Microbiologie 1.2.7 H14 compleet

Immunologie
Hoofdstuk 14
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Immunologie
Hoofdstuk 14

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 14
§ 1 t/m 7 behandelen 
§ 8 en verder komt bij de medische richting terug

Slide 2 - Slide

Immunologie
Wetenschap die de afweer en weerstand onderzoekt

Slide 3 - Slide

Afweerlinies
  1. Passieve barrières
    Barrières  aan de buitenzijde van ons lichaam

  2. Aangeboren afweer 
    Cellen die actief zijn voor de afweer, maar niet specifiek werken

  3. Verworven afweer 
    Cellen die geactiveerd moeten worden, maar wel specifiek werken

Slide 4 - Slide

Een stukje geschiedenis
De ontdekking van de microscoop heeft veel duidelijk gemaakt

De Grieken ontdekten al dat je sommige ziekten maar één keer krijgt

Slide 5 - Slide

Verworven immuniteit
Actief verworven immuniteit
Ziekte doorgemaakt

Passief verworven immuniteit
Doorgegeven door de moeder

Slide 6 - Slide

Koeienpokken
Edward Jenner
Koeienpokken - mensenpokken

vaccinatie
kunstmatig verworven immuniteit

Slide 7 - Slide

Vaccinatie
Louis Pasteur

Kweken - verzwakken - inenten

Virulentie = ziekmakend vermogen

Slide 8 - Slide

Cellulaire immuniteit
Metchnikoff 

Fagocyterende beweeglijke cellen

Slide 9 - Slide

Antilichaam en antigenen
Antilichaam = 
beschermende stof

Antigeen = 
een stof die in staat is om een
immunologische reactie op te roepen

Slide 10 - Slide

Deze vorm van afweer bevindt zich aan de buitenzijde van het lichaam
A
Passieve barrière
B
Aangeboren afweer
C
Verworven afweer

Slide 11 - Quiz

Deze vorm van afweer is niet specifiek
A
Passieve barrière
B
Aangeboren afweer
C
Verworven afweer

Slide 12 - Quiz

Deze vorm van afweer is specifiek
A
Passieve barrière
B
Aangeboren afweer
C
Verworven afweer

Slide 13 - Quiz

Vaccinatie
A
Passieve barrière
B
Aangeboren afweer
C
Verworven afweer
D
Kunstmatig verworven afweer

Slide 14 - Quiz

Veroorzakers infectieziekten
Bacteriën
Virussen
Schimmels
Protozoën

Slide 15 - Slide

Indeling micro-organismen
Parasieten

Commensalen
Saprofyten


Slide 16 - Slide

Parasieten
Micro-organismen die ten nadele van de gastheer leven
Veroorzaken infectieziekten (pathogeen)

Slide 17 - Slide

Commensalen
Micro-organismen die niet ten nadele van de gastheer leven. 
In enkele gevallen heeft de gastheer zelfs voordelen

Slide 18 - Slide

Saprofyten
Micro-organismen die op dode organische stoffen groeien

Slide 19 - Slide

Binnendringen van lichaam
Natuurlijke openingen
  • Ogen
  • Neus
  • Mond
  • Urinewegen
  • Anus
  • Vagina

Slide 20 - Slide

Binnendringen van lichaam
Huid
  • Huidfollikels
  • Zweetporiën
  • Insectenbeten
  • Besmette naalden

Slide 21 - Slide



Water
  • Cholera
  • Tyfus
  • Reizigersdiarree




Voedsel
  • Rauw vlees
  • Niet hygiënisch bereid
  • Aërosolen

Verspreiding

Slide 22 - Slide


Directe aanraking
SOA’s


Dieren
Ziekten die bij dieren voorkomen, maar ook de mens kunnen besmetten
Ziekten kunnen ook overgedragen worden door dieren, zonder dat de dieren er zelf ziek van zijn. (Vector)

Verspreiding

Slide 23 - Slide

Ziektes die overgedragen worden van dier naar mens

Slide 24 - Mind map

Wat zijn saprofyten
A
m.o. die zich ten nadelen van de gastheer ontwikkelen
B
m.o. waar de gastheer geen hinder van ondervindt
C
m.o. die op dode organische stoffen groeien

Slide 25 - Quiz

Wat zijn commensalen
A
m.o. die zich ten nadelen van de gastheer ontwikkelen
B
m.o. waar de gastheer geen hinder van ondervindt
C
m.o. die op dode organische stoffen groeien

Slide 26 - Quiz

Wat zijn parasieten
A
m.o. die zich ten nadelen van de gastheer ontwikkelen
B
m.o. waar de gastheer geen hinder van ondervindt
C
m.o. die op dode organische stoffen groeien

Slide 27 - Quiz

Minimale infectieuze dosis
Aantal micro-organismen dat nodig is om ziekte te veroorzaken


Virulentie -> ziekmakend vermogen van de pathogeen

Conditie gastheer ->
Gastheer met verminderde weerstand wordt sneller ziek


Slide 28 - Slide

Toxinen
Microbiële producten die in een kleine concentratie al een giftige werking hebben


Slide 29 - Slide

Toxinen
Exotoxinen
Eiwitten geproduceerd door de pathogene micro-organisme

Endotoxinen
Bestanddelen van de celwand van Gram-negatieve bacteriën die een giftige werking hebben als de bacterie sterft.

Slide 30 - Slide

Met welke term wordt het volgende bedoeld:
de mate van het ziekmakend vermogen van een micro-organisme
A
Virulentie
B
Pathogeniteit

Slide 31 - Quiz

Met welke term wordt het volgende bedoeld:
het vermogen van een micro-organisme om ziekte te kunnen veroorzaken
A
Virulentie
B
Pathogeniteit

Slide 32 - Quiz

Wat is een juiste definitie van infectie?
A
De vermenigvuldiging van in het lichaam binnengedrongen pathogene micro-organismen.
B
de weerstand van het lichaam tegen het koloniseren van micro-organismen
C
de mate van pathogeniteit van een micro-organisme
D
het vermogen van een micro-organisme om bij mens ziekte te kunnen veroorzaken

Slide 33 - Quiz

Barrières 
Mechanische barrière

Biologische barrière

Chemische barrière

Slide 34 - Slide

Mechanische barrière
Epitheelweefsel
Vocht

Slide 35 - Slide

Biologische barrière
Microbioom
  • Residente flora
  • Transiënte flora

Slide 36 - Slide

Chemische barrière
Lactoferrine
Lysosym
Talg
Zuur

Slide 37 - Slide

Lysosym is een voorbeeld van een:
A
chemische barrière
B
biologische barrière
C
mechanische barrière

Slide 38 - Quiz

Microbioom is een voorbeeld van een:
A
chemische barrière
B
biologische barrière
C
mechanische barrière

Slide 39 - Quiz

Darmperistaltiek is een voorbeeld van een:
A
chemische barrière
B
biologische barrière
C
mechanische barrière

Slide 40 - Quiz

Aan de slag
Hoofdstuk 14 t/m opdracht 15

Slide 41 - Slide