M3 Chap 5 extra opdrachten Grammaire

Nakijken extra opdrachten Chap 5
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nakijken extra opdrachten Chap 5

Slide 1 - Slide

opdrachten uit het werkboek B
30 d
31 d-e
32

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

30d
1    nouvelle               
2    premiers                
3    heureux               
4    talentueux
5    fière  
6    bonne   

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

31d
1    petit garçon -
2    beaux matchs -
3    - équipe française
4    - match captivant
5    - gardien de but célèbre
6    jeune sportif -

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

31e
1    - garçon sportif
2    - sports dangereux
3    - chansons françaises
4    nouveau CD -
5    beaux textes -
6    - garçon enthousiaste

Slide 8 - Slide

32
Voorbeeldantwoord(en)
1    Il habite dans une grande maison.   
2   Ces jeunes sont sportifs.
3   Elles aiment les robes rouges. 
4   Mon père a une nouvelle voiture.




Slide 9 - Slide

extra opdrachten "grammaire"
l'imparfait [onvoltooid verleden tijd]


Slide 10 - Slide

stappenplan
l'imparfait [onvoltooid verleden tijd]

1. neem de nous-vorm van de présent / tegenwoordige tijd
2. nous + ons eraf halen
3. goede uitgang erachter plakken

Slide 11 - Slide

er was/er waren
ik was
dat was
ik had
wij hadden
ik koos
hij lachte
il y avait
j'étais
c'était
j'avais
nous avions
je choisissais
il rigolait

Slide 12 - Slide

zij lachten
jullie wonnen
jij hield van
hij vond
wij eindigden
zij speelde
ik speelde
ils rigolaient
vous gagniez
tu aimais
il trouvait
nous finissions
elle jouait
je jouais

Slide 13 - Slide

jij begon
hij begon
wij begonnen
ik sliep uit

wij turnden
zij dansten

tu commençais
il commençait
nous commençions
je faisais la grasse            
                             matinée
nous faisions de la gym
ils faisaient de la danse

Slide 14 - Slide

ik zwom
hij tenniste
zij basketbalden
zij hockeyde
ik dacht na
hij eindigde
u keek
je faisais de la natation
il faisait du tennis
ils faisaient du basket
elle faisait du hockey
il réfléchissait
il finissait
vous regardiez

Slide 15 - Slide

de man woonde
het kind groeide
hij eindigde

l'homme habitait
l'enfant grandissait
il finissait

Slide 16 - Slide

extra opdrachten "grammaire"
bijvoeglijk naamwoord


Slide 17 - Slide

stappenplan
bijvoeglijke naamwoord

1.  Vertaal het bijv.nw.
2. Welke vorm moet ik maken:  is dit bijv.nw. onregelmatig?
                                                                                           3. Pas het woord aan!                 

Slide 18 - Slide

stappenplan
bijvoeglijke naamwoord

1.  Vertaal het bijv.nw.
2. Welke vorm moet ik maken:  is dit bijv.nw. onregelmatig?
3. Pas het woord aan!
4. Moet het bijv.nw.  achter (of voor) het zelfstandig naamwoord?             

Slide 19 - Slide

une petite fille
une fille italienne
les garçons sportifs
une sport dangereux
les vêtements noirs
les chaussures chères
un grand fan
un rappeur français
un sport en salle
                   formidable
une petite salle
les chevaux
             enthousiastes
une cousine contente

Slide 20 - Slide

une nouvelle gitare
un bon lieu
les petits frères
ils sont intelligents
ce sont des livres
                            difficiles
leur meilleur clavier
un homme célèbre
la grande batterie
les enfants de la famille sont
                                             sportifs
je suis heureu(x)/(se)
une belle date
un gardien de but célèbre
les chansons françaises
un spectateur enthousiaste

Slide 21 - Slide

une nouvelle semaine
un homme drôle

Slide 22 - Slide

les phrases-clés
Oefen goed met de zinnen.
Op het stencil staan alle zinnen, inclusief de schuine gedeelten.
Die kunnen veranderenen met woorden die jij dit hoofdstuk gehad hebt.

Slide 23 - Slide

leesvaardigheid
Oefen met de teksten uit je tekstboek en de teksten die je gekregen hebt.

Onderstreep steeds waar jij iets hebt gevonden.
Mag ook op de toets!

Succes met leren!

Slide 24 - Slide