Week 48 Sinterklaas

Sinterklaas quiz
1 / 26
next
Slide 1: Slide
sinterklaasBasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slide and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Sinterklaas quiz

Slide 1 - Slide

Hoeveel letters heeft het woord Sinterklaas?
A
10
B
11
C
12
D
9

Slide 2 - Quiz

De appeltjes van Oranje zijn eigenlijk...
A
gewoon appels
B
pompoenen
C
sinaasappels en mandarijnen
D
abrikozen

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Met welk vervoersmiddel komt sinterklaas naar Nederland?
A
met een speedboot
B
met een stoomtrein
C
met een stoomboot
D
met een kano

Slide 5 - Quiz

Wie staat er te lachen?
A
Piet
B
Sinterklaas
C
De kapitein
D
Het paard

Slide 6 - Quiz

Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is...
A
straf
B
de roe
C
niks

Slide 7 - Quiz

Zie ginds komt de stoomboot is het bekendste Sinterklaasliedje
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Hoe heet het paard van Sinterklaas?
A
Witje
B
Schimmeltje
C
Nina
D
Ozosnel

Slide 10 - Quiz

Wat kan het paardje wel vinden?
A
Hooi
B
De weg
C
Een wortel
D
Sinterklaas

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Maak de zin af...

Sinterklaas Kapoentje...?
A
had een zuur citroentje
B
gooit wat in mijn schoentje
C
gooit wat in mijn laarsje
D
had een groen plantsoentje

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Op welke dag is Sinterklaas jarig?
A
3 december
B
4 december
C
5 december
D
6 december

Slide 15 - Quiz

De kerstman bestond eerder dan Sinterklaas
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Als je vroeger van iemand een speculaasje kreeg ...
A
mocht je een cadeautje uitpakken
B
moest je 10 pepernoten teruggeven
C
vond diegene je niet aardig
D
was diegene verliefd op je

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Wat schijnt door de bomen?
A
De zon
B
De maan
C
De sterren

Slide 19 - Quiz

Per jaar worden er 15 miljoen chocolade letters gemaakt
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Welke chocoladeletter wordt het meest verkocht?
A
S
B
E
C
M
D
P

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Hoe heet het hoofddeksel van Sinterklaas?
A
tabberd
B
kroon
C
muts
D
mijter

Slide 23 - Quiz

Wie mag buiten blijven staan?
A
Het paardje
B
Piet
C
De kinderen
D
Sinterklaas

Slide 24 - Quiz

Wie zijn er niet bij?
A
Piet
B
Sinterklaas
C
Lieve kinderen
D
Stoute kinderen

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video