Handel met het buitenland

HANDEL MET HET BUITENLAND
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

HANDEL MET HET BUITENLAND

Slide 1 - Slide

Terugblik
Internationale handel
Import en export
Het nationaal inkomen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Na deze les:
  • weet je wat het nationaal inkomen is
  • kan je het verschil uitleggen tussen een open en gesloten economie
  • kan je de import- en exportquote berekenen
  • weet je welke afspraken er in de Europese Unie zijn gemaakt
  • weet je wat het Europese monetaire unie is
  • weet je wat het Europese centrale bank is en wat de taken ervan zijn

Slide 3 - Slide

Nationaal inkomen

Het nationaal inkomen is alle inkomens van de inwoners van ons land bij elkaar opgeteld.
  

Als je wilt bepalen hoe belangrijk de internationale handel voor ons land is, dan vergelijk je de totale invoerwaarde of totale uitvoerwaarde van Nederland met ons nationaal inkomen.

Slide 4 - Slide

Import- en exportquote


De importquote is de totale invoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen. Totale invoerwaarde ÷ nationaal inkomen x 100 = …%
 

De exportquote is de totale uitvoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen. Totale uitvoerwaarde ÷ nationaal inkomen x 100 = …%

Hoe hoger de import- en exportquote, hoe belangrijker de internationale handel voor een land is.


Slide 5 - Slide

Open en gesloten economie
Nederland heeft een open economie omdat het afhankelijk is van internationale handel. Dat zie je aan de hoge importquote en exportquote

Landen die naar verhouding weinig in- en uitvoeren ten opzichte van hun nationaal inkomen hebben een meer gesloten economie.

Slide 6 - Slide

Voorbeeld berekening
Nederland heeft in een bepaald jaar een nationaal inkomen van € 680 miljard.
De totale invoerwaarde in dat jaar is € 485 miljard.
Importquote: € 485 miljard ÷ € 680 miljard x 100 = 71,3%


Slide 7 - Slide

Samenvattend....

Slide 8 - Slide

Rekenopdracht

Slide 9 - Slide

Antwoord
a) € 4,8 miljard / € 40 miljard × 100 = 12,0%. De importquote is 12,0%.
€ 3,9 miljard / € 40 miljard × 100 = 9,8%. De exportquote is 9,8%.

b) Vergeleken met Nederland heeft Noord-Korea:
- Een gesloten economie (het voert weinig in en uit ten opzichte van het nationaal inkomen).





Slide 10 - Slide

EU: Europese Unie
EMU: Europese Monetaire Unie
ECB: Europese Centrale Bank

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Europese Unie
27 lidstaten van de EU, vormen samen een interne markt. 
Er is vrijhandel binnen de EU - Geen protectiemaatregelen.

Vrij verkeer van:
  • goederen en diensten (vrijhandel)
  • personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
  • kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)

Slide 13 - Slide

EMU = Europese Monetaire Unie
De Europese Monetaire Unie (ook wel eurozone) bestaat uit de landen binnen de EU die de euro gebruiken als betaalmiddel.

  • Handel gaat makkelijker met dezelfde munt
  • Geen kosten voor omwisselen valuta

Slide 14 - Slide

ECB= Europese Centrale Bank
de centrale bank van de landen met de euro

 

Slide 15 - Slide

Opgaven
- Pak je telefoon
- Open de LessonUp app Of ga naar www.lessonup.app
- Voer de code in
- Log in of registreer je, vul je eigen naam in
- Gebruik je rekenmachine
- Start met de opgaven 

Slide 16 - Slide

Verder

Maak opdrachten paragraaf 8.1 
Deze week huiswerk 8.1 & 8.2

Slide 17 - Slide

                                                                                                                                                                                                          Vragen?

Slide 18 - Slide