What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
HV3 - Die Verben - Modalverben
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
4 videos
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
die Wochentage und Tageszeiten
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
learngerman.dw.com
Slide 4 - Link
Grammatik Wiederholung
Slide 5 - Slide
Das Lernziel
Grammatik Wiederholung
An die Arbeit
Was machen wir heute?
Slide 6 - Slide
Lernziele
Ik kan, aan het einde van de les, de werkwoorden in het Duits vervoegen.
Slide 7 - Slide
Grammatik
Die Verben = De Werkwoorden
Wat weet je er nog van?
Slide 8 - Slide
Hoe maak je de stam van een werkwoord?
A
hele werkwoord + en
B
hele werkwoord - en
C
stam + en
D
stam - en
Slide 9 - Quiz
Zwakke werkwoord:
Welke uitgang hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord? Sleep de
blauwe
vakjes naar de
rode
.
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
st
t
en
t
en
e
Slide 10 - Drag question
Kies de juiste vorm van het werkwoord.
(tanzen) Wir ... die ganze Nacht.
A
tanzen
B
tanzt
C
tanze
Slide 11 - Quiz
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
(bestellen) Ich ... eine Pizza.
Slide 12 - Open question
Grammatik
Dit gedeelte heb je geleerd in thema 2. Er komen nu nieuwe regels bij.
Stam op s-klank
Stam op -d of -t
Bekijk op de volgende dia het filmpje
Slide 13 - Slide
2
Slide 14 - Video
03:29
Stam -d of -t
Stam maken en onderwerp in de zin zoeken blijven hetzelfde.
Er zijn 3 uitzonderingen met de
uitgang
wanneer de stam op een -d of -t eindigt. Bekijk de tabel hiernaast goed.
Wat is er anders?
Bij
du, er/sie/es en ihr
komt er een extra
-e-
tussen de stam en de uitgang. De uitgangen blijven hetzelfde.
Waarom zou dat anders zijn?
Duitsers kunnen het woord anders niet goed uitspreken.
Pers. vnw
basisregel
stam op -d of -t
ich
e
e
du
st
e
st
er/sie/es
t
e
t
wir
en
en
ihr
t
e
t
sie/Sie
en
en
Slide 15 - Slide
04:14
Stam op s-klank
Stam maken en onderwerp in de zin zoeken blijven hetzelfde.
Er is 1 uitzondering met de
uitgang
wanneer de stam op een s-klank eindigd.. Bekijk de tabel hieronder goed.
Wat is er anders?
Bij
du
komt er alleen een t als uitgang.
Waarom zou dat anders zijn?
De stam eindigt al op een s-klank, dus hoeft er geen extra s bij te komen.
Wat zijn s-klanken?
S - SS - ß - SCH - Z - X
Pers. vnw
basisregel
stam op s-klank
ich
e
e
du
st
t
er/sie/es
t
t
wir
en
en
ihr
t
t
sie/Sie
en
en
Slide 16 - Slide
die Modalverben
dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
ich darf
du darfst
er/es/sie darf
ich kann
du kannst
er/es/sie kann
ich mag
du magst
er/es/sie mag
ich muss
du musst
er/es/sie muss
ich soll
du sollst
er/es/sie soll
ich will
du willst
er/es/sie will
Slide 17 - Drag question
Slide 18 - Video
Modalverb
"wissen"
weiß
weißt
weiß
wissen
wisst
wissen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 19 - Drag question
Modalverb
"müssen"
muss
musst
muss
müssen
müsst
müssen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 20 - Drag question
Modalverb
"können"
kann
kannst
kann
können
könnt
können
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 21 - Drag question
Modalverb
"dürfen"
darf
darfst
darf
dürfen
dürft
dürfen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 22 - Drag question
Modalverben
dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
Darf ich ...?
Kann ich ...?
Ich mag ...
Ich muss ...
Soll ich ...?
Ich will
mag ik
kan ik
ik lust
ik moet
moet ik
ik wil
Slide 23 - Drag question
Verbinde die Modalverben mit der Bedeutung.
kunnen
mogen, toestemming hebben
leuk vinden, lusten, aardig vinden
mögen
dürfen
können
Slide 24 - Drag question
Slide 25 - Video
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Veranderen van klank
Verandert niet van klank
Voltooid deelwoord eindigt op -en
Voltooid deelwoord eindigt op d/t
lopen
maken
geven
spelen
Slide 26 - Drag question
Modaal werkwoord
Sterk werkwoord
essen
nehmen
möchten
können
dürfen
Slide 27 - Drag question
Sleep de woorden naar het juiste vak
Zwakke werkwoorden
sterke werkwoorden
machen
laufen
schlafen
tanzen
Slide 28 - Drag question
Sleep de juiste werkwoorden naar de juiste tabel.
Welke zijn zwak en welke zijn sterk?
ich mache wir machen
du machst ihr macht
er macht Sie/sie machen
ich fahre wir fahren
du fährst ihr fahrt
er fährt Sie/sie fahren
anfangen
arbeiten
brauchen
fallen
halten
kaufen
lassen
lernen
Slide 29 - Drag question
Sterke werkwoorden met
a
in de stam.
Sterke werkwoorden met
e
in de stam.
du/er/sie/es
er fährt
wir sprechen
a verandert in ä
ich lese
e verandert in i bij een korte klank
ich sehe
du siehst
ich laufe
du läufst
Tegenwoordige tijd
machen
Slide 30 - Drag question
onregelmatige werkwoorden
modale werkwoorden + wissen
regelmatige zwakke werkwoorden
regelmatige sterke werkwoorden
wohnen
sein
fahren
mögen
tanzen
müssen
schlafen
Slide 31 - Drag question
zwakke werkwoorden
sterke werkwoorden
wohnen
fahren
machen
sehen
Slide 32 - Drag question
More lessons like this
HNE Duits V2: Wiederholung Grammatik
June 2024
- Lesson with
39 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
e - i wechsel Kapitel 5 3GT 7e editie
April 2022
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Kap 8 A Modalverben können, dürfen, müssen, wissen
April 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
K4 Duits basisgrammatica (4, 5)
September 2023
- Lesson with
45 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Die Modalverben
October 2024
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Modalverben
May 2023
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kap 8 A Modalverben können, dürfen, müssen, wissen
October 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Modalverben
January 2024
- Lesson with
50 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1