This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Dierverzorging
Dierverzorging
Slide 1 - Slide
Huisdierverzorging
Doelen:
Wo 1.7.5 Ik kan iets vertellen over de leefgewoonten en levensbehoeften van dieren in mijn omgeving
Ik weet aan het eind van de les de regel van schoonmaken: Van buiten naar binnen schoonmaken en kan hierbij een voorbeeld noemen
Verdiepingsopdracht
Het maken van de PowerPoint uit de les over blessures
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Dieren verzorgen
Een huisdier heeft verzorging, aandacht en ruimte nodig.
een Hond bijvoorbeeld:
water en voedsel
beweging en uitlaten
speel- en leefruimte
Slide 4 - Slide
Heb jij een huisdier/huisdieren? Zo ja, welke?
Slide 5 - Open question
Wie is er verantwoordelijk voor de zorg voor het huisdier?
Slide 6 - Open question
Wat zijn de voordelen van het hebben van een huisdier?
Slide 7 - Open question
Wat zijn de nadelen van het hebben van een huisdier?
Slide 8 - Open question
Een huisdier kost
tijd en moeite. En geld.
Wil je een huisdier?
Denk dan eerst goed na of je de
verzorging op je wilt en kunt nemen.
En of je voldoende geld hebt om ervoor te zorgen.
Een huisdier neem je vaak voor jaren dus denk hier goed over na.
Slide 9 - Slide
Welk soort huisdier
past bij jou?
We doen een test.
Schrijf telkens op of je A, B of C koos.
Straks ga je tellen: welke letter heb je het meeste gekozen.
Slide 10 - Slide
Zijn er gezinsleden thuis?
A
Nee, wij zijn vaak allemaal weg
B
Overdag zijn we vaak weg, maar 's avonds is er vaak wel iemand thuis.
C
Ja, er is altijd wel iemand thuis bij ons
Slide 11 - Quiz
Wat is de grootte van jullie woning?
A
klein
B
gemiddeld
C
ruim en groot
Slide 12 - Quiz
Ben je met huisdieren opgegroeid?
A
Nee, we hebben nooit huisdieren gehad
B
Ja, met één huisdier
C
Ja, met meerdere huisdieren
Slide 13 - Quiz
Met hoeveel kinderen zijn jullie thuis?
A
Alleen ik
B
Twee kinderen
C
Drie of meer
Slide 14 - Quiz
Hechten je ouders veel waarde aan het interieur thuis?
A
Ja, heel veel, alles moet netjes en opgeruimd zijn
B
Ja, maar het is soms ook wel rommelig en dingen gaan wel eens kapot
C
Nee hoor, er wordt volop geleefd!
Slide 15 - Quiz
Vinden je ouders het vervelend als het huis rommelig is?
A
Ja, Ze willen alles keurig en netjes hebben
B
Een beetje
C
Nee, totaal niet
Slide 16 - Quiz
Tel hoe vaak je A, B of C hebt geantwoord.
Slide 17 - Slide
Ik koos vooral A
Je hebt weinig tijd en/of ruimte voor een huisdier. Je kunt ervoor kiezen om toch geen huisdier te nemen, of je moet een huisdier kiezen die weinig tijd en aandacht kost. Voor een hond of kat is het misschien zielig als je te weinig ruimte hebt. Een knaagdier of vis is voor jou geschikter.
Slide 18 - Slide
Ik koos vooral B
Waarschijnlijk wil je een huisdier die veel tijd kost, maar je twijfelt nog of dit lukt. Denk er daarom goed over na. Als je echt dol bent op een kat of hond, kun je er ook voor kiezen om extra tijd vrij te maken. Een vogel is ook een goede optie voor jou. Vogels kosten iets minder tijd, maar kunnen ook erg gezellig zijn in huis.
Slide 19 - Slide
Ik koos vooral C
Je hebt alle ruimte en alle tijd voor een huisdier.
Kies een kat of hond die je uren kunt vertroetelen. Met een hond kun je uren wandelen, dus dat is misschien de beste optie voor jou.
Slide 20 - Slide
Een ziek dier
merk je aan gedrag
geef vers water en vers voer
controleer slaapplek of hok
kijk of je spuug, diarree of iets anders ziet
blijf je huisdier goed in de gaten houden
zoek informatie
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
De dierenarts
... onderzoekt het dier.
... geeft advies over de behandeling.
... kan medicijnen geven, de voeding aanpassen, etc.
Slide 23 - Slide
Een ernstig ziek dier
Een behandeling is niet altijd verstandig.
Je huisdier kan heel ernstig ziek zijn.
Soms is het beter om het zieke dier niet te behandelen. Bijvoorbeeld omdat het dier toch niet beter zal worden. Of omdat het dier té veel pijn heeft, of omdat de behandeling veel te duur is.
Slide 24 - Slide
Dan moet je misschien jouw dier laten inslapen.
Ook al is dat heel verdrietig. Zo'n beslissing neem je samen met je dierenarts en familie.
Slide 25 - Slide
Praktische opdracht
Stel je voor.... je mag een huisdier uitzoeken.
Welk dier kies je? Waarom?
Wat zijn de leefgewoontes?
Wat zijn de levensbehoeftes?
Wat moet je allemaal aanschaffen?
Zoek je antwoorden op en maak er een presentatie over.