Les 07-12-2020, 6.1 t/m 6.7

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, huiswerk controle en welkom!
4 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
10 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen

1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, huiswerk controle en welkom!
4 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
10 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Slide

Bereken de invoerwaarde in 2010.

Slide 2 - Open question

Uitwerking
2014 = basisjaar met een waarde van 300
2010 = indexcijfer van 83

FORMULE: waarde basisjaar x indexcijfer gewenst jaar / 100

300 x 83 / 100 = 249

Slide 3 - Slide


Wat is het indexcijfer van 2015?
A
90
B
91
C
92
D
93

Slide 4 - Quiz

Hoe bereken je het indexcijfer van 2015?

Basisjaar 2014 = 100 = € 2,75
2,51/2,75 *100 = 91

Slide 5 - Slide

Leerdoelen:
1. Je kent het verschil tussen consumenten / producenten en goederen / diensten.
2. Je kan de betalingsbereidheid van producenten en consumenten berekenen.
3. Je kan de vraag- en aanbodlijn tekenen.
HUISWERK: Opdrachten 6.1 t/m 6.7

Slide 6 - Slide

Concrete markt: markt die je kunt bezoeken (bv weekmarkt)
Abstracte markt: markt die je niet kunt bezoeken (bv woningmarkt)

Slide 7 - Slide


VRAAG van Consumenten:
Die kopen goederen en diensten (om in behoeften te voorzien)

&

AANBOD van Producenten (bedrijven en overheid): 
Die verkopen goederen en diensten 

Slide 8 - Slide




GOEDEREN --> TASTBAAR

DIENSTEN --> NIET TASTBAAR


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

We gaan nu kijken naar de vraag en aanbod van hotdogs!!

Slide 11 - Slide

Vraagfunctie 
Qv = de gevraagde hoeveelheid van product x
p = prijs van product x
a= de mate waarin de vraag reageert op veranderingen in de prijs
b = het gedeelte van de vraag dat niet afhankelijk is van de prijs
qv=ap+b

Slide 12 - Slide

Wat valt 
jullie op? 
(zie volgende dia)
Formule:   Qv= -2000P+10.000
De vraag naar Hotdogs

Slide 13 - Slide

Er is een NEGATIEF verband tussen prijs en gevraagde hoeveelheid:

  • prijs stijgt -->gevraagde hoeveelheid daalt
  • prijs daalt --> gevraagde hoeveelheid stijgt
  • In de formule zie je dat aan het -teken voor de P 

Slide 14 - Slide

De vraagcurve (vraaglijn)
Formule:   
Qv= -2000P+10.000

Slide 15 - Slide

Aanbodfunctie
Qa = de aangeboden hoeveelheid van product x
p = de prijs van product x
a = de mate waarin het aanbod reageert op veranderingen in de prijs
b = het gedeelte van de vraag dat niet afhankelijk is van de prijs
qa=apb

Slide 16 - Slide

Het aanbod van hotdogs
Wat valt jullie op?
(zie volgende dia)
Qa= 2500P-1250

Slide 17 - Slide

Er is een POSITIEF verband tussen prijs en aangeboden hoeveelheid:
  • prijs stijgt -->aangeboden hoeveelheid stijgt ook
  • prijs daalt --> gevraagde hoeveelheid daalt ook
  • In de formule zie je dat aan het +teken voor de P

Slide 18 - Slide

De aanbodcurve (aanbodlijn)
Formule:
Qa= 2500P-1250

Slide 19 - Slide

VRAAGVraag 
Aanbod
            VRAAG
         AANBOD
Formule:
Qa= 2500P-1250
Formule:   
Qv= -2000P+10.000

Slide 20 - Slide


BETALINGSBEREIDHEID


De vraaglijn laat zien wat de betalingsbereidheid is van de vragers. Dus de maximale betalingsbereidheid is de hoogste prijs die de vragers er voor over hebben! (aflezen in grafiek: hoogste punt van de vraaglijn dus bij Qv=0)

Slide 21 - Slide


LEVERINGSBEREIDHEID


De aanbodlijn laat zien wat de leveringsbereidheid is van de aanbieders. Dus de minimale leveringsbereidheid is de laagste prijs die de aanbieders voor hun product willen ontvangen
(aflezen in grafiek: laagste punt van aanbodlijn dus bij Qa =0)

Slide 22 - Slide

Aan de slag!
Wat? Opdrachten 6.1 t/m 6.7
Hoe? In je werboek
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of ga verder met eco

timer
10:00

Slide 23 - Slide

De prijs stijgt. Wat gebeurt er met het aanbod?
A
Neemt af
B
neemt toe
C
verandert niets
D
schiet mij maar lek

Slide 24 - Quiz

De vraag daalt. Wat gebeurt er met de prijs?
A
Die zal dalen
B
Die zal stijgen
C
Er verandert niets
D
Schiet mij maar lek

Slide 25 - Quiz

Er is een slechte aardappeloogst. Wat is een logisch gevolg?
A
De vraag neemt toe
B
De vraag neemt af
C
De aanbodprijs neemt toe
D
We gaan meer ijsjes eten

Slide 26 - Quiz

HUISWERK
Opdrachten 6.1 t/m 6.7

Slide 27 - Slide