A
waar
B
nietwaar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Buiten de gastheer (een lichaamscel) gaat het coronavirus dood.
A
waar
B
nietwaar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

4. Bij parasitisme heeft de gastheer voordeel van de relatie met de parasiet.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

op welke 6 manieren is de mens afhankelijk van zijn omgeving

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wat is biodiversiteit?
A
Het aantal dieren van een soort in de natuur.
B
Het aantal soorten organismen in de natuur.
C
Het aantal soorten planten in een gebied
D
Het aantal soorten

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is herintroductie van soorten?
A
Nieuwe soorten in de omgeving vrijlaten.
B
Dieren laten aanpassen aan een verandert milieu.
C
Uitgestorven soorten weer terugbrengen van andere gebieden.
D
Natuurgebieden maken.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Een voorbeeld van herintroductie in Nederland is:
A
de komst van 2 reuzenpanda's Wu en Wen in dierentuin Blijdorp
B
de Japanse oester in de Oosterschelde
C
de ooievaar in Nederland

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Lees de tekst.

Welke twee vormen van natuurbeheer komen voor in de tekst?
A
agrarisch natuurbeheer
B
bosbeheer
C
faunabeheer
D
waterbeheer

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk soort beheer?
Zaaien van bloemen langs akkers, zodat daar insecten kunnen leven.
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welk soort beheer?
afschot van zieke herten om lijden te
voorkomen
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

sluit voor nu je chromebook

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 6.5 + 6.6
  1. Ik kan enkele oorzaken en gevolgen noemen van uitputting en vervuiling.
  2. Ik kan enkele oorzaken en gevolgen noemen van klimaatverandering.
  3. Ik kan uitleggen wat duurzaamheid is.
  4. Ik kan aangeven wat duurzame oplossingen voor milieuproblemen in Nederland kunnen zijn. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Invloeden op het milieu
(de afgelopen 50 jaar is het aantal mensen op aarde verdubbeld)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Invloeden op het milieu
Mensen hebben invloed op het milieu, want vaak milieuproblemen veroorzaakt door;
- bevolkingstoename
- de manier van leven van de mens....

Dit zorgt voor veel:
- Vervuiling
- Uitputting

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Pak je boek open op blz. 217
samen afbeeldingen scannen en 
daarna lezen....vanaf uitputting

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Ga aan de slag met 
Maak (online) 
van thema 6
van basisstof 5; opdracht 1 t/m 4 + 6 t/m 9

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 6.5 + 6.6
  1. Ik kan enkele oorzaken en gevolgen noemen van uitputting en vervuiling.
  2. Ik kan enkele oorzaken en gevolgen noemen van klimaatverandering.
  3. Ik kan uitleggen wat duurzaamheid is.
  4. Ik kan aangeven wat duurzame oplossingen voor milieuproblemen in Nederland kunnen zijn. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Duurzaamheid

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat doe ik zelf al aan duurzaamheid:
Gratis:
  • Afval goed scheiden (beschikbaar maken voor recyclen)
  • Voorwerp opnieuw gebruiken (2de hands) 
  • Met de fiets naar school & boodschappen doen
  • Niet meer eten kopen dan ik gebruik & anders tijdig invriezen
  • Kleding afdragen (minder goede kleding gebruiken voor klussen en tuinieren).
  • Iets korter douchen.
  • kiezen voor kartonnen verpakking i.p.v. plastic verpak.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat doe ik zelf al aan duurzaamheid:
Kost geld, maar ook gedaan:
(soms levert het daarna dan ook weer geld op):
  • kapotte elektrische fietsen opknappen om mee te fietsen
  • heel veel zonnepanelen op het dak leggen
  • huis isoleren (dak, ramen, muren, vloer)
  • gastank weg en alles op elektriciteit verwarmen (huis en water)
  • oude dieselbus omruilen voor elektrische auto
  • timers installeren om alleen stroom te gebruiken als de stroom goedkoper is. 


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Duurzaamheid
Duurzaamheid: ervoor zorgen dat het milieu geen schade krijgt door jou. 
Oplossingen
- duurzame energie
- duurzame grondstoffen
- duurzame landbouw 
- minder vervuiling 
- minder broeikasgassen 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

1 = Duurzame energie
  • windenenergie
  • zonne-energie
  • biomassa
(verbranden afval 
van planten en 
dieren om 
elektriciteit op te 
wekken) 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

2 = Duurzame grondstoffen
Hergebruik
Voorwerp opnieuw gebruiken

Recycling
Als grondstoffen gebruikt voor nieuwe producten

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Duurzame grondstoffen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

3 = Duurzame landbouw
Precisielandbouw en kringlooplandbouw zijn ook voorbeelden van duurzame landbouw.

Slide 34 - Slide

Leg uit wat duurzame landbouw is en bespreek enkele voorbeelden.
4. Minder vervuiling
  • schadelijke afvalstoffen netjes verwerken
  • afval niet in het milieu
  • minder veeteelt
  • meer ov
  • open haard
  • vuurwerk
  • consumptie
  • fast fashion

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

 broeikasgassen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

6. Zelf duurzame 
keuzen maken

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

huiswerk = 
Maak (online) 
van thema 6
van basisstof 5; opdracht 1 t/m 4 + 6 t/m 9
van basisstof 6; opdracht 1 t/m 3 + 5 t/m 9

PROEFWERK thema 6 (6.1 t/m 6.6) = maandag 9 oktober!

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 39 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.